Meer bezoekers, meer inkomsten, maar toch hebben poppodia het moeilijk

Er werd meer geprogrammeerd, er kwamen meer bezoekers, er was meer werk én er kwamen meer inkomsten binnen, maar toch draaiden veel poppodia het afgelopen jaar niet best. De kosten voor acts, goederen en personeel stegen harder dan de inkomsten en de subsidies bleven achter. Dat blijkt uit de jaarlijkse sectorrapportage van branchevereniging Vereniging Nederlandse Poppodia en Festivals (VNPF).

De poppodia haalden gemiddeld wel een positief resultaat in 2023 – de inkomsten stegen naar 199,9 miljoen euro en de uitgaven naar 198,5 miljoen. 38 procent van de podia had wel een negatief resultaat. Vooral de kosten voor personeel stegen vorig jaar flink. Dat komt voor een deel omdat er minder vrijwillig werk, maar meer betaald werd verzet. Ook de lonen stegen, en de kosten voor ingehuurde krachten stegen. De totale personeelskosten gingen van 53 miljoen euro in 2019 naar 71 miljoen vorig jaar.

Leden van de VNPF lopen uiteen van grote podia als Melkweg, 013 en Paradiso, tot Grenswerk in Venlo, de Pul in Uden en de Nieuwe Nor in Heerlen. De VNPF vergeleek de cijfers van afgelopen jaar met die van 2019, het laatste jaar voor de pandemie, omdat ook 2022 zich volgens de organisatie nog te veel kenmerkte door de effecten van coronamaatregelen.

Stijgende kosten

Ook de kosten voor programmering (bands, artiesten, dj’s etc) stegen flink. Gaven de podia daar in 2019 ruim 55 miljoen euro aan uit, in 2023 was dat 70 miljoen euro. Dat geld ging niet naar méér artiesten, maar naar minder. Ondanks een toename in het aantal ‘programma’s’ (waarbij meerdere acts zouden kunnen spelen), werden er in totaal 5% minder artiesten geboekt. Een direct verband is niet aangetoond, maar de VNPF vermoedt dat er minder artiesten worden geprogrammeerd vanwege de stijgende kosten van de podia.

Dat de gemeentesubsidies voor poppodia niet worden geïndexeerd noemt de VNPF „verkapte bezuinigingen op popcultuur”, waardoor de stijgende kosten niet (genoeg) konden werden gecompenseerd. Doorberekenen van die kosten in de ticketprijzen ziet de brancevereniging niet als optie, omdat het zou kunnen leiden tot lagere bezoekcijfers of een publiek van uitsluitend een hogere sociaal-economische klasse.

Ook een eerlijke beloning voor de artiesten komt in het geding. Zeker als de voorgenomen btw-verhoging doorgaat, schrijft de VNPF in een persbericht: „Deze verhoging gaat ten koste van het aanbod, vooral in perifere regio’s, en vermindert het verdienvermogen van zelfstandigen en instellingen.”