Deze zomer zijn korte broekjes bij mannen een nieuwe trend.
Sommige commentatoren brengen dat in verband met een opwaartse economische conjunctuur.
Maar tegelijk zijn ook skinny jeans weer mode, en die zouden juist op een recessie duiden.
Toen de Ierse acteur Paul Mescal vorig jaar bij de Gucci-show in een heel kort broekje verscheen, was het nog even wennen. Mescal, bekend van de film Gladiator II (2024), is sindsdien regelmatig in dergelijke ‘microshorts’ gesignaleerd: in zijn gastoptreden bij Saturday Night Live werden de korte broekjes afgelopen jaar zelfs gedoopt tot het nationale kledingstuk van Ierland. En dit jaar blijken steeds meer mannelijke sterren, onder wie Harry Styles, Donald Glover en Alexander Skarsgård, microshorts te dragen.
The Guardian riep 2025 daarom al uit tot ‘thigh guy summer’, dat je vrij zou kunnen vertalen als ‘de hij-dij-zomer’. Het Duitse weekblad Die Zeit zette deze maand nog een stapje verder, en greep de nieuwe mannenmode aan om de economische conjunctuur van dit moment mee te peilen. Blote benen, minder stof: het zou betekenen dat het goed gaat met de economie. Alleen: klopt dat? Kan mode inderdaad worden gebruikt om de staat van de economie mee te duiden?
De economische verklaring van korte mode is niet nieuw: de bekende Hemline-theorie wordt sinds 1926 ingezet om mode-trends aan economische ontwikkelingen te linken. Populair werd de theorie na 1950 met de steeds korter wordende zoomlengtes – met de minirok tot gevolg – en de toenmalige economische groei. Nu zou het credo kort-korter-kortst op de mannenmode van toepassing kunnen zijn.
Maar er is wel wat vreemds aan de hand. Deze zomer is namelijk óók de comeback van de skinny jeans, de nauwsluitende spijkerbroek, uitgeroepen, en die wordt in vele commentaren en analyses juist als dé ‘recessie-indicator’ van het moment gezien. Skinny jeans zou een recessie-indicator zijn omdat er minder stof nodig is om de broek te maken, wat voordelig is voor het productieproces.
Mode als recessie-indicator is ook geen nieuw idee en wordt wel met de zogeheten ‘lipstick-index’ verklaard: de theorie dat consumenten in tijden van economische onzekerheid grote luxe aankopen links zouden laten liggen, maar zichzelf wel zouden trakteren op goedkope producten als lippenstift. Een stijging in de verkoopcijfers van lippenstift is dan een zogeheten recessie-indicator.
Stille luxe
Wie heeft er nu gelijk? Welke trend van deze zomer laat zien hoe het met economie gaat? Het lijkt er vooral op dat de economische verklaringsmodellen voor mode zelf een trend zijn geworden, die met name op sociale media een geheel eigen leven leiden. Op Instagram en TikTok presenteren gebruikers allerlei modetrends, vaak aan de hand van de eigen aankopen, om grote economische ontwikkelingen mee te kunnen verklaren.

Quiet luxury-trend: Dakota Johnson (r) en Ro Donnelly.
Foto Vittorio Zunino Celotto/Getty Images
Maar het is toch ingewikkeld: trend A blijkt niet zomaar gelijk aan economische ontwikkeling B te kunnen worden gesteld. Neem de actuele trend van quiet luxury, stille luxe. Waar loud luxury draait om het dragen van kleding waar de merknaam van het kledingstuk het schreeuwende middelpunt is, doet quiet luxury precies het tegenovergestelde. De stille luxe, een gewoon wit shirt en een spijkerbroek, wordt door sterren als Gwyneth Paltrow en Dakota Johnson breed uitgemeten.
De trend zou het voor de gewone consument haalbaar maken om – in tijden van recessie uiteraard – hetzelfde te dragen als de sterren van Hollywood. Ware het niet dat de actrices van nu een wit blanco shirt dragen van honderden euro’s en jij een Zeemannetje uit de kast hebt getrokken. Luxe blijft zo een ideaal waarnaar gestreefd moet worden.
Hypersnelle trendcycli
De populariteit van de verklaringsmodellen lijkt daarom vooral op wat anders te wijzen. Trends ontwikkelen zich zo snel dat alles kan: baggy jeans én skinny exemplaren, logoloos en logo’s, minimalistisch en maximalistisch. Als de theorievorming ooit al hout sneed, is dat door de komst van hypersnelle trendcycli niet meer vast te pinnen. Dus hoe kan je weten wat je aan moet doen, als in feite alles in de mode is? De Hemline-theorie en de lipstick-theorie zijn een verhaal geworden om houvast te scheppen in de complexe wereld van modetrends. De economische theorieën worden gebruikt om de enorme snelheid waarin trends zich opvolgen nog enige zin te kunnen geven.
De economische theorieën worden gebruikt om de enorme snelheid waarin trends zich opvolgen nog enige zin te kunnen geven
Het gevolg hiervan is dat er met een omweg toch een element van waarheid in gaat zitten. De theorie is dan niet zozeer een verklaring, maar een zelfvervullende voorspelling. Komen skinny jeans weer in de mode als gevolg van economische onzekerheid, of omdat de laatste keer dat het kledingstuk in de mode was, er toen wél een recessie was? Zo wordt de recessie zelf een esthetiek om in te geloven. Mensen kleden zich naar een economisch onzekere tijd, nog voor we daar beland zijn: het is een projectie van economische onzekerheid op modieuze wanhoop.
Misschien kunnen we daarom wel blij zijn met de thigh guy summer: over smaak valt te twisten, maar afgaande op Mescals korte broekje is er de suggestie dat het dus best goed gaat met de economie.

Een fotomodel met een microshort van Dries van Noten, in juni 2025.
Foto Geoffroy Van der Hasselt
