N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Recensie
Theater
Martijn Koning Onder de achterhaalde titel ‘Appeltjes schillen’ speelt cabaretier Martijn Koning een lieve show met dierenverhalen.
Het decor van het nieuwe programma van Martijn Koning wordt gevormd door een hakblok, met een appeltje erop en een flink keukenmes in het hout geplant. Op de achterwand is een appel geprojecteerd. Die vormgeving sluit aan bij de titel van zijn show Appeltjes schillen. Maar dat is, zoals Koning al snel vaststelt, een heel ander programma geworden. Hij was boos, had rekeningen te vereffenen, dacht hij, maar dat viel mee.
In Appeltjes schillen opent hij nog wel met de vraag of de wereld niet knettergek is geworden. Je moet oppassen met wat je zegt (woke!) en mensen geloven dat de aarde plat is. Maar Koning buigt die vraag fluks om naar de constatering dat hij zelf vreemd wordt gevonden. „Een raar mannetje”, vond de moeder van zijn eerste vriendinnetje hem al.
Dat meisje reed paard en vanaf dat moment spelen dieren de hoofdrol in de show. Als een kruising tussen Anton Koolhaas en Freek Vonk stort hij zijn fascinaties en anekdotes over het publiek uit. De vaak zo venijnige en vunzige Koning ontpopt zich daarbij als een verteller naar wie je met een milde glimlach luistert als hij liefdevol uitweidt over mieren, mijten, wolven, flamingo’s en bijen. Hij creëert nieuwe sprookjes, dialogen en beeldt al die werelden uit.
Lees ook het interview met Martijn Koning: ‘Ik word steeds weirder’
Onmiskenbare charme
Wat gebleven is, is de onmiskenbare charme en energie van zijn optreden. Met schuimend spelplezier zet Koning zijn verbazing en overtuigingen neer. Hij maakt een soort muziekjes als hij spreekt, door vaak woorden of zinsdelen te herhalen – drie, vijf of acht keer. Alles wordt op die manier groter en gekker.
In sommige van zijn dierenverhalen schuilt (net als bij Koolhaas) de nodige symboliek. Bij het verhaal over strijdende mieren is de onderliggende vraag wie er nu werkelijk baat heeft bij polarisatie. Bij de reiger die flamingo wil worden, gaat het over het accepteren dat iemand anders is, dan hij lijkt te zijn. In het verhaal over de wolf schuilt verbazing over het feit dat openlijk geweld makkelijker wordt geaccepteerd dan openlijke seksualiteit. Die herkenbare thema’s zijn een prettig extraatje, zonder dat Koning nu meteen verrassende perspectieven biedt.
Tussendoor maakt hij melding van het feit dat hij nog worstelt met de naweeën van zijn beruchte roast van Baudet bij Jinek (twee jaar geleden) en draagt hij een satirisch gedicht voor over een tv-recensent. En hij probeert geregeld in gesprek te gaan met bezoekers, bijvoorbeeld door te vragen wat hun bijnaam is – op de première zonder veel succes. Maar wat je bijblijft is Koning in zijn nieuwe rol van lieveheersbeestje: een aaibare comedian.