Lucy Dacus, zangeres van Boygenius: ‘Liedjes over liefde zijn tegenwoordig alleen nog ironisch of sassy. Alsof eerlijk zijn te naakt voelt. Dom hè?’

Ze schaamt zich bij voorbaat dood, als Lucy Dacus (Virginia, 1995) zich voorstelt hoe het is om de teksten van haar nieuwe album hardop te moeten voorlezen. Ze legt het bestek neer, kijkt geschrokken op van haar eggs benedict en lijkt te willen verdwijnen in de enorme bank in de Amsterdamse hotelsuite. Lang belemmerde ongemak haar bij ongeveer het meest voor de hand liggende wat er voor een zanger is: liedjes schrijven over de liefde. En dat terwijl ze al haar hele succesvolle carrière open is over onderwerpen die juist voor anderen ongemakkelijk zijn. Haar soloalbums worden steevast overladen met goede kritieken en met haar gelegenheidsgroep Boygenius overrompelde ze een paar jaar terug de popwereld, stond ze zoenend met bandgenoten op enorme podia, won meerdere Grammy’s en nam nooit een politiek blad voor de mond. Maar zingen over romantiek? Nee hoor, nee. Dat was lang een brug te ver.

Dacus doet een handvol kleine shows, nog voordat haar plaat Forever is a Feeling uitkomt. Goed om de nieuwe liedjes in de vingers te krijgen, om de hype voor een grotere tour deze zomer op te kloppen en wat pers te spreken. Begin maart stond ze in de Amsterdamse Vondelkerk, waar een kleine groep fans via een loterij kaarten voor kon krijgen. Goed gekozen die locatie, omdat ze op haar vorige album zong over als biseksueel meisje op te groeien in een christelijke omgeving. Maar ook omdat ze zelf een kunsthistorische rode draad in haar nieuwe plaat ziet en de Vondelkerk ontworpen is door Pierre Cuypers, een paar jaar voor hij het Rijksmuseum ontwierp.

„Het nummer ‘Modigliani’ is genoemd naar een van mijn favoriete kunstenaars”, legt Dacus uit. De albumhoes wordt gesierd door een portret in olieverf. In de video van de eerste single speelt ze een personage dat ontsnapt uit een schilderij. Maar nog belangrijker vindt ze hoe de ambiance van musea bepalend is voor haar nieuwe werk. „Ik schrijf veel in musea. Door de sfeer daar gaat mijn eigen tempo naar beneden. Ik kan er rustig in mijzelf neuriën. En ik vind er altijd inspiratie.” In schilderijen, romans, altijd zoeken naar nieuwe ideeën. Ook in gesprekken. Als het tijdens het interview gaat over een boek dat een relatie legt tussen het concept romantische liefde en de opkomst van de boekdrukkunst, lijkt ze het nieuwe album te laten voor wat het is en dieper in verschillende definities en vormen van liefde te duiken. Maar telkens komt Dacus weer bij zichzelf uit, alsof ze net op tijd door heeft dat ze wegdrijft van het belangrijkste onderwerp.

Het probleem van ironie

„Eerlijkheid is een spier die je kan trainen”, peinst Dacus over waarom ze nu dan toch een onmiskenbaar romantische plaat gemaakt heeft. Dat neemt ze ook buiten haar muziek vrij letterlijk. Zo sprak ze in interviews open over hoe ze van huis uit een negatieve opvatting over abortus meekreeg. Dat ging zo ver, dat haar moeder haar met een protestbord naar de wachtkamer van klinieken wilde sturen. Als geadopteerd kind zou de piepjonge Dacus daar veel impact hebben, was het idee erachter. Ze draait niet om de schaamte over haar oude opvattingen heen, gebruikt haar podium tegenwoordig juist om aandacht en geld te werven voor pro choise organisaties.

Ook als het gaat om liefde vindt Dacus dat ze die eerlijkheid moet tonen. Omdat ze het zo weinig om zich heen hoort, in de muziek van vandaag. „Kijk naar een zangeres als Whitney Houston, die zong er nog met een groot open hart over. De laatste jaren lijkt alles ironisch gebracht te moeten worden. Of sassy. Alsof eerlijk zijn te naakt voelt. Blijkbaar is de angst voor het ongemak zo groot dat mensen niet eens meer durven te zeggen dat ze van elkaar houden.” Ze laat even een stilte vallen, gaat wat rechterop zitten met beide handen onder haar benen. „Zo dom, hè?”

Het liefst zou ik willen dat iedereen alles meezingt en mij daarna totaal vergeet

Die eerlijkheid zorgt ook dat Dacus geregeld na het schrijven van een nieuw liedje ontdekt hoe ze ergens over denkt. „Soms schrijf ik iets waardoor ik opeens mijn leven moet aanpassen. Denk ik dit echt? Neem ‘Limerence’. Daar zit deze regel in: ‘I want what we have. A beautiful life. But the stillness. The stillness might eat me alive.’ Daaaaang, dacht ik toen ik het teruglas. Denk ik dit echt? Ik had een prachtig leven, maar het kon niet het mijne zijn. Vanaf dat moment begon ik mijn toenmalige relatie te beëindigen.”

Het album benadert liefde vanuit nogal wat invalshoeken. Het zit nog altijd tussen rock en folk in, maar er klinken nu weelderige strijkers en veel gedetailleerdere arrangementen dan in haar eerdere werk. En veel belangrijker nog dan de break-ups of de diepe liefde voor vriendin en Boygenius bandgenoot Phoebe Bridgers die ze bezingt, is de liefde voor die andere bandgenoot: door het hele album klinken kruimels over een relatie met Julien Baker, iets waar al lang geruchten over gaan. Al is, zoals altijd in de wereld van fans, de grens tussen gerucht en wensdenken dun.

Lucy Dacus: „Daaaaang, dacht ik toen ik het teruglas. Denk ik dit echt?”
Foto Merlijn Doomernik

Eerlijkheid als wapen

Op het pijnlijk mooie openingsnummer ‘Big Deal’ zingt Dacus hoe zij zichzelf als gast voorstelde op de bruiloft van een onbereikbare liefde, lees Baker. Ze zou niet zichzelf bij het altaar inbeelden, maar Baker grootmoedig het allerbeste gunnen. Waar en ongeloofwaardig tegelijkertijd. Maar langzaam sijpelt er meer door. In de laatste minuten van het album wordt in ‘Most Wanted Man’ de deken helemaal weggetrokken. Het gaat over muggenbeten op dijen, een seksuele knipoog naar watermeloen die van een kin druipt, hoe het moeilijk voor te stellen is dat ze nu eindelijk de meest gezochte persoon van heel Tennessee heeft weten te vangen. Ja, Julien komt uit Tennessee, vertelt Dacus in Amsterdam, terwijl ze duidelijk haar eerlijkheidsspier traint en haar gezicht in de plooi houdt. „Dat nummer gaat over haar. Net als veel andere nieuwe nummers.”

Dacus’ eerlijkheid is ook een wapen tegen fans en media die altijd willen speculeren. Ze moet nog steeds wennen aan hoe ze door het ongelooflijke succes met Boygenius opeens een bekendheid geworden is. „Het liefst zou ik willen dat vanavond bij het concert iedereen alles meezingt, wