N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Premier League Met het verlies van Arsenal tegen Nottingham Forest is Manchester City zeker van het landskampioenschap. Veel heeft de club te danken aan Erling Haaland, die een recordaantal doelpunten maakte.
Manchester City is landskampioen van Engeland. Zaterdagavond verloor concurrent Arsenal van Nottingham Forest, waardoor City de koppositie niet meer kan kwijtraken. Het is de vijfde keer in tien jaar dat de club de Premier League wint.
Vrijwel het hele seizoen lag Arsenal op koers om bovenaan te eindigen, maar vanaf april begon de Londense club steeds meer punten mis te lopen. De nederlaag met 0-3 tegen Brighton & Hove Albion gold al als pijnlijk, en deze zaterdag kwam daar nog eens het verlies met 1-0 tegen nummer zestien Nottingham bij.
Manchester City profiteerde intussen van de aankoop van de Noorse sterspits Erling Haaland, die met 36 goals in één Premier League-seizoen een record vestigde. De vraag is nu of coach Josep Guardiola het succes kan voortzetten in de Champions League, waar zijn club volgende maand in de finale staat tegen Internazionale. Het zou de eerste Champions League-winst ooit zijn voor de club, twee jaar na de gemiste kans tegen Chelsea.
Elke dag stroomt het wad vol, en valt het droog, in de eindeloze cyclus van eb en vloed. De wadslakjes, tepelhoorntjes en slijkgarnalen die op en in de Wadden leven, trekken miljoenen vogels aan. De getijdengeulen, zoutmoerassen en mosselbanken vormen het leefgebied van talloze diersoorten. De Waddenzee staat op de Werelderfgoedlijst van Unesco en is het grootste getijdengebied ter wereld dat dagelijks op deze manier droogvalt en volstroomt.
Op dit moment staat het kabinet-Schoof voor de keuze om gaswinning op de Waddenzee toe te staan. De Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) deed jaren geleden een aanvraag, maar een definitief besluit bleef uit. Donderdag maande de Raad van State minister Sophie Hermans (Klimaat en Groene Groei, VVD) om vóór het einde van het jaar te beslissen of gas winnen in het Friese Ternaard mag.
Eigenlijk staan de seinen op rood. Er is weinig animo in Friesland voor nieuwe gaswinning onder de Waddenzee, evenmin als in de andere noordelijke provincies. Er wordt gevreesd voor ‘Groningse toestanden’. Ook Unesco sloeg dit jaar alarm over de Waddenzee. Het werelderfgoed wordt mogelijk bestempeld als ‘bedreigd’, als Nederland, Denemarken en Duitsland de natuur niet beter beschermen. Unesco wijst naar mijnbouwprojecten als een van de oorzaken.
Zelfs het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) adviseert nu tegen gaswinning
De minister moet besluiten of zij de negatieve adviezen en waarschuwingen over het behoud van het Waddenzeelandschap in de wind zal slaan ten behoeve van gaswinning. Deze zomer stelde Unesco dat zonder extra bescherming het Waddengebied niet veilig is. Naast de invloed van mijnbouw wees de VN-organisatie op het gecombineerde effect van visserij, de aanleg van stroomkabels en het uitbaggeren van vaargeulen dat de natuur kan beschadigen.
Ook het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) vreest dat de Waddennatuur zal lijden onder nieuwe boringen. Waar de instantie eerder in 2019, onder voorwaarden, positief oordeelde over de gaswinningsplannen van Economische Zaken, paste SodM dit jaar zijn advies aan. Nieuwe scenario’s van zeespiegelstijging op basis van recentere cijfers lagen daaraan ten grondslag.
Door klimaatverandering stijgt de zeespiegel. Alleen al daardoor dreigt in de Waddenzee in de toekosmt niet meer genoeg natuurlijk zand te worden aangevoerd om de natuurlijke kadans van droogvallen en onderstromen in stand te houden.
Stel dat je 5 miljard kuub gas weet te delven: dat is niet héél veel
Mijnbouw heeft ook gevolgen voor die balans. Gaswinning zorgt voor bodemdaling en kan samen met de zeespiegelstijging veroorzaken dat het wad minder snel droogvalt, met alle gevolgen van dien voor het ecosysteem van de Wadden.
Om die reden adviseert SodM in zijn nieuwste advies tégen nieuwe gaswinning op de Waddenzee. Volgens SodM laat het ‘hand op de kraan’-principe (boren kan alleen als de balans tussen de zeespiegelstijging en de natuurlijke aanvoer van sediment door bodemdaling niet te zeer verstoord wordt) gaswinning op de Waddenzee niet toe.
‘Gas is nodig’
Ze is er nog niet uit, verkondigde Sophie Hermans vorige week in de Tweede Kamer. In een van haar eerste werkbezoeken bezocht de minister het Friese Ternaard. Ze begreep „de zorgen” van bewoners „heel goed”, zei ze. Wel benadrukte Hermans in eenzelfde adem dat Nederlanders voorlopig nog „gas nodig hebben om ons leven te leiden”.
Lees ook
Afkicken van Russisch gas blijkt lastiger dan gedacht: één lng-tanker per maand werden er plots twee
De minister zei begrip te hebben voor mensen die wonen rondom kleinere gaslocaties (Ternaard, Warffum of Bedum) „die zeggen ‘doe het hier maar even niet’”, maar benadrukte dat „alles bij elkaar opgeteld het wel effect [heeft] op onze [gas]productie”. Dit kabinet wil juist méér gas winnen, uit bijvoorbeeld velden op de Noordzee, om minder afhankelijk te worden van import uit „onbetrouwbare landen”.
