Macron en Rutte groeien naar elkaar toe door geopolitieke verschuivingen én een persoonlijke klik

Analyse

Internationale betrekkingen De Franse president Emmanuel Macron komt maandagavond in Den Haag op bezoek bij premier Mark Rutte. Hij hoopt vooral op Ruttes steun voor een Europees weerwoord op Bidens protectionistische groene industriebeleid.

Premier Mark Rutte en de Franse president Emmanuel Macron op een bijeenkomst van de staatshoofden en regeringsleiders van de Europese Unie in Versailles, maart 2022.
Premier Mark Rutte en de Franse president Emmanuel Macron op een bijeenkomst van de staatshoofden en regeringsleiders van de Europese Unie in Versailles, maart 2022.

Foto Eric Lalmand/Belga

„Echt heel goede vrienden.” Zo omschreef premier Mark Rutte afgelopen maart zijn relatie met de Franse president Emmanuel Macron bij een regeringsbezoek aan Parijs. „Kijk, ik had ook een goede relatie met [oud-presidenten] Sarkozy en Hollande, maar met Macron is het echt van de grond gekomen”, zei Rutte glunderend tijdens een persmoment op de universiteit Sciences Po.

Die „goede vriendschap” zal maandagavond verder worden verstevigd, tijdens een bezoek van Macron aan Den Haag. De Franse president komt in aanloop naar de extra Europese Raad, op 9 en 10 februari, langs om Rutte te spreken over de oorlog in Oekraïne, migratie en de Europese economie. Achteraf dineren ze samen in een restaurant naar Ruttes keuze, zoals Macron hem in Parijs meenam naar het chique restaurant La Rotonde.

De ontmoeting van maandag is een volgende stap in de „versterking en verdieping van de bilaterale banden” die de landen zich in het najaar van 2021 formeel hebben voorgenomen. Sindsdien kwamen zware regeringsdelegaties van beide landen samen voor een werklunch in het Élysée, bezocht minister Wopke Hoekstra (Buitenlandse Zaken, CDA) meermaals de Franse hoofdstad voor ontmoetingen met zijn Franse tegenhanger en wordt er ook op ambtelijk niveau nauwer samengewerkt tussen beide landen. Afgelopen vrijdag nog ontmoette Hoekstra de Franse minister van Buitenlandse Zaken Catherine Colonna bij een bezoek in Roemenië, waar Frankrijk een NAVO-troepenmacht leidt waaraan Nederland deelneemt.

Brexit en Trump

In gesprek met NRC in Parijs omschreef Hoekstra de contacten tussen Frankrijk en Nederland vorig jaar als „heel goed en zeer intensief”. „Het is van een heel ander niveau dan tien, twintig jaar geleden.” Ook op de Nederlandse ambassade in Parijs ziet men een verschil: waar Franse diplomaten Nederland een aantal jaar geleden nog verwarden met Scandinavische landen, is er het inmiddels een „komen en gaan” van Franse delegaties die willen overleggen met hun Nederlandse collega’s.

Volgens Hoekstra heeft deze ontwikkeling vooral te maken met de Brexit. „Met het vertrek van de Britten kwam de realisatie in beide landen: we’re here to stay en we hebben elkaar nodig”, aldus Hoekstra. De verkiezing van de onberekenbare president Donald Trump in de Verenigde Staten, in 2016, speelt volgens analisten ook mee bij de toenadering tussen Frankrijk en Nederland. „Door de combinatie van de Brexit en Trump is de Nederlandse focus verschoven van het Verenigd Koninkrijk en de VS naar het vasteland”, zegt bijvoorbeeld Sébastien Maillard, directeur van het Institut Jacques Delors in Parijs, aan de telefoon. „En Frankrijk heeft de Nederlandse toenadering van harte verwelkomd.”

Het helpt ook dat de huidige Franse en Nederlandse regeringen politiek gezien veel overlap hebben. Met de liberale Macron is het volgens Hoekstra goed samenwerken, omdat ook hij „nadrukkelijk kijkt naar de positieve elementen van de vrije markt en zeer begaan is met de rule of law”. De afgelopen jaren is Nederland ook meer naar het geopolitieke zwaargewicht Frankrijk toegebogen omdat het volgens Hoekstra heeft „bijgeleerd over geopolitiek en de dreigingen van buiten Europa waar we mee te dealen hebben”.

Met het vertrek van de Britten kwam de realisatie in beide landen: we hebben elkaar nodig

Dat ziet ook analist Marie Krpata van het Institut français des relations internationales. „De huidige geopolitieke context maakt Nederland minder naïef – in de ogen van Macron”, vertelt zij aan de telefoon vanuit Parijs. Zeker sinds de oorlog in Oekraïne schaart Nederland zich achter Macrons uitgesproken wens om de Europese Unie onafhankelijker te maken van grootmachten als de Verenigde Staten, Rusland en China op het gebied van onder meer defensie, energie en cyberveiligheid. Ook als het gaat om immigratie en klimaat, is er overlap tussen het beleid van Macron en de kabinetten-Rutte.

