De contouren van een ander FrieslandCampina worden langzaam zichtbaar. De Nederlandse zuivelcoöperatie maakte dinsdag bekend dat 1.800 personeelsleden, van wie ruim de helft in Nederland, moeten omzien naar een andere baan. Dat komt overeen met 8 procent van de arbeidsplaatsen.
Bij FrieslandCampina werken wereldwijd zo’n 22.000 mensen. Komend jaar zullen al 1.200 van hen, vooral in ondersteunende functies als financiën, verkoop, onderzoek en IT, hun baan verliezen. In de zuivelfabrieken zelf verdwijnen geen banen en productielocaties worden evenmin gesloten. De reorganisatie kost zo’n 170 miljoen euro.
Het zuivelbedrijf zegt in het eerste halfjaar „zeer teleurstellend” te hebben gepresteerd. Het boekte 8 miljoen euro nettowinst, 95 procent minder dan een jaar eerder. In voorgaande jaren was al sprake van dalende winstgevendheid. „We moeten nu de nodige stappen zetten om het tij te keren en de bedrijfsprestaties te verbeteren”, aldus een woordvoerder.
De banenreductie is onderdeel van het in oktober aangekondigde plan om vanaf 2026 jaarlijks 400 tot 500 miljoen euro minder kosten te maken. Banenreductie moet hier 180 tot 200 miljoen aan bijdragen. Waar de overige honderden miljoen vandaan komen, wordt komende maanden bepaald in de bedrijfsonderdelen. De centrale organisatie in Amersfoort krijgt dan ook minder macht en verantwoordelijkheid. Verder komt een deel van de kostenbesparing uit digitalisering van bedrijfsprocessen, die de efficiëntie moet vergroten.
Ook wordt bezuinigd op ontwikkeling van nieuwe producten. De woordvoerder: „Je kunt iedere maand een nieuw toetje van de maand ontwikkelen, maar je kunt bijvoorbeeld ook volstaan met twee keer per jaar een nieuw toetje. Daarmee spaar je veel ontwikkelkosten uit.”
Hoge melkprijs
FrieslandCampina leed er afgelopen maanden onder dat het de relatief hoge melkprijs die zijn 15.000 leden krijgen niet kon compenseren door meer marge op consumentenproducten. „Het aandeel van onze producten is in bijna al onze markten gedaald”, aldus de woordvoerder. Consumenten kozen vanwege de hoge inflatie vaker voor huismerken dan voor de duurdere merken van FrieslandCampina.
Volgens het bedrijf zijn de problemen fundamenteler dan de melkprijs. „Onze productie- en ondersteuningskosten zijn over de hele linie te hoog in vergelijking met onze concurrenten. Hierdoor kunnen we niet goed concurreren en zijn onze winstmarges te laag.”
Volgens Richard Scheper, zuivelanalist bij de Rabobank, is de hele zuivelsector in Europa met een grote transitie bezig. Het aanbod van melk is wereldwijd afgenomen, maar vooral in Noordwest-Europa, vanwege een aantal droge zomers, de moeite voor boeren om genoeg te verdienen met melk en de toenemende regeldruk. Onder andere hierdoor hebben zuivelbedrijven de afgelopen jaren productielocaties gesloten. Zo stopte FrieslandCampina met een zuivelfabriek in Rotterdam en een boterfabriek in Den Bosch, en deed de Deense concurrent Arla dat met twee Britse fabrieken. In België ging een zuivelfabriek failliet.
Daarnaast nemen de kosten voor zuivelbedrijven toe, door schaarste op de arbeidsmarkt, stijgende rentes, meer regels en hogere eisen rond duurzaamheid. De recente inflatie heeft die processen versneld, ziet Scheper. „Drie jaar geleden werd een melkprijs van 40 cent per kilo als goed beschouwd, Voor een boer is dat nu te weinig om alle arbeids-, financierings- en duurzaamheidskosten te dekken.”
Zuivelbedrijven moeten volgens Scheper ook financieel de ruimte hebben om te innoveren en te kunnen reageren op de veranderende vraag. Zo daalt de vraag naar gewone vloeibare melk, maar neemt de consumptie van kaas in Europa toe. Voor de productie van kaas is grofweg negen keer zoveel melk nodig als voor een literpak melk. Ook is er minder vraag naar babypoeder, omdat er in veel landen minder baby’s worden geboren. Tegelijk is er door de vergrijzing meer medische voeding nodig. Scheper: „We gaan zuivel dus vooral anders consumeren, niet per se minder.”
FrieslandCampina wil ongeveer de helft van de 400 à 500 miljoen euro aan aangekondigde besparingen gebruiken om de inflatie te compenseren. De rest gaat naar investeringen en een hogere nettowinst. Die winst wordt uitgekeerd aan de 15.000 leden die tevens leveranciers zijn van het bedrijf. Al aangekondigd was dat er dit jaar geen winstuitkering komt.
Leeslijst