De manier waarop Hermans hierover spreekt doet denken aan de wijze waarop eerdere VVD-ministers het debat over mijnbouw op de Waddenzee voerden. In de regel stonden zij welwillend tegenover de plannen.
In 2015 zette minister van Economische Zaken Henk Kamp de deur open voor de start van een vergunningsprocedure door de NAM. Volgens opvolger Eric Wiebes (2017-2021) was het winnen van gas bij Ternaard van „nationaal belang”. Na kritiek op het voorstel zei hij dat „een gebrek aan lokaal draagvlak” onvoldoende reden was om de vergunning te weigeren. Gaswinning onder de Waddenzee ging door, zolang het „veilig” kon voor de natuur.
Die boodschap echode zijn opvolger Stef Blok (2021-2022) na. Zijn argument: we hebben gas nodig voor de overgang van een fossiele naar klimaatneutrale samenleving. Gas uit andere landen verschepen heeft meer impact op het milieu dan hier boren, benadrukte Blok. „De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat we nog lang gas zullen gebruiken.”
Anders dan de kabinetten ervoor, worstelde Rutte IV openlijk met de vergunningverlening. Verantwoordelijk staatssecretaris Hans Vijlbrief brak als eerste met de lijn die zijn voorgangers hadden ingezet. D66 is geen voorstander van gaswinning onder de Waddenzee. Vijlbrief stak dat niet onder stoelen of banken. In debatten benoemde hij het gebrek aan steun in de Tweede Kamer voor de winningsplannen onder de Waddenzee. Wel zei hij als staatssecretaris gebonden te zijn aan een „ingezet traject” rondom de vergunningsaanvraag. Het kabinet Rutte IV had afgesproken om „de procedure Ternaard” af te ronden, maar geen nieuwe aanvragen te behandelen. Vijlbrief had samen met minister Christianne van der Wal (Natuur en Stikstof, VVD) de verantwoordelijkheid om te onderzoeken of de natuur in de Waddenzee niet zou lijden onder de gaswinning – een voorwaarde voor mijnbouwvergunningen. En daar zat nou net de crux.
Kabinet wil juist méér gaswinning
Intussen is een nieuw kabinet aangetreden. Dit kabinet wil juist méér gaswinning, onder andere uit velden in de Noordzee en in Noord-Nederland. Vorige week verduidelijkte NSC nog dat de zin „Geen Gronings gas meer” in het hoofdlijnenakkoord niet betekende dat in andere velden daar niet geboord meer zal worden. „We zullen de komende jaren nog gas winnen uit kleine velden op zee en op land”, bevestigde ook Hermans. Als het veilig kan „voor mens en milieu”, aldus de minister.
Nederland verbruikt jaarlijks ongeveer 30 miljard kuub gas. In het veld onder de Waddenzee bij Ternaard is vermoedelijk maximaal zo’n 7,5 miljard kuub te winnen. Genoeg voor de Nederlandse gasvoorziening voor enkele maanden, schat René Peters van onderzoeksinstituut TNO. Stel dat je 5 miljard kuub gas weet te delven, zegt Peters, dan is „dat niet héél veel”.
Tegelijkertijd probeert Nederland minder afhankelijk te worden van de import van gas. De totale gaswinning uit kleinere velden (zo’n 10 miljard kuub) draagt daar wel aan bij, aldus Peters. Toch is ook het veld onder de Waddenzee niet voldoende om die afhankelijkheid van buitenlands gas wezenlijk af te bouwen. Het verlaagt hooguit de import die nodig is.
„De belangrijkste zorg is: blijft de Waddenzee als natuurgebied voldoende beschermd?”, zegt Peters. „Unesco heeft niet gezegd: je mag geen gas meer winnen op de Noordzee. Zij vinden dat Nederland moet kijken naar de cumulatieve effecten van alle projecten bij elkaar. Dat snap ik wel.”
Er zijn ook andere overwegingen. De baten van de gaswinning bij Ternaard, die onder andere afhankelijk zijn van actuele gasprijzen en de duur van het winnen, kunnen voor de staat volgens Peters in totaal zeker een 1 miljard euro zijn.
De tijd dringt voor Hermans om een besluit te nemen over de lopende aanvraag van de NAM. En zij zit klem. Ook in de coalitie lopen de meningen uiteen over het winnen van gas onder de Waddenzee. De BBB en NSC zijn tegen, en schreven dat ook in hun verkiezingsprogramma’s. De VVD benadrukt juist met regelmaat het belang van „strategische onafhankelijkheid” van andere landen en wil de eigen gasvoorraden optimaal benutten.
Dwangsom van 37.000 euro
Deze week voerde de Raad van State opnieuw de druk op. Eerder dit jaar had deze hoogste bestuursrechter al geëist dat staatssecretaris Vijlbrief voor 1 april een besluit zou nemen. Vijlbrief vroeg om uitstel en verwees daarvoor naar het nieuwe advies van het SodM. De Raad van State weigerde dit en legde het rijk vervolgens een dwangsom op voor elke dat dat het besluit uitbleef. Die is inmiddels opgelopen tot het maximale bedrag van 37.500 euro.
