Martin Scorsese gaat niet meer naar de bioscoop. Het is een zin die ik alleen verwachtte als eufemisme te lezen, aan het begin van een necrologie. Maar Rolling Stone-criticus Peter Travers schreef op zijn blog dat de 82-jarige regisseur de bioscoop mijdt wegens filmgangers die „telefoneren”, „vaten vol frisdrank” halen en luid praten. En dat is meer dan geknor over de jeugd van tegenwoordig; het afgelopen jaar wordt er in de filmwereld veel gediscussieerd over bioscoopetiquette.
Bioscoopgedrag is veranderd – 20 procent van de tieners gebruikt zijn telefoon in de bioscoop, bleek dit jaar uit onderzoek van de University of Southern California. Daarnaast merken journalisten en filmgangers meer disruptief gedrag dan ooit. Voornamelijk bij de films die een groot publiek trekken dat niet vaak naar de bioscoop gaat. Tijdens vertoningen van Barbie werden vechtpartijen gefilmd. Tijdens Deadpool vs. Wolverine filmden bezoekers zichzelf en het scherm massaal. Bij Wicked filmden musicalfans zichzelf terwijl ze het eindlied meejankten. En drie maanden geleden veranderde A Minecraft Movie filmzalen, ook in Nederland, in pandemonia. Filmgangers schreeuwden dialogen uit de film mee en sprongen elkaar joelend op de rug bij het moment waarop een monster een kip berijdt (met lange ij, ja).
„Er is iets veranderd in het gedrag van filmgangers na de pandemie”, zei een anonieme filmbons tegen Variety. Het argument: de lockdowns maakte iedereen slaafs aan streamingdiensten. Films raakten daardoor Pavlovisch verbonden aan huiskamergedrag: kletsen, doomscrollen, TikTokken. The Guardian schreef dat de regels van „cinema-etiquette” zijn „vergeten”. Er is echter meer aan de hand dan verdere slijtage van het goede fatsoen. Het is een cultuurverandering, gedreven door het internet, maar ook door filmmakers zelf.
Na de pandemie ging een nieuwe generatie voor het eerst zelfstandig naar de bioscoop – een generatie die is opgegroeid in een internetwereld die fundamenteel anders omgaat met vermaak. Online ‘content’ en ‘memes’ zijn bedoeld om te kopiëren en te delen, meestal met een eigen toevoeging – hoe meer dat gebeurt, hoe populairder het is. Films overlappen steeds meer met online content omdat filmstudio’s inhaken op internetgrappen en influencertrends om hun films te verkopen. Zo deelde filmster Ryan Reynolds veelvuldig online filmpjes van bioscoopvertoningen van Deadpool. Wicked, Madame Web en Morbius maakten internetgrappen een groot deel van de marketingcampagne – als grapjes over de histrionische interviews van Ariana Grande en Cynthia Erivo ‘viraal’ gingen, was dat ook promotie voor de film. En Minecraft is het toppunt van meme-markerting; minder een film dan een kapstok voor zoveel mogelijk internetgrappen. De film praat met het internet – en de zaal praat terug.
Het is verleidelijk dit culturele erosie te noemen: een hand karamelpopcorn in je nek als Einde der Fatsoen. Maar misschien is het dus culturele verandering. TimeOut schrijft dat interactie ook wenselijk kan zijn: in Bollywood is het gebruikelijk dat filmgangers joelen of meedansen. Een aantal van mijn leukste bioscoopervaringen was singalongs of wilde vertoningen van cultfilms.
Bioscoopcijfers zijn nog steeds niet op het niveau van vóór de pandemie. Meme-films vullen tenminste zalen. En wie, als Scorsese, in stilte van filmkunst wil genieten: bij de matinee van Tardes de Soledad in het filmhuis gooien bezoekers heus niet met kokosmakronen en muntbladeren. Nog niet.
