De razendpopulaire, radicaal-rechtse politicus Marine le Pen mag niet meedoen aan de Franse presidentsverkiezingen van 2027. Ze werd maandag veroordeeld wegens het verduisteren van Europees geld. Correspondent Floor Bouma ziet hoe Le Pen de veroordeling meteen politiek inzet. En hoe de zaak grote gevolgen kan hebben voor de toekomst van Frankrijk.
Heb je vragen, suggesties of ideeën over onze journalistiek? Mail dan naar onze redactie via [email protected].
De Amerikaanse president Donald Trump stelt de importheffingen van 50 procent voor de Europese Unie waar hij vrijdag mee dreigde uit tot 9 juli. Hij zei dat zondagavond lokale tijd tegen verslaggevers na een telefoongesprek met voorzitter Ursula von der Leyen van de Europese Commissie.
Volgens Trump was het een „zeer prettig telefoongesprek”, waarin hij haar heeft laten weten haar verzoek om uitstel in te willigen. Onderhandelingsteams van de VS en de EU zullen nu „snel bij elkaar komen om te kijken of we tot een oplossing kunnen komen”, zei Trump.
Eerder op zondag had Von der Leyen al gezegd dat het „een goed gesprek” was en dat de VS en de EU nog zeker anderhalve maand nodig hebben om tot een mogelijke handelsovereenkomst te komen. Tot nu toe verlopen de onderhandelingen uiterst moeizaam.
In april legde Trump de EU een algemene importheffing van 20 procent op, maar drukte toen al snel op de pauzeknop om via onderhandelingen tot een overeenkomst te komen. Er geldt nog wel een basisheffing van 10 procent en een heffing van 25 procent op auto’s, staal en aluminium uit de Europese Unie.
Liveblog Economieblog
Economieblog maandag 26 mei t/m zondag 1 juni 2025
Nederland kampt met een woningtekort en vergrijst. Die combinatie gaat de komende jaren voor een serieuze uitdaging zorgen. Waar gaan de ouderen wonen die naarmate de jaren vorderen meer hulp nodig hebben? In ieder geval niet in een ‘bejaardentehuis’, als het aan henzelf ligt. Slechts 8 procent van de thuiswonende ouderen wil verhuizen naar een verzorgingshuis zodra ze meer zorg en ondersteuning nodig hebben, bleek namelijk vorige week uit een enquête van ouderenbond ANBO-PCOB.
Een op de drie ouderen wil het liefst thuis blijven wonen en een groter beroep doen op de thuiszorg. Van de 65-plussers die wél willen verhuizen bij een verslechterende gezondheid verkiest liefst 90 procent een zelfstandig appartement met eigen voordeursleutel in een woonzorgcomplex voor senioren waar de zorg langskomt op afspraak. Het verzorgingshuis zoals dat bestond tot de overheid in 2013 besloot ouderen zo lang mogelijk thuis te laten wonen, spreekt de huidige 65-plussers niet langer aan.
Privacy, autonomie en keuzevrijheid waren er schaars. Voor de generatie die opgroeide na de Tweede Wereldoorlog – de zogenoemde babyboomers – zijn dit echter vanzelfsprekende pijlers van hun bestaan. Het is dan ook te begrijpen dat het regime van een traditioneel verzorgingstehuis voor hen geen wenkend perspectief is, al was het maar omdat sommigen misschien geen prettige herinneringen hebben aan het verblijf van hun eigen ouders in zo’n instelling.
Dat laat onverlet dat het voor een aantal senioren op een gegeven moment niet meer mogelijk zal zijn om in het oude, vertrouwde huis te blijven wonen, terwijl ze er ook niet zo slecht aan toe zullen zijn dat opname in een verpleeghuis noodzakelijk is. Voor deze mensen moet dus voldoende woonruimte beschikbaar zijn.
Met de bouw van ouderenwoningen schiet het echter niet op, concludeerde de Rekenkamer vorige week. Het kabinet wil tot en met 2030 290.000 ouderenwoningen bouwen, maar dat streven wordt waarschijnlijk niet gehaald. Het is nog niet gelukt om landelijke afspraken te maken tussen het Rijk, gemeenten, marktpartijen, corporaties en zorginstellingen. Individuele plannen van gemeentes zijn er wel, maar zelfs als ze allemaal doorgaan, leveren die niet meer dan 186.000 nieuwe woningen op.
Het kabinet denkt daarom serieus na over de terugkeer van de tien jaar geleden opgedoekte verzorgingshuizen. Minister van Volksgezondheid Fleur Agema (PVV) diende daartoe al in 2023 als Kamerlid een initiatiefwetsvoorstel in. De sluiting van deze woonvorm noemde ze „een vergissing” gezien de vergrijzing en de groeiende wachtlijst voor verpleeghuizen. Deze zomer verschijnt er een verkennende studie.
Uit de enquête van de ANBO-PCOB blijkt dus echter dat de meeste potentiële bewoners van zo’n instelling weinig trek hebben om er hun tenten op te slaan. Toch is het verstandig dat het kabinet de voor- en nadelen van het traditionele verzorgingstehuis nog eens op een rijtje zet, waarbij ook het personeelstekort in de zorg in de analyse wordt meegenomen.
In 2030 zijn er ruim twee miljoen mensen van 75 jaar of ouder. Dat zij zo lang mogelijk op zichzelf blijven wonen is een lofwaardig streven, maar de zorg staat onder druk, net zoals de woningmarkt. Voldoende ouderenwoningen zijn hard nodig, in welke vorm dan ook. Laat het kabinet daarom haast maken met het uitvoeren van bouwplannen – oude en nieuwe.
Tachtig minuten lang zit coach Renée Slegers (36) als de rust zelve op de bank. Ze ziet hoe de Arsenal-vrouwen het bij fasen heel moeilijk hebben tegen FC Barcelona, de grote favoriet in de Champions League-finale in Lissabon. Zoals in de 49ste minuut, als keepster Daphne van Domselaar kansloos is na een uithaal van Clàudia Pina, maar de bal tot haar opluchting op de lat ziet ploffen.
Er is ook een korte fase, in de eerste helft, waarin haar ploeg de betere is. Arsenal oefent druk uit, en Barcelona komt met de schrik vrij als een eigen doelpunt van verdedigster Irene Paredes wordt afgekeurd vanwege buitenspel. Zó ziet Slegers haar ploeg graag spelen: met overtuiging en wilskracht. De individuele kwaliteiten van speelsters zijn dan naadloos op elkaar afgestemd.
Tijdens de op en neer golvende wedstrijd zit Slegers ogenschijnlijk kalm op de bank, met haar wijsvinger tegen haar kin, maar in het laatste kwartier wordt ze onrustig. Haar gouden wissel, Stina Blackstenius, heeft net gescoord, na een afgeslagen corner. Een beetje tegen de verhoudingen in staat Arsenal op voorsprong. Zou het dan toch gaan lukken?
Herstart
Slechts één keer heeft Arsenal (als enige Engelse ploeg) de Champions League gewonnen. Maar dat was in 2007, nog voor het vrouwenvoetbal zo’n grote vlucht nam. Voordat Barcelona en Olympique Lyonnais de buit verdeelden. Want zo ging het de afgelopen jaren steeds. Tussen 2016 en 2020 won Olympique. Daarna Barcelona, toen weer Olympique. En in 2023 en 2024 weer Barcelona.
Maar Slegers had de afgelopen maanden laten zien dat ze niet te onderschatten is. Onverwacht snel had ze voor een herstart gezorgd, na het vertrek van de Zweedse coach Jonas Eidevall, in oktober vorig jaar. Ze zou het eigenlijk tijdelijk overnemen (sinds 2023 was ze assistent), maar het ging zó voorspoedig dat ze in januari definitief als hoofdcoach werd aangesteld.
Ze heeft iets van Arne Slot, de succescoach van de mannenploeg van Liverpool, zei voetbalanalist Leonne Stentler deze zaterdag in NRC. Slegers weet haar ideeën goed aan de groep over te brengen, zei Stentler. „Het draait niet alleen om wat je ziet of bedenkt, maar vooral om hoe je het geloofwaardig overbrengt. De speelsters moeten je kunnen en willen volgen.”
Dat die aanpak werkt, bleek in Lissabon. Omdat Slegers rust uitstraalde, wist haar ploeg het hoofd koel te houden, zo leek het. Zoals in de halve finale tegen Olympique Lyonnais óók gebeurde, toen Arsenal uit met 4-1 won, nadat het thuis met 1-2 had verloren.
Momentum
In Lissabon is het tijdens de zeven minuten extra tijd af en toe billen knijpen, maar terwijl de tijd wegtikt, breekt de lach door bij de speelsters van Arsenal langs de kant. Als het laatste fluitsignaal heeft geklonken, kijkt Slegers van een afstandje toe hoe haar speelsters elkaar geëmotioneerd in de armen vallen. Daarna trekt ze een sprintje over het veld met spits Alessia Russo.
„Geweldig”, jubelt Russo door de tranen heen tegen TNT Sports. „We wisten dat we in deze wedstrijd zouden moeten lijden, en dat er momenten zouden zijn waarop we de bal niet zouden hebben, en we tevreden en gelukkig moesten zijn zonder de bal, wetend dat ons moment zou komen. Maar onze selectie wilde het té graag.”
Slegers denkt daar niet anders over. „We weten hoe goed zij aan de bal zijn, maar we weten óók hoe goed wij zijn”, zegt ze met schorre stem. „We wisten dat het momentum zou draaien. Misschien dachten anderen er anders over, maar dat was wat wij geloofden. De mentaliteit die we toonden, de veerkracht, het geloof… het was ongelooflijk.”