Waar de NAM via een beroep bij de Raad van State een besluit probeert af te dwingen, staan anderzijds milieuorganisaties zoals de Waddenvereniging op scherp als Sophie Hermans besluit de vergunning goed te keuren. De minister schetste de keuze die voor haar ligt tijdens het mijnbouwdebat in de Kamer als volgt. „Bij Ternaard zijn we nu in de fase beland dat als het kabinet nu een besluit neemt, wat dat besluit ook is, we naar de rechter moeten omdat het zal worden aangevochten.”
Je kunt er zieke koeien of dwarse varkens een schok van 5.000 volt mee geven. Opstaan, doorlopen! Nuttig hulpmiddel voor boeren, of een bruut „stroomstootwapen”? Het Tweede Kamerdebat over de elektrische ‘veeprikker’, eind september, is bij voorbaat beladen. Femke Wiersma, de nieuwe BBB-minister van landbouw, is door haar ambtenaren voorbereid en gewaarschuwd. Een meerderheid, ook coalitiepartijen VVD en NSC, wil allang een verbod. De Kamer is het hoogste orgaan, daar kan een minister niet zomaar omheen.
Maar Wiersma trekt haar eigen plan. Zij wil eerst nóg eens in gesprek met de veehouderijsector, veeartsen, de Dierenbescherming: uitstel. Nederland gaat bovendien niet strenger zijn voor boeren dan Brussel, dat is volgens Wiersma zo afgesproken in het regeerprogramma.
Het wordt een frontale botsing. Kamerleden raken geïrriteerd. Wiersma lijkt kalm, al wipt ze onder tafel met een been. Vragend kijkt ze naar haar topambtenaar. Hij fluistert, terwijl haar microfoon open staat: „Volgens mij zou jouw voorstel zijn: ik wil eerst met de partijen in gesprek, en natúúrlijk neem ik dit dan mee.”
Wiersma zegt alleen het eerste. Valt stil, en frommelt het tweede er dan nog achteraan. Voor Kamerleden is de grens bereikt, één loopt de zaal uit. Schorsing. Een paar minuten later buigt Wiersma alsnog voor de Kamer: het verbod op de veeprikker komt eraan.
Het is landelijk nieuws. Iedereen, ook de boerenachterban, kan zien hoe deze nieuwe minister doordramt, en zichzelf in problemen brengt. „Als Wiersma haar politieke antenne aan had gezet, had ze de clash kunnen voorkomen”, sneertNieuwe Oogst, het blad voor boeren en tuinders van LTO. „Dan was de uitkomst hetzelfde geweest, zonder alle imagoschade.”
Volgende week debatteert de minister opnieuw met de Kamer, nu over de landbouwbegroting. Welke Wiersma zullen we dan zien, is de vraag. Weer de koppige, die in debat geen echt contact met de Kamer maakt? Of heeft ze ook een pragmatisch en lichtvoetiger register, waarmee je soms meer bereikt?
Voor dit profiel sprak NRC met zo’n twintig mensen uit verschillende fasen van haar leven. Daaruit komt een meerduidig beeld naar voren. Zo is er een onzekere Femke Wiersma die eerst álles wil weten voordat ze haar nek uitsteekt. Er is een dappere Femke Wiersma, die BBB-minister voor landbouw wordt en vol overtuiging haar beleid uitdraagt. En misschien is er ook een Femke Wiersma, ergens tussen die twee in. Zo wilde ze in haar eerste week als minister tot het laatste moment géén mestdebat met de Kamer voeren, zeggen bronnen. Maar toen er ophef ontstond, deed ze het toch.
De onbuigzame Wiersma van de veeprikkers kennen ze in Friesland nog wel. Voordat ze naar Den Haag kwam was ze een jaar gedeputeerde voor landbouw in het provinciebestuur. BBB is er de grootste met 14 van de 43 zetels. „In Friesland maakte ze de dienst uit, en machtspolitiek schuwde ze niet”, zegt Jochem Knol van de Friese oppositiepartij GrienLinks. „Ze is een pure belangenbehartiger. Ze begrijpt niet waar bezwaren van anderen zitten, of hoe een bestuurder zorgvuldig belangen afweegt. Dat kun je honderd keer noemen, er is geen inlevingsvermogen.”
„Ze is gepassioneerd en gedreven”, zegt Arno Brok, commissaris van de Koning in Friesland (VVD) neutraler. „Ze is meer politica dan bestuurder, en ze vindt dat ze iets moet realiseren. Dat zijn wij niet altijd meer gewend.”
Wiersma is de trots van haar partij. „The Beauty and the Brains”, noemt BBB-leider Caroline van der Plas haar. Altijd goed verzorgd, op hakken bij werkbezoeken in de stal. Altijd gericht op de inhoud; ze bevraagt ambtenaren tot in de voetnoten van rapporten.
Lees ook
Achter de schermen van BBB: een reclameman, drie twintigers, twee lobbyisten voor de melkveehouderij en een varkenshouder
Maar als minister staat ze nu ook voor de grote problemen in de landbouw, een sterk gepolariseerde portefeuille. BBB-beloftes – zoals soepeler mestregels uit Brussel – zal ze niet een-twee-drie kunnen waarmaken, Wiersma kan juist het gezicht worden van de mest- en stikstofcrisis. En ze heeft weinig speelruimte; anders dan in Friesland, is de BBB in Den Haag met zeven zetels de kleinste coalitiepartij, tegenover een kritische Kamermeerderheid.
