Als het negen uur ’s ochtends is geweest komen ze uit verschillende hoeken tevoorschijn. Mannen, eigenlijk jongens nog, in joggingbroeken en op rubberen slippers. Een enkeling heeft een tandenborstel en tandpasta in zijn hand. Voor de verroeste poorten waarop nog net de naam van het Senegalese Rode Kruis valt te lezen, wachten ze in de hoop dat die deze ochtend opengaan. De dag ervoor bleven ze dicht, zegt een jongen. Toen konden ze zich nergens wassen.
Ze zijn met twintigen, dertigen. Migranten. Vooral uit Guinee, een enkeling is Malinees of komt uit Ivoorkust. Tot voor kort werkten ze aan de overkant in Mauritanië. Als lasser, schoonmaker van een publiek toilet, kapper. Met verlopen papieren. Tot ze bij recente grootschalige acties van de Mauritaanse politie van straat werden geplukt. En nu zijn ze hier in Rosso, een stoffig plaatsje aan de Senegalese zijde van de grens, gescheiden van Mauritanië door de niet al te brede Senegal Rivier.
Aan de overkant ligt het gelijknamige Mauritaanse plaatsje Rosso, waar de zon schijnt op de wit en zachtgeel geblokte gebouwen. Eind maart werd hij daar met een groepje andere pechvogels door de Mauritaanse politie gedumpt, knikt de 23-jarige Mohamed. „We moesten zelf maar zien hoe we aan de overkant kwamen.” In portiekjes en verlaten gebouwen aan Senegalese zijde slapen ze sindsdien op matjes en stukken karton. „On est bloqués”, zegt de migrant. Ze zitten hier vast.
‘Atlantische Route’
Niet voor het eerst zien de bewoners van Rosso (Senegal) migranten die vanaf de overkant naar hen worden uitgezet. Mauritanië verwerd de afgelopen jaren tot een belangrijke spil op de ‘Atlantische route’: de zeeroute die migranten uit West- en Noord-Afrika nemen in de hoop Europa te bereiken. Vorig jaar bereikte een record van bijna 47 duizend migranten op deze manier de Canarische Eilanden, volgens cijfers van UNHCR. De meesten kwamen uit Mali en Senegal.
Lees ook
Een recordaantal migranten trekt naar de Canarische eilanden, ook tieners: ‘Ik dacht de hele reis dat ik doodging’
De Atlantische route is ook één van de meest dodelijke routes. Schattingen lopen uiteen van enkele duizenden tot enkele tienduizenden migranten die het afgelopen decennium zijn omgekomen, niet zelden omdat hun boten uit koers raakten op de dagenlange tocht. De spilfunctie van Mauritanië bij de migratie is ook in Brussel niet onopgemerkt gebleven. Sinds 2015 besteedde de Europese Unie tientallen miljoenen euro’s aan het helpen „versterken” van Mauritanië’s grenzen met trainingen en apparatuur.
In februari vorig jaar bezocht Europees Commissievoorzitter Ursula von der Leyen samen met de Spaanse premier Pedro Sánchez de autoriteiten in Nouakchott, waar ze het land nog eens 210 miljoen euro hulp aanbood om illegale migratie tegen te gaan, waaronder meer samenwerking met het Europese agentschap Frontex. Maar net als andere migratiedeals die Europa de afgelopen jaren sloot, waaronder met Tunesië en Egypte, is ook deze niet zonder controverses.
Het onderzoekscollectief Lighthouse Reports publiceerde vorig jaar een groot onderzoek naar het dumpen van migranten in de woestijn, onder meer door Mauritanië bij de grens met Mali. Het legde vast hoe opgepakte migranten eerst naar een detentiecentrum in Nouakchott werden gebracht en later met bussen duizend kilometer verderop bij de woestijngrens met Mali werden afgezet. „Ze gooiden ons uit de bus, en jaagden ons weg als dieren”, citeerden ze een Guinese vrouw.
Lees ook
Aan de buitengrenzen van Europa: minder migranten en dat heeft een schaduwzijde
In een reactie zei een woordvoerder van de Mauritaanse regering dat „alle arrestaties van illegale immigranten worden uitgevoerd in overeenstemming met de geldende verdragen en wetten”.
Toch was deze praktijk ten tijde van het bezoek van Von der Leyen en Sánchez ook bekend binnen het Europees Parlement. In een aanbeveling over de onderhandelingen voor de samenwerking tussen Frontex en Mauritanië, van 23 november 2023, uitten parlementariërs hun zorgen over de „systematische en serieuze mensenrechtenschendingen” waar migranten in het land mee te maken krijgen. Waaronder: „onrechtmatige collectieve uitzettingen naar Mali en Senegal”. Ook van migranten die helemaal niet uit die landen komen.

Verlopen papieren
Hij heeft het al zo vaak gezien, zegt Mbaye Diop. In een okergele boubou en met draadloze oortjes in zit de lokale coördinator van het Senegalese Rode Kruis in zijn kantoortje grenzend aan de rivier in Rosso. Als enige hulporganisatie in dit stadje vangt hij al jaren migranten op die hiernaartoe worden uitgezet. Vooral in de maanden juli tot en met oktober zijn dat er soms tientallen tegelijk, zegt hij. „Dat is wanneer de meeste boten naar Europa vertrekken.”
Maar sinds enkele weken is de situatie anders, vervolgt Diop met een frons. De veelal jonge mannen, maar ook vrouwen met kleine kinderen die opeens in groten getale voor zijn poort verschijnen, waren niet op weg naar Europa. Ze woonden en werkten in Mauritanië, met papieren die waren verlopen. En stuitten op de Mauritaanse politie, die de afgelopen weken onder meer in de hoofdstad Nouakchott acties opvoerde om illegale migranten op te pakken.


Sommigen werden van straat geplukt, anderen uit de huizen die zij deelden met andere migranten. Hij was op weg naar een buurtwinkel toen drie agenten op hem afstapten, vertelt Mohamed, die sinds een half jaar in een kapperszaak in Nouakchott werkte. Vanwege zijn huidige status, publiceert NRCzijn achternaam niet. „Bonsoir monsieur, waar zijn uw papieren, vroegen ze. Toen ik zei dat die thuis om de hoek lagen, dwongen ze me in hun pickup. Ik kreeg niet eens de kans ze op te halen.”
Met nog zes anderen eindige hij op het commissariaat waar zijn vingerafdrukken in het systeem verraadden dat zijn visum, geldig voor 90 dagen, was verlopen. Hij had nog geprobeerd dat te verlengen, zegt Mohamed. Maar hij kreeg te horen dat dat niet kon.
Na een nacht op het commissariaat en nog twee in een detentiecentrum zegt Mohamed dat hij met in totaal zo’n vijftien anderen met een bus naar de grens werd gebracht. Inmiddels zijn twee weken verstreken en zit hij, net als de jongemannen die in een cirkel om hem heen staan, vast. Het enige wat hij nog heeft is zijn telefoon, zegt hij. En de kleren die hij ook vandaag nog aan heeft, een zwart T-shirt en dito joggingbroek. De rest, waaronder zijn paspoort, ligt nog in Nouakchott.
‘Dumpen’
Het was voor NRC niet mogelijk Mohameds verhaal te verifiëren, maar de details komen sterk overeen met wat andere gestrande migranten in Rosso vertellen. Ze worden onderschreven door Diop van het Rode Kruis, die hen probeert te ondersteunen, en door een lokale functionaris die nauw betrokken is. „Ze zijn niet serieus”, foetert hij op zijn Mauritaanse collega’s. „Er zijn regels en procedures die je volgt als je mensen wil uitzetten, zij dumpen ze gewoon.”
De functionaris (die geen toestemming had met journalisten te praten, zijn naam en functie zijn bij de redactie bekend) heeft wel een verklaring voor de uitzettingen. „Dit is vanwege hun akkoord met de EU”, zegt hij. Als het nou alleen Senegalese migranten met verlopen papieren waren, dan oké. Maar waarom ook Malinezen, Guineeërs, Ivorianen? „Nu maken ze van hun probleem, ons probleem.”
Ook Senegals minister van Buitenlandse Zaken zei vorige maand in het parlement dat ze „bezorgd en verontwaardigd” is over de wijze waarop Mauritanië migranten uitzet. „Ieder land heeft zijn eigen wetten, maar de rechten van individuen moeten worden gerespecteerd en niet misbruikt zoals we onlangs hebben gezien”. Kort daarop vloog ze naar Nouakchott om met haar Mauritaanse collega over de uitzettingen te praten. Die gesprekken duren voort.

Een woordvoerder van de Mauritaanse regering gaf geen gehoor aan verzoeken van NRC om een reactie. Eerder zei deze Houssein Ould Meddou tegen persbureau AFP dat de recente toename van uitzettingen volgt op „de ontmanteling van vier smokkelnetwerken” en dat migranten worden teruggestuurd „naar de grensposten waar zij Mauritanië binnenkwamen”. Beschuldigingen van hardhandige behandelingen van migranten noemde zijn minister tegen RFI „onwaarheden”.
Lees ook
De zee is leeggevist en de Senegalese vissers varen hun bootjes nu naar Europa
„C’est compliqué”, zucht Diop. Senegals lokale tak van het Rode Kruis zit volgens de coördinator al tijden in geldproblemen. De elektriciteit in zijn bureau betaalt hij uit eigen zak. Tegelijk staan er iedere dag groepen migranten voor zijn deur. Vorige maand liet hij zo’n dertig Malinezen in hun magazijn slapen, met steun van de IOM, de VN-tak voor migratie, die degenen die wilden naar Bamako hielp reizen. De muggennetten hangen er nog, eronder achtergelaten kledingstukken en tubes tandpasta.
Maar nu is het budget op. Zonder dat kan hij mensen niet voeden, zegt Diop. Noch voor beveiliging zorgen. „Het enige wat ik ze kan aanbieden, is om zich hier te wassen.” Enkele dagen na het bezoek van NRC opende Diop het magazijn alsnog voor Mohamed en andere migranten nadat ze elders waren weggestuurd. Al die zielen die op straat slapen, dat is niet goed voor de veiligheid, zegt ook de lokale functionaris. Formeel moeten ze iedereen die Senegal zonder identiteitspapieren is binnengekomen, terugsturen, zegt hij. „Tegelijk weten we hoe ze daar worden behandeld.”
Hij wil gewoon naar huis, zegt Mohamed. Naar Guinee. De jongens om hem heen knikken. „Maar iemand moet ons helpen.”

