
De Franse president Emmanuel Macron ontvangt om de haverklap staatshoofden, maar woensdag staat er wel een heel bijzondere leider op de stoep van het Élysée: Ahmed al-Sharaa, de interim-president van Syrië. Het is voor het eerst dat de Syrische president een EU-lidstaat bezoekt sinds hij de macht overnam na de val van dictator Bashar al-Assad, afgelopen december. Assads val was het gevolg van een opstand van de destijds door Al-Sharaa geleidde rebellengroep HTS.
Het is een belangrijk bezoek voor de Syrische president, die eerder de leiders van Saoedi-Arabië, Turkije en Qatar ontmoette. Al-Sharaa hoopt dat hij met zijn diplomatieke offensief een eind kan maken aan de westerse sancties die zijn opgelegd aan Syrië toen Assad nog aan de macht was. De Europese Unie is al bezig die sancties voorzichtig af te schalen, de Verenigde Staten zijn terughoudender. Dat terwijl Syrië Amerikaans groen licht nodig heeft om weer het cruciale SWIFT-betaalsysteem te kunnen gebruiken en financiële hulp te kunnen ontvangen.
Ook Parijs vindt het bezoek belangrijk. Een bron in het Élysée stelt dat de ontmoeting moet bijdragen aan een stabiel Syrië. Dat is niet alleen voor Syriërs zelf noodzakelijk, maar voor de hele regio „die extreem overhoop ligt”. Frankrijk wil ook samenwerken met de nieuwe machthebbers in de strijd tegen terreurgroepen als Islamitische Staat. „Dit is ook in het belang van de veiligheid van de Fransen.” En er spelen economische belangen: Franse bedrijven zijn nu al bezig contracten voor honderden miljoenen euro’s te sluiten voor werderopbouwprojecten.
Sektarisch geweld
Het bezoek komt op een gevoelig moment: vorige week kwamen bij sektarisch geweld in en rondom Damascus bijna honderd mensen om het leven. Aanleiding voor de hevige gevechten zou een filmpje zijn geweest waarop een druzische man de profeet Mohammed zou hebben beledigd. Uiteindelijk kwamen 47 leden van een druzische militie om, 28 leden van mogelijk aan de regering gelieerde milities en veertien burgers. Op het geweld reageerde Israël met bombardementen – naar eigen zeggen om de druzen te beschermen – wat ook vier burgerlevens kostte.
Al-Sharaa heeft zich van het geweld tegen de druzen gedistantieerd, zoals hij dat begin maart ook deed toen ruim duizend alawieten – een andere religieuze minderheidsgroep – werden vermoord door milities in de kustregio. Maar er zijn vermoedens dat hij er toch iets mee te maken heeft: de nieuwe president heeft er belang bij als de verschillende milities in het land minder machtig worden.
Het recente geweld zet Macron in een ongemakkelijke positie en zal woensdag besproken worden. De Franse president zal Al-Sharaa op het hart drukken dat er geen „straffeloosheid” mag bestaan en oproepen een commissie in te stellen die verantwoordelijken zal opsporen en bestraffen, aldus de Élysée-bron.
Historische banden
Het bezoek aan Parijs is in lijn met Macrons opstelling sinds de val van Assad: ondanks Al-Sharaa’s verleden als jihadist en de oplevingen van sektarisch geweld, wil de Franse president de nieuwe Syrische leider het voordeel van de twijfel geven. Om dezelfde reden organiseerde Frankrijk half februari een speciale Syrië-top.
Frankrijk was de kolonisator, maar er zijn in die korte tijd ook sterke culturele en emotionele banden opgebouwd
Deze opstelling is niet verrassend, zegt de Frans-Syrische politicoloog Salam Kawakibi, directeur van het Arabische Onderzoekscentrum voor Politicologie (CAREP). „Frankrijk en Syrië delen een complexe, gedeelde geschiedenis, één van Je t’aime, moi non plus”, zegt hij verwijzend naar het chanson over de tegenstrijdigheid van liefde. Frankrijk bestuurde Syrië van 1920 tot 1946 als mandaatgebied; Syrische elites werden in die tijd in Frankrijk opgeleid en een deel van de Syrische infrastructuur is van Franse hand. „Frankrijk was de kolonisator, maar er zijn in die korte tijd ook sterke culturele en emotionele banden opgebouwd.”
In het Élysée wordt bovendien benadrukt dat Frankrijk sinds het begin van de burgeroorlog in 2011 „de aspiraties van het Syrische volk heeft gesteund” door na de revolutie de banden met het regime-Assad te verbreken en honderden miljoenen euro’s aan steun voor het Syrische volk te sturen. Ook vocht Frankrijk mee in de strijd tegen IS. „Deze ontmoeting is een voortzetting van de historische steun van Frankrijk en de president aan het Syrische volk.”
Kritiek
Maar er klinkt ook kritiek. Zo vinden radicaal-rechtse politici het onbegrijpelijk dat Macron een oud-jihadist het Élysée binnenlaat. „Door (…) de erfgenaam van IS en Al-Qaida te verwelkomen in onze hoofdstad, die herhaaldelijk geteisterd is door islamistische barbarij (…), verraadt Emmanuel Macron onze waarden en de nagedachtenis van onze slachtoffers”, schrijft partijvoorzitter Jordan Bardella van het Rassemblement National op X, doelend op de verwoestende terreuraanslagen in 2015. Anderen wijzen erop dat Al-Sharaa nog op de terroristenlijst van de VN staat: hij krijgt een tijdelijke uitzondering om Macron te bezoeken.
De Élysée-bron stelt dat Frankrijk „niet naïef” is en de nieuwe machthebbers in Syrië nauw in de gaten houdt. „Daarom is één van onze belangrijkste punten ook de strijd tegen terrorisme.” Ze stelt dat er een aantal punten is waarmee de Syrische machthebbers de internationale gemeenschap geruststellen, zoals het toelaten van medewerkers van de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW). „Uit een aantal punten kunnen we opmaken dat er met bepaalde verwachtingen rekening wordt gehouden, maar uiteraard blijven we veeleisend.”
Kawakibi noemt het positief dat de Europese autoriteiten Al-Sharaa een kans geven. Wel waarschuwt hij dat Macron en zijn partners moeten oppassen voor een te eurocentrische blik. „Wij Syriërs zijn sinds de jaren zeventig geen burgers geweest, we waren subjecten van een tiran die ons zo klein mogelijk wilde houden, zonder vrije pers, met harde onderdrukking. Wij herontdekken nu wat het betekent om burger te zijn. Je kunt niet van veertig jaar dictatuur in één keer schakelen naar een democratie naar Europees model.”
