‘Het is koud in Silivri”, is een veelgemaakte, zwartgallige grap onder Turkse activisten, journalisten en politici die kritisch zijn op de autoritaire koers van president Erdogan. Het is eigenlijk een als grap vermomde waarschuwing: pas op wat je zegt of schrijft. Anders belandt je in de zwaar beveiligde gevangenis in de kustplaats Silivri, berucht vanwege de vele politieke gevangenen die er vastzitten, zoals de Koerdische oppositiepoliticus Selahattin Demirtas en de zakenman en filantroop Osman Kavala.
Maar volgens mensenrechtenactivist Yigit Aksakoglu, die van november 2018 tot juni 2019 in eenzame opsluiting zat in Silivri, is het er helemaal niet koud. „Het is er vaak warm, want er is centrale verwarming”, grinnikte hij afgelopen weekeinde vanachter de kraam van zijn kleine, sociaal gedreven uitgeverij Mahalle op de Stripdagen in Haarlem, waar hij zijn graphic novel Silivri – A User’s Guide for Prison verkocht. „De kou is niet iets waar je je zorgen om hoeft te maken als je je voorbereidt op een verblijf in Silivri.”
‘Silivri’ vangt de verbijstering en vervreemding die Aksakoglu tijdens zijn detentie ervoer. Zijn notities uit de cel zijn voorzien van strakke zwart-wit tekeningen van de jonge, talentvolle Turkse tekenaar Cansin Çaglar. Op luchtige toon geven ze de lezer tips om het leven in de gevangenis een beetje makkelijker te maken. Neem contant geld mee, geen kleding. Blijf in beweging. Koop een waterkoker zodat je eten kunt opwarmen in je cel. Het zijn kleine dingen die houvast geven als je bent onderworpen aan de willekeur van de Turkse rechtspraak.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data132845241-7a03b2.jpg|https://images.nrc.nl/F-SKEoU8BzFITx4Mn1yHm57Y0Ro=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data132845241-7a03b2.jpg|https://images.nrc.nl/IrR60qK_hjNGoobhjz0luWX-13E=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data132845241-7a03b2.jpg)
Beeld uitgeverij Mahalle
„Ik wilde een handleiding maken omdat het erop lijkt dat er steeds meer mensen bijkomen in Silivri”, zegt Aksakoglu. „En dit boek kan hun leven een beetje vergemakkelijken. De rechtsstaat in Turkije is een politiek speeltje geworden. Rechters en aanklagers wachten op een politiek signaal voordat ze vonnis wijzen. Dit is natuurlijk niets nieuws in Turkije. Daar hadden de Koerden en Koerdische politici de afgelopen decennia het meeste last van. En nu zijn zelfs leden van de seculiere elite, die lang de dienst heeft uitgemaakt in Turkije, aan de beurt.”
Aksakoglu werd samen met vijftien anderen opgepakt in verband met de Gezi-protesten in 2013. Wat begon als lokaal verzet tegen de dreigende verwoesting van het Gezipark in Istanbul, waar de autoriteiten een winkelcentrum wilden bouwen, groeide uit tot massale straatprotesten in diverse steden tegen de autoritaire koers van president Erdogan. Aksakoglu werd beschuldigd van een poging de regering omver te werpen door het organiseren en financieren van de protesten. Hij kon levenslang krijgen.
„De aanklagers hadden mijn zaak samengevoegd met die tegen Osman Kavala, de vermeende leider van de Gezi-protesten”, vertelt Aksakoglu. „En ik zou de tweede man achter de protesten zijn, ook al kende ik Kavala niet persoonlijk. Ik wist wel wie hij was, en we bezochten soms ook dezelfde conferenties. Maar ik sprak hem pas voor het eerst tijdens onze hoorzitting in Silivri. De aanklacht tegen hem was evengoed een farce. Hij zou broodjes, klaptafels en gasmaskers hebben verzorgd voor de betogers. Dat maakte hem de ‘leider van de couppoging’.”
De autoriteiten hadden Aksakoglu in het vizier omdat hij een actieve rol speelde in het maatschappelijk middenveld in Turkije. Zo had hij gewerkt voor een afdeling van de Bilgi Universiteit in Istanbul die zich bezighield met het trainen van ngo’s in belangenbehartiging, organisatiebeheer en projectmanagement. Tijdens zijn proces kwam Aksakoglu erachter dat aanhangers van de islamitische geestelijke Fethullah Gülen, die tijdens Erdogans bewind waren opgeklommen binnen politie en justitie, hem hadden gevolgd om een strafdossier op te bouwen.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data132845259-802860.jpg|https://images.nrc.nl/PyGmpEuHJxhYYx9RhVmmtv7GzRU=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data132845259-802860.jpg|https://images.nrc.nl/Yats5u_BEVVjvG7ts7DtZKDJ57E=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data132845259-802860.jpg)
Beeld uitgeverij Mahalle
„Toen de Gülenisten nog bondgenoten van Erdogan waren, hebben ze strafdossiers voorbereid van alle prominente leden van de oppositie”, legt Akakoglu uit. „In 2013 hadden ze mijn telefoon acht maanden afgeluisterd. En ze hadden me op straat gevolgd en foto’s van me gemaakt. Die foto’s zijn nagetekend door Cansin en staan ook in het boek. Ze werden pas tegen me gebruikt na de mislukte staatsgreep in 2016, toen het regime belastend materiaal nodig had om achter politieke tegenstanders aan te gaan. Ze hoefden alleen maar de dossiers van de Gülenisten uit het archief te halen.”
Kwetsbare groepen
Na zijn gevangenschap vluchtte Aksakoglu naar Nederland, waar hij in 2020 asiel kreeg. Nederland lag voor de hand, want hij was in Turkije vertegenwoordiger geweest voor de Bernard van Leer Foundation, een Nederlandse stichting die zich inzet voor het verbeteren van het welzijn van kwetsbare groepen in de samenleving. Maar het leven van een asielzoeker in Nederland valt hem zwaar. „Ik verloor het hele sociale, economische en culturele netwerk dat ik de afgelopen 49 jaar had opgebouwd in Turkije”, zegt Aksakoglu. „Ik kwam hier terecht en werd gereduceerd tot een vluchteling.”
Toen Aksakoglu enigszins vaste grond onder de voeten had in Nederland, kreeg het idee om van zijn ervaringen in Silivri een boek te maken. Maar toen hij zijn aantekeningen teruglas, vond hij ze te saai voor een roman. Een graphic novel leek hem een beter idee. „Dan zou het makkelijker en plezieriger zijn om te lezen.” Hij was altijd een groot bewonderaar geweest van politieke cartoons en graphic novels. Het is een genre met een lange en rijke traditie in Turkije, waar tijdschriften als Penguen, LeMan en Uykusuz te vergelijken zijn met Charlie Hebdo in Frankrijk. „Ik was vooral erg geïnspireerd door de autobiografisch getinte graphic journalism van [de Maltees-Amerikaanse tekenaar] Joe Sacco, die in zijn boeken over Palestina onderzoeksjournalistiek met strips combineerde.”
Maar Aksakoglu had aanvankelijk moeite om mensen te vinden die het boek konden realiseren. Uiteindelijk vond hij enkele tekenaars van Uykusuz, die naar Berlijn waren gevlucht, en die bereid waren om de graphic novel te illustreren. „Berlijn is het centrum geworden voor Turken die hun land zijn ontvlucht”, zegt Aksakoglu. „Via via kwam ik in contact met Cansin. We hebben vervolgens voorbeeldpagina’s naar uitgevers gestuurd. Maar die hadden geen interesse. Gelukkig vond ik uiteindelijk een financier zodat ik het boek zelf kon uitgeven.”
Dubbele standaarden
Als telg van een welgestelde familie uit Izmir, maakte Aksakoglu in Turkije deel uit van de bevoorrechte klasse. Hij had er zelf voor gekozen om politiek actief te zijn. Dit gevoel veranderde nadat hij als kwetsbare migrant in Nederland belandde. „Ik heb het gevoel dat ik hier alleen als vluchteling wordt gezien. En de Nederlandse rechtsstaat is voor vluchtelingen min of meer hetzelfde als de Turkse rechtsstaat in het algemeen. Er zijn zo veel dubbele standaarden. Zo is het voor mijn vrouw, die formeel als expat in Nederland is, een stuk makkelijker om haar Turkse rijbewijs om te zetten in een Nederlandse dan voor mij.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data132845250-646617.jpg|https://images.nrc.nl/JYYsvrIcKPA0KO2A97bZ6m5FfK0=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data132845250-646617.jpg|https://images.nrc.nl/7K9-KEbv35QQFgxWvZINVxg0PQg=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data132845250-646617.jpg)
Beeld uitgeverij Mahalle
Aksakoglu heeft niet zo veel contact met Turkse Nederlanders wier (groot)ouders als gastarbeiders naar Nederland kwamen. Want een groot deel van hen steunt Erdogan nog altijd. „Ik heb het meeste contact met Koerden die hier ook als vluchteling naar toe zijn gekomen”, zegt Aksakoglu. „En ik heb ook nieuwe vrienden gemaakt onder andere asielzoekers. Eerst klikte het tussen ons op politiek vlak, en daarna pas op persoonlijk en menselijk vlak. Net als in Turkije is mijn ervaring dat protesten hier bij uitstek gelegenheden om mensen te ontmoeten die een totaal andere achtergrond hebben maar wel hetzelfde denken. Dat is het mooie van politiek activisme.”
In die geest heeft Aksakoglu de kleine uitgeverij Mahalle opgericht in Den Haag, de stad waar hij een nieuw thuis heeft gevonden. Het is een sociale uitgeverij die zich toelegt op het publiceren van migrantenverhalen in de vorm van een graphic novel. „Met de opbrengst van Silivri wil ik de publicatie van het volgende boek financieren. Misschien ga ik iets doen met de kapiteins van de vluchtelingenboten, die vaak worden neergezet slechte personen omdat ze veel geld zouden verdienen met mensensmokkel.”