Het grootste deel van haar leven heeft Wiersma niets met boeren of politiek te maken gehad. Die identiteit past haar nu als een jas, maar die heeft ze pas in 2010 aangetrokken, toen ze meedeed aan het tv-programma Boer Zoekt Vrouw, en zelf die gezochte vrouw werd.
Wie was Femke Wiersma vóór die tijd?
Ze werd in 1984 in Dokkum geboren. Haar ouders scheidden een jaar later en ze groeide op bij haar moeder. Er waren problemen en geen geld. Al helemaal niet voor paardrijles; ze verzorgde de paarden van anderen. Wiersma haalt vaak haar jeugd aan om te zeggen dat ze gewone mensen begrijpt. „Ik weet van huis uit wat een bijstandsmoeder meemaakt die in de schuldsanering zit. Daarom wil ik mensen verder helpen om iets te bereiken”, zei ze in 2022 tegen Nieuwsblad Noord-Oost Friesland. Van paarden houdt ze nog steeds. Ze heeft zelfs een veulen gefokt.
Na mavo en havo/vwo in Dokkum koos ze in 2002 voor de Koninklijke Marine, ze werd matroos. „Aan boord was het hard werken, en hard ontspannen op de wal”, herinnert Dirkje Smidts zich, destijds als chef hofmeester verantwoordelijk voor de mess van de onderofficieren. Met het fregat Hr Ms Jacob van Heemskerck maakten ze onder meer reizen naar de Middellandse Zee. Op een bemanning van 180 waren er in die tijd zo’n dertig vrouwen. Soms moest Smidts een oogje in het zeil houden „bij die jonge meiden tussen de mannen”, vertelt ze. Maar Femke „paste er goed tussen”. „Ze kwam voor zichzelf op en was zeker niet verlegen.”
Ze werkte nog even in de marinierskazerne op Texel, maar vertrok na vier jaar, in 2006: het jaar waarin ze, op haar 22ste, voor het eerst moeder werd. De marine, had ze toen al vastgesteld, was niet helemaal haar wereld.
Op cruciale momenten kwam Wiersma de mensen tegen, die haar verder hielpen. Zoals Jantsje Wiersma, die haar in 2008 onder haar vleugels nam als beginnend zorgconsulente in de Friese gemeenten Dantumadiel en Dongeradeel. „We waren als moeder en dochter”, zei Femke Wiersma over Jantsje. Dat klopt, zegt Jantsje, intussen gepensioneerd, met een lachje. „Dat leek zo omdat we toevallig dezelfde achternaam hadden.”
Ze legde al snel zelfstandig huisbezoeken af om te zien wie in aanmerking kwam voor gemeentelijke vergoeding van taxiritten, een traplift of douche met lage instap. Het was een fase waarin Wiersma politiek van kleur veranderde. Ze stemde PvdA, maar zag hoe mensen het systeem misbruikten, en werd rechtser.
In interviews zei zedat ze in die levensfase „geen zelfvertrouwen” had. Dat zag Jantsje Wiersma niet, zegt ze. „Al kan iemand zich natuurlijk wel zo voelen.” Wat ze wel zag: „een keurige jongedame die alles snel oppikt, weet wat ze wil en ervoor gaat.”
Zoals in de liefde. In 2010 zag Femke Wiersma in Boer Zoekt Vrouw Gijs Bakhuisen, een 35-jarige melkveehouder in Abcoude met een vrolijk gezicht en halflang haar. Wat een leuke vent, dacht ze, en schreef hem een brief. ‘Boer Gijs’ zou er ruim achthonderd krijgen, maar koos Femke.
In zijn rustieke boerderij met 65 koeien aan het Gein vond Wiersma niet alleen een geliefde met wie ze nog drie kinderen zou krijgen, maar ook haar roeping. Ze ontdekte het boerenleven en haar zakelijk talent: ze opende een theetuin aan huis, De Boergondische Tafel.
In 2015 ontpopte ze zich als lobbyist. Het melkquotum werd afgeschaft, en ingeruild voor strengere mestregels om de groei van de veestapel te remmen. Dat was onrechtvaardig voor ‘grondgebonden’ veehouderijen die hun mest op eigen land kwijt kunnen, vonden Femke en Gijs. Ze dompelde zich onder in de wereld van fosfaatrechten, via Facebook mobiliseerde ze andere boze veehouders. Er kwam een netwerk, ze werden uitgenodigd in Den Haag, en ten slotte kwam er een uitzondering voor boeren zonder mestoverschot.
Wiersma werd beleidsmedewerker bij de Vereniging tot Behoud van Boer & Milieu (VBBM). Een kleine lobbyclub en, dixit Wiersma, „niet van het polderen”. De VBBM staat voor kringlooplandbouw, wat groen klinkt, maar ook voor bovengronds mest uitrijden, waarbij meer ammoniak in de lucht vrijkomt. Voer je koeien minder eiwit, dan krijg je ook minder stikstof, zegt de VBBM. Je hoort het Wiersma nog steeds zeggen tijdens Kamerdebatten.
Haar ‘ideologische’ ontwikkeling is terug te lezen in de columns die ze vanaf 2012 schreef voor De Boerin. Eerst gingen die over haar plattelandsleven – vos steelt kippen, man komt chronisch te laat aan tafel – maar al snel verdrong politiek de petite histoire. Onder de kop ‘Wakker mens’ schreef ze in 2014 dat organisaties als Wakker Dier en Natuurmonumenten „propaganda bedrijven” en „ver af staan van de echte boerenpraktijk”. In 2017 kreeg ‘Den Haag’ het te verduren. En „deskundigen die ongeruste burgers met eenzijdige informatie voeden en de veehouderij moedwillig in een ongunstig daglicht plaatsen”.
