Man met glasharp in tragikomische docu over het zoeken naar erkenning

Rogier Kappers mag zijn bakfiets niet op het podium van een concertzaal zetten, tegen het eind van Glas, mijn onvervulde leven. Hij raakt in paniek. De bakfiets is zijn handelsmerk! Als kijker leef je volledig mee: Hoe kúnnen ze hem dat aandoen?! Gevolgd door de vraag: Waarom raakt dit mij zo? Nogal een prestatie: in anderhalf uur transformeerde deze kleine, creatieve docu je in iemand die weent om bakfietsproblematiek.

In Glas presenteert Rogier Kappers zich als goedbedoelende sufferd, getroffen door een vloek die een groot deel van de mensheid kwelt: hij is bovengemiddeld getalenteerd, maar nét niet genoeg om de top te bereiken. Hij kan klussen, maar geen hele boot bouwen. Hij is muzikaal, maar foutloos Bach spelen?

Daarom is zijn leven is, tot nu toe, een dorre akker waar geen droom of ambitie ooit tot bloei kwam. Zoals de voice-over zegt: hij heeft twee kinderen, een buitenhuisje en twee gitaren, maar het is niet genoeg. Hij is geen rockster geworden. En die oorlog die hij zou verfilmen, was net voorbij toen hij eraan begon.

Toch ziet Kappers groene weides als hij naar de toekomst kijkt. Dit keer zal het lukken. Dit keer wordt hij beroemd. Hoe? Met een variété-act die hem sinds kindszijn fascineert: de zingende glazen. Symfonieën spelen door natte vingers over de rand van glazen water te wrijven. Op een bakfiets dus. Glas volgt een wonderlijke, zevenjarige reis naar de top.

Maar wat Glas zo goed maakt is niet alleen het verhaal, maar de regie, van Kappers zelf. Hij mixt Griekse tragedie met slapstick en een uniek gevoel voor visuele humor. Hij filmt zich vallend tijdens het schaatsen. Oenig starend naar een even oenige koe. En onhandig chattend met vrouwen op een datingsite. Terwijl een commentator Kappers’ verhaal vertelt als een sprookje.

Het wordt zelden flauw, vooral omdat Kappers optimaal gebruik maakt van de bizarre figuren om hem heen. Zoals zijn vader, wier levensmissie het is de wereldliteratuur af te speuren naar één zin die zijn leven perfect omschrijft. Of zijn entertainmentagent, die specialiseert in ‘rare acts’ en alles lachwekkend serieus neemt. Op de beste momenten lijkt Glas een onthulling van het circus dat mensen van hun leven kunnen maken, als ze zoeken naar zingeving of erkenning.

Kappers durft echte pijn te tonen. In een van de beste momenten van de film wordt hij ingehuurd om glazen te draaien in Dubai, tussen twee winkelcentra en een autoweg: in een infrastructurele oksel. Niemand kijkt, en hij speelt en zingt vals. Als hij terugvliegt zegt hij dood te willen. Zijn familie en vrienden troosten hem. Maar ze zijn ook bang dat hij ook dit niet afmaakt, dat ook dit een mislukking wordt.

Niet dus. Kappers heeft twee kinderen, twee gitaren en aan het eind van de documentaire: een glasharp. Maar vindt hij het ooit genoeg?