Meer dan de helft van de ambtenaren van de gemeente Amsterdam ervoer afgelopen jaar ongewenst gedrag

Meer dan de helft van de ambtenaren van de gemeente Amsterdam ervoer de afgelopen twaalf maanden ongewenst gedrag zoals pesten, vernedering of uitsluiting. Dat blijkt uit een donderdag gepubliceerd onafhankelijk rapport van het Verwey-Jonker Instituut, onder een representatieve groep van bijna 6.900 ambtenaren, in opdracht van de gemeente. Volgens de ondervraagden misdragen met name leidinggevenden zich op de werkvloer.

Het afgelopen jaar werd 55 procent van de ambtenaren slachtoffer van ongewenst gedrag en zagen nog eens twee op de drie medewerkers dit gebeuren bij collega’s. Ook discriminatie werd veel genoemd in het onderzoek: 14 procent van de ondervraagden ervoer dit zelf en 17 procent merkte op dat collega’s gediscrimineerd werden. Nog een hoger percentage van de medewerkers met een niet-Europese migratieachtergrond, beperking of chronische ziekte of ambtenaren die alleen de basisschool of een vmbo-opleiding afrondden, had met discriminatie te maken.

Daarnaast zegt 6 procent van de respondenten in het afgelopen jaar verbale of fysieke seksuele intimidatie te hebben ervaren, een percentage dat hoger ligt onder jonge medewerkers en ambtenaren met een beperking of chronische ziekte. Maar liefst 80 procent van de ondervraagden die zich als non-binair identificeren, heeft afgelopen jaar seksuele intimidatie ervaren.

Veel ongewenst gedrag door leidinggevenden

Uit het onderzoek blijkt dat de verantwoordelijkheid voor het ongewenste gedrag vaak bij leidinggevenden ligt. Meer dan zestig procent van de ondervraagden die discriminatie hebben ervaren, zegt dat het de leidinggevende was die discrimineerde. Ambtenaren die te maken hebben gehad met pesten, vernedering of buitensluiten, zeggen dat dit in meer dan de helft van de gevallen kwam door een leidinggevende of directe collega.

Hester van Buren, wethouder Personeel en Organisatie (PvdA), schrijft in een reactie op het onderzoek: „Dit zijn dus geen incidenten, zo moeten we het ook niet benaderen. De onderzoeksresultaten houden ons een spiegel voor. Het is duidelijk: we moeten het beter doen. Anders dan we tot nu toe hebben gedaan. Want er is geen plek voor discriminatie of ander ongewenst gedrag in onze organisatie.”