Je ziet de ideeën zich vormen die ze later als BBB’er ging uitdragen. „Natuurkwaliteit verbetert niet door stikstof te reduceren„ zei ze in een interview in 2022. „Nederland is de weg kwijt.” Nu zegt Wiersma: niet alléén door stikstofreductie. Ook toont Wiersma weinig liefde voor bioboeren. Het beleid is meer biologisch, maar Wiersma heeft zelf gezegd „dat je altijd moet redeneren vanuit de vraag.” En consumenten kopen liever goedkopere producten.
„Ze werd te groot voor ons”, zegt VBBM-voorzitter Erik Valk. Wiersma maakte in 2017 de overstap naar de Nederlandse Melkveehouders Vakbond (NMV). Van voorzitter Harm Wiegersma, nu BBB-Statenlid in Friesland, kreeg ze daar als beleidsadviseur vier jaar lang veel ruimte. Te veel , vonden sommige nieuwe bestuursleden die er later bijkwamen. Er ontstond een conflict, en Wiersma voelde zich daarin onheus bejegend. Wiegersma: „Toen heeft ze gewoon gezegd: ik ga weg.”
Voor Wiersma was het geen gemakkelijke tijd; in 2019 was haar huwelijk al gestrand. Maar toen hielp ‘de juiste persoon’ weer: Caroline van der Plas.
Wiersma hielp Van der Plas bij de oprichting van BBB. En Van der Plas polste Wiersma om partijleider te worden, maar als alleenstaande moeder schrok Wiersma daarvoor terug. Bij de Kamerverkiezingen van 2021 stond ze wel op plek 2 van de lijst en haalde ruim 25.000 voorkeursstemmen: ongeveer de helft van de stemmen van Van der Plas. Niet genoeg voor een Kamerzetel, wel een prestatie.
Voor de derde keer werd Wiersma beleidsmedewerker, nu bij de eenpersoonsfractie van BBB in Den Haag. Met Van der Plas ontstond een vriendschap. „We kunnen lachen om wat hardere grapjes”, zegt Van der Plas. „We hebben veel zelfspot. Ook over vrouwen, weet je wel. We zeiden weleens: meer vrouwen in de Kamer? Nou, doe maar even wat minder. Want dat gekijf de hele tijd.”
In 2023 was BBB de grote winnaar van de provinciale verkiezingen. Wiersma werd gedeputeerde in Friesland. In Holwert – sinds 2023 met -t in plaats van -d – verbouwde ze zelf, zoals ze graag vertelt, het huisje dat ze er kocht.
Als haar achterbuurman zijn zin had gekregen, lag er nu een steiger voor zeil- en motorboten pal naast hun huizen. Marco Verbeek, voorzitter van de Stichting Holwerd aan Zee, gelooft nog steeds in het lokale initiatief voor een binnenmeer, dat toeristen en nieuwe inwoners moest lokken. Maar na de BBB-winst verdampte de politieke steun.
„Als je het BBB-programma leest, zou ‘Holwerd aan Zee’ juist ideaal moeten zijn: bewonersinitiatieven, nabuurschap, gebiedsgerichte ontwikkeling”, zegt hij bitter. „Maar dat telt alleen in verkiezingstijd. „Dat Femke in Holwert woont, heeft ons tot nu toe niets geholpen.”
Als BBB-gedeputeerde drong Wiersma de plannen voor het landelijk gebied in Friesland terug tot het wettelijke minimum; dezelfde ‘NPLG’-plannen die ze nu als minister voor heel Nederland heeft geschrapt.
Ook was er een paar keer ophef. Tegen ambtelijk advies in legde de provincie de aanleg van natuurvriendelijke oevers bij Grou in 2023 stil. Volgens Wiersma waren er geen regels om stikstofruimte te verhuren voor de aanleg, en moest stikstofruimte eerst naar PAS-melders, boeren die zonder natuurvergunning zitten. Het waterschap zag een miljoenenproject stranden. „Een streep door de rekening”, zegt Monique Plantinga, dagelijks bestuurslid. Uiteindelijk kon het waterschap het project tóch doorzetten, met machines zonder uitstoot.
Kritiek was er ook op kleine, maar gevoelige bezuinigingen. Wiersma schafte het Faitrade Provincie-beleid af (15.000 euro per jaar), en het regenboogbeleid voor een divers Friesland (50.000 euro). Geen juiste besteding van middelen, of geen kerntaak van de provincie, vond ze.
Op de Grüne Woche, de landbouwbeurs in Berlijn, vroeg Van der Plas begin dit jaar Wiersma voor het eerst of ze landbouwminister wilde worden. Tegen de zomer, toen de formatie serieus werd, zegde zij definitief toe op het terras van Hotel en Grand Café Post-Plaza in Leeuwarden. Toevallig ook de plek waar Wiersma in 2023 haar huidige partner ontmoette: singer/songwriter Jord Brinkhuis.
Nu staat Wiersma op haar 39ste aan de top van het ministerie waar haar partij altijd tegen ageerde, omgedoopt tot Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en – als laatste – Natuur. Ze zal moeten laveren tussen het BBB-beleid om boeren te sparen, en wettelijke natuurdoelen. Tussen de activist voor boeren die ze was, en een landelijk bestuurder voor iedereen die ze nu hoort te zijn. Veel geld heeft ze niet: de 25 miljard euro voor het landelijk gebied die er was, heeft de coalitie teruggebracht naar 5 miljard.
Als minister lijkt ze nog te zoeken naar een houding. Letterlijk, als je versies van de bordesfoto van het kabinet Schoof naast elkaar legt. Andere ministers en staatssecretarissen nemen vooraf een vaste pose in. Wiersma staat op elke foto’s in een andere – armen voor het lichaam, langs het lichaam, arm omhoog, hand door het haar.
Wiersma kan onpeilbaar zijn, ook bij informelere gesprekken op haar ministerie, zeggen Haagse bronnen. Ze kan zo lang neutraal blijven kijken, en zo vaak op haar beeldschermpjes, dat anderen denken: wat doen we verkeerd? Is het professionele ongenaakbaarheid, of is ze niet geïnteresseerd, omdat ze haar mening al klaar heeft?
De Femke Wiersma die ze in Den Haag niet laat zien, is de vrouw die familie en vrienden kennen. Iemand die graag witte wijn drinkt en zomaar voor dertig man kookt. „Onzekere mensen dragen vaker een maskertje”, zegt oud-marinecollega Dirkje Smidts. „Ze beweegt nog steeds hetzelfde, zag ik. Een beetje stijf, maar ze ís niet stijf.”
Bij het ‘mestdebat’ van afgelopen maandag zag je een minister die het na het ‘veeprikkers’-debacle beter wilde doen. Heel voorzichtig, door vooral de antwoorden van haar ambtenaren op te lezen. En af en toe welwillend. Over het vervroegen van een uitkoopregeling voor boeren, zei ze: „Aan deze minister zal het niet liggen.”
‘Hij heeft wéér getweet.” Itay Garmy roept het bijna uit, terwijl hij op zijn telefoon kijkt. Hij leest het X-bericht van PVV-leider Geert Wilders voor, waarin hij opnieuw de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema aanvalt. Eerder had Wilders gezegd dat Halsema het land uit mag. Nu, op dinsdagmiddag, noemt hij haar „ongeschikt voor haar functie”. „Aftreden en wegwezen dus.”
Geert Wilders is een rode draad in een gesprek dat drie lokale politici voeren in een zaaltje in Amsterdam. De politici hadden NRC benaderd, omdat ze alledrie te maken krijgen met agressie, bedreigingen en geweld. De timing is toeval, maar het gaat vaak over Wilders’ aanval op Halsema, en de gevolgen daarvan voor ándere lokale bestuurders.
Fatihya Abdi, één van hen, zegt: „Als ik even voor onze burgemeester mag spreken: ik weet nu al dat zo’n tweet als die van Wilders voor haar een week van ellende en doodsbedreigingen betekent. Wij, volskvertegenwoordigers, moeten veel meer voor elkaar opkomen.”
Politiek zitten ze lang niet altijd op één lijn. Fatihya Abdi (1991) is raadslid voor de PvdA in Amsterdam. Itay Garmy (1994) is raadslid voor Volt in dezelfde stad. Boy Scholtze (1991) is burgemeester van de Brabantse gemeente Drimmelen en VVD’er. Hij belt in met videoverbinding. Maar ze vinden alledrie dat het veel te weinig gaat over de impact van bedreigingen tegen politici. Daar moet veel meer maatschappelijke discussie over zijn, vinden ze. Daarom zitten ze deze dinsdagmiddag bij elkaar, en gaan ze er maandagavond in De Balie in Amsterdam over in gesprek met politici en wetenschappers.
Amsterdam heeft gespannen dagen achter de rug – het openbaar bestuur werd flink getest. Halsema probeerde de herdenkingen van de aanslagen in Israël van 7 oktober 2023 rustig te laten verlopen, maar verbood geen gelijktijdige demonstraties van pro-Palestijnse activisten. Op verschillende plekken in de stad braken relletjes en opstootjes uit.
Itay Garmy is Joods en heeft een Nederlands en een Israëlisch paspoort. „Er was echt wat aan de hand in de stad. Mensen voelden zich onveilig, er werden antisemitische dingen geroepen, er werden pamfletten uitgedeeld waarin geweld werd verheerlijkt. En nu gaat het debat niet over polarisatie, maar over die klotetweet van Geert Wilders, die niks toevoegt aan het maatschappelijk debat en alleen maar voor herrie zorgt.”
Boy Scholtze: „Het debat in Den Haag verhardt zo enorm, en dat heeft effect op de maatschappij. Ook bij ons. Ik heb vorig jaar in een toespraak voor de gemeenteraad gezegd: beste mensen, wij hebben hier ook een voorbeeldfunctie. In de samenleving kijken ze naar hoe wij met elkaar omgaan.”
In een weekend kort daarvoor werd hij door de politie ‘s nachts wakker gebeld. Door de ruit van zijn woonkamer was een stoeptegel gegooid. Hij en zijn man hadden er doorheen geslapen. Ze woonden er net drie dagen. „Er is nooit een dader veroordeeld, ik weet niet wie erachter zit, al heb ik wel vermoedens. Op een gekke manier relativeert het de zaak voor mij ook weer: ik heb, wist ik, niet een criminele groep achter me aan. Een duidelijk motief is er niet gevonden, bijvoorbeeld dat ik samenwoon met een man.”
Collectief een vuist maken
Scholtze bewaarde de steen op zijn kantoor. Hij draait zich om, tilt de stoeptegel op en legt hem voor zich op zijn bureau. „De steen blijft hier liggen, zo wil ik agressie en geweld bespreekbaar maken. Zodat we ook collectief een vuist kunnen maken. Daarom heb ik ook de gemeenteraad toegesproken. Ik zei dat ik sta voor de publieke zaak en dat niemand die zich in Drimmelen, of in Nederland, inzet voor het openbaar bestuur te maken mag krijgen met agressie, geweld, discriminatie of intimidatie. Daarna zette ik de steen op het spreekgestoelte. Die steen is voor mij een symbool, zei ik, dat we hierover moeten blijven praten, dat we grenzen moeten blijven stellen. Dat heeft indruk gemaakt.”
Itay Garmy vraagt: „Maar beangstigt het je niet? Ook voor je partner?”
Scholtze: „Gek genoeg niet. Ik ben er geen seconde angstig door geweest. De impact was veel groter toen ik nog een tweede incident meemaakte.”
Korte tijd na het stoeptegelincident verliet Boy Scholtze het gemeentehuis van Drimmelen. „Het was op een maandag. En ik zag een auto aan komen rijden die, dacht ik, ging parkeren. Maar op het laatste moment draaide de bestuurder het stuur om en reed op me in. Er ging een raampje open en een heel boze meneer begon allemaal verwensingen te roepen, over mij, over de gemeente, en ook over mijn geaardheid.”
Een paar weken eerder had de burgemeester een regenboogvlag opgehangen bij het gemeentehuis, voor World Coming Out Day. De poging om hem aan te rijden mislukte, waarop de man uitstapte en het gemeentehuis binnenliep, waar hij bedreigingen aan het adres van de burgemeester naar medewerkers toeschreeuwde. De 76-jarige man werd aangehouden.
Scholtze: „Deze meneer had al heel veel jaren problemen met de gemeente. En op dat moment was ik kennelijk de personificatie van de gemeente. Dit tweede incident deed veel met de mensen om mij heen, ook met mijn man. Al heeft hij een achtergrond in de veiligheid, en is hij getraind om met dit soort dingen om te gaan. Maar ook zeker met mijn ouders, of goede vrienden.”
Scheldpartijen
De ouders van Fatihya Abdi vluchtten in 1989 vanuit Somalië naar Nederland. Ze werd alleen door haar moeder opgevoed in Soest, „in een heel diverse buurt”. „Er zijn daar mensen met zoveel verschillende achtergronden en culturen dat je identiteit nooit een gespreksonderwerp was. We waren allemaal gewoon Nederlanders. En opeens, toen ik de politiek inging, probeerden mensen me te reduceren tot alleen mijn afkomst.”
Abdi maakte kennis met scheldpartijen, nare berichten op sociale media en bedreigingen toen zij in 2021 op de kandidatenlijst van de PvdA kwam, op plaats 30. Veel van die reacties waren racistisch, zegt ze. „Als kandidaat-Kamerlid mengde ik me voor het eerst in het publieke debat. Ik schreef een zogeheten buurtbrief die ik zelf bij mensen door de bus deed, deed aan debatten mee en liet me zien op sociale media. Van de eerste bedreigingen, die veel verder gingen dan scheldpartijen, schrok ik aanvankelijk heel erg. Ik dacht ook meteen: wat betekent dit voor mijn familie? Of voor de mensen om mij heen?”
Itay Garmy: „Bij mij begon het ook toen ik kandidaat-Kamerlid was.” Garmy stond in 2021 op de elfde plaats op de kandidatenlijst van Volt. „Ik werd toen al de hele tijd aangevallen op mijn Joods-zijn, of mijn Israëlische paspoort, terwijl ik het daar nooit over had. Toen dat gebeurde, dacht ik: ik ga het nu ownen, dit is gewoon wie ik ben, en zo ga ik me ook uiten erover. Dat heb ik sindsdien altijd gedaan, maar je vangt daardoor wel veel klappen. Het is een rode lap.”
Fatihya Abdi plaatst, nu ze raadslid is, vrijwel geen privéberichten meer op sociale media. Ze tagt geen vrienden of familieleden. „Op sociale media krijg ik heel veel narigheid binnen. Meestal zijn het geen concrete bedreigingen als ‘ik weet waar je woont’, maar vaak racistische of seksistische berichten waarin ik op mijn identiteit word aangevallen. Die raken me ook het meest. Ik zit ook veel minder op X, omdat die plek echt massale haatreacties uitlokt. Ik probeer mijn politieke boodschap niet aan te passen, maar wel de plek waar ik me uit. Ik doe dat liever door aanwezig te zijn in de buurt.”
Eén keer werd het dreigend. „Ik ging in op het verzoek van iemand die in nood was, een jonge vrouw. Ze had me benaderd via sociale media en vroeg om een afspraak, want ze had hulp nodig. Ik ben erop ingegaan.”
Knop om
Abdi en de vrouw spraken buiten af, het leek eerst op een normaal gesprek. „Er ging een knop in haar hoofd om, en opeens was ik onderdeel van het kwaad. Het werd heel heftig en eng, ik voelde me echt bedreigd. Ik probeerde haar zo kalm mogelijk te maken, haar duidelijk te maken dat ik het gesprek op deze manier niet kon voortzetten. En tegelijkertijd had ik ook wel zorg voor de persoon, want ik zag ook wel dat ze kwetsbaar was. Uiteindelijk ging ze weg. Ik heb daarna meteen twee vriendinnen gebeld en dacht: moet ik aangifte doen? Ik heb er van afgezien, want wat levert dat op? Ik probeerde de situatie te scheiden van mij als persoon, maar het had wel natuurlijk veel impact.”
Insinuaties
Identiteit keert vaak terug in het gesprek. Veel haat en agressie is gericht tegen wie de politici zíjn, niet tegen wat ze doen. Voor Itay Garmy is dat na 7 oktober vorig jaar veel sterker geworden. „Het zijn vaak insinuaties, dingen als: ze hadden je hele familie moeten vergassen. Of: Israël moet van de kaart worden geveegd. Vorige week schreef een Instagram-account met veel volgers dat ik Israël-propaganda verspreid. Daar kreeg ik meteen heel heftige haatreacties op. Wat Fatihya net zei: de schaal is meteen zo griezelig groot. Mijn familie had het ook gezien, ik merk dat het mijn moeder heel erg raakt. Ze vroegen of ze bang moeten zijn. We delen toch dezelfde achternaam. Ik voelde me echt fucked up. Ik dacht: ik zet de stap naar voren, ik geloof in mijn boodschap, maar ik wil niet dat zij er last van hebben.”
Boy Scholtze: „Als ik het ga rationaliseren, dan weet ik dat agressie tegen mij is gericht als burgemeester. Maar voor mijn ouders is dit gewoon gericht tegen hun zoon. Het maakt hun niet uit of die burgemeester is of melkboer. De naaste omgeving van bestuurders, ouders, kinderen, buren, die wordt nog wel eens vergeten. Van de impact op mijn omgeving was ik eigenlijk meer overstuur dan van het incident zelf.”
Deze week plaatste Garmy een bericht op Instagram over 7 oktober, waarin hij opriep naar elkaar te blijven luisteren en oog te houden voor het perspectief van een ander. Anti-Israëlische protesten op die dag kunnen „respectloos, kwetsend en polariserend overkomen”, schreef hij. „Wees geen eikel.” Het bericht leidde tot haatreacties in zijn inbox. „Meestal negeer ik het of blokkeer ik het. Maar één persoon, uit pro-Israëlische hoek, reageerde onder zijn eigen naam, dus ik dacht: ik ga er een keer op antwoorden. Dus ik zei: als je normaal tegen me praat, wil ik best in discussie met je. En toen zei hij: je hebt toch een publieke functie? Dat was een argument om me uit te mogen schelden.”
Krijgen bedreigde politici psychologische of praktische begeleiding? Boy Scholtze: „Ik heb veel veiligheidsmaatregelen moeten nemen. De Rijksoverheid helpt daar sinds 1 januari beter bij. Daarvoor mocht je, bij wijze van spreken, een brievenbus kopen die niet meteen uit elkaar spat, en dan had je het wel gehad. Politiek was bijna een kwestie van eigen risico. En ik heb ook gezegd: ik wil niet dat het onder mijn huid gaat zitten, maar het heeft gewoon diepe indruk gemaakt. Het genootschap van burgemeesters bood toen aan om er met iemand over te praten. Dat heeft mij heel erg geholpen.”
Twijfel
Fatihya Abdi: „Ik zie ook een generatieverschil. De sfeer bij oudere generaties is veel meer: niet over praten en doorgaan. Het hoort erbij. Zeker ook bij de PvdA, een partij met een lange geschiedenis, waar ze al zoveel hebben meegemaakt. Jongere politici als wij hoor ik eerder zeggen: wat een onzin, het hoort er níet bij. We moeten dit niet accepteren.”
Itay Garmy: „Ik merk dat mijn partij, die een stuk jonger is, het moeilijk vindt om hiermee om te gaan. Mijn fractie in Amsterdam steunt me in alles, maar voel me niet per se gesteund door het landelijk bestuur. Als ik ergens aanklop, wordt er echt wel geluisterd. Maar er zitten geen mechanismen in om je hier weerbaar tegen te maken, en je moet niet alles bij slachtoffers neerleggen.”
Garmy begon met het islamitische raadslid Sheher Kahn (Denk) aan een dialoogprogramma, waarmee hij onder meer scholen bezoekt. Garmy: „Van mijn partijbestuur heb ik na 7 oktober één keer een complimenterend berichtje gekregen over wat ik aan het doen was. En daarna heb ik nooit meer iets gehoord. Ze weten niet wat voor implicaties het heeft om je in de publieke zaak te mengen als je deel uitmaakt van een minderheid. Of je nu vrouw bent, zwart of Joods.”
Itay Garmy twijfelt wel eens of hij verder wil in de politiek. „Op dit moment denk ik: ja, ik wil door. Ondanks dat het zoveel hoofdpijn geeft en ik gewoon wat rust wil. Maar ik denk ook: het is ook wel echt nodig om geluiden van nuance te laten horen en me in te zetten voor de stad.”
Boy Scholtze: „Ik ben er juist strijdbaar door geworden. Ik heb veel collega’s gesproken die ook allerlei dingen hebben meegemaakt. Maar ze praten er liever niet over. Ik wil dat blijven doen.”
Fatihya Abdi: „Ik voel een extra verantwoordelijkheid voor de volgende generatie volksvertegenwoordigers. Ik laat me niet zomaar de politiek uitjagen.”