Over onderwerpen waarop de landen van mening verschillen – van coronasteunpakketten en het gasprijsplafond tot pulsvisserij en landbouwbeleid – wordt publiekelijk minder gesproken. Dat Nederland in Brussel liever de hand op de knip houdt en EU-subsidies wil verbinden aan verplichtingen, terwijl Frankrijk zich guller toont onder het mom van Europese solidariteit, blijft een gevoelig verschil van inzicht.

Desalniettemin wordt Ruttes vriendschap met enthousiasme beantwoord door Macron. Bij een persconferentie na de Frans-Nederlandse regeringsconsultaties in Parijs noemde die de Nederlandse premier „zijn vriend” en zei hij „onze eerste ontmoeting nog als de dag van gisteren te herinneren”. Binnen de Europese Raad behoren Rutte en Macron inmiddels tot de senioren.

De Franse president Emmanuel Macron en de Spaanse premier Pedro Sánchez bij de start van de bilaterale top tussen Spanje en Frankrijk in het Nationaal Kunstmuseum van Catalonië in Barcelona, ​​Spanje, 19 januari 2023.
Foto Alberto Estevez/EPA

Sánchez en Scholz

Nederland is echter niet het enige land waarmee de Franse president de banden aanhaalt. Nog geen twee weken geleden ondertekenden Macron en de Spaanse premier Pedro Sánchez een „vriendschapsverklaring”, waarin zij beloven meer samen te zullen werken op het gebied van migratie, defensie, energie en jeugdbeleid. In 2021 deed Macron hetzelfde met Italië. Deze „zeer symbolische” verklaringen heeft Frankrijk alleen met deze twee landen en Duitsland. En dus (nog) niet met Nederland.

Duitsland speelt op de achtergrond bij het aanhalen van de banden met Nederland en Spanje een bijzondere rol, zeggen analisten. Frankrijk vreest dat Duitsland wegbeweegt van de voorheen zo hechte Frans-Duitse as. De Duitse bondskanselier Olaf Scholz besprak zijn visie op Europa niet toevallig in een lezing in Praag. Hij zei: „Europa beweegt oostwaarts.” In Parijs verstonden ze: Duitsland ligt in het midden van Europa, en de rest – ook Frankrijk – is periferie.


Lees ook: Wat is er nog over van de Frans-Duitse samenwerking?

„De Franse angst hiervoor bestaat al sinds de Duitse regering in 1999 van Bonn naar Berlijn verhuisde”, zegt analist Marie Krpata. „Natuurlijk is Frankrijk nu op zoek naar alternatieve bondgenoten, zoals Nederland.”

Volgens Krpata wordt de marginalisatie van Frankrijk versneld door de oorlog in Oekraïne, die Oost-Europese landen assertiever maakt. „Frankrijk heeft, net als Duitsland overigens, te lang met Rusland gepraat en te lang gewacht met militaire steun aan Kiev. Nu moeten Frankrijk en Duitsland geloofwaardigheid terugwinnen op het Europese toneel.” Dat verklaart ten dele Macrons hyperactieve buitenlandse politiek.

Rutte en subsidies

De belangrijkste reden voor Macron om Rutte nu op te zoeken is de Amerikaanse Inflation Reduction Act, zegt analist Sébastien Maillard. De IRA bevat een enorm pakket subsidies voor vergroening van de Amerikaanse industrie, waardoor Amerikaanse elektrische auto’s bijvoorbeeld veel goedkoper te produceren zijn dan Europese. Macron dreigt met een „agressieve” protectionistische Europese aanpak, en zal in Den Haag proberen zeker te stellen dat Nederland op de EU-top in februari niet dwars gaat liggen, zegt Maillard. „Want Nederland is met zijn open economie traditioneel veel liberaler dan Frankijk. Nederland houdt niet van de Europese subsidies waar Frankrijk op zint.”


Lees ook: Macron komt op staatsbezoek in de VS om korting vragen

Nederland beweegt echter ook op dit punt meer richting Parijs, denkt Krpata. Volgens haar zien Europese regeringsleiders in de IRA van de Amerikaanse president Joe Biden een voortzetting van het America First-beleid van diens beruchte voorganger Trump. „Ook Nederland begrijpt nu dat Europa zich assertiever moet opstellen tussen China en de VS en dat dat niet op nationaal niveau kan, maar werk is voor de EU.”

Maandagavond blijkt bij de persconferentie na het bilaterale overleg welke concrete resultaten de Frans-Nederlandse vriendschap oplevert. Dat is moeilijk te voorspellen, aldus Krpata. „Ik kan me goed voorstellen dat ze een paar innovatieve energieprojecten zullen aankondigen. Maar we zullen nog geen antwoord krijgen op de vraag of we een handelsoorlog krijgen met de VS of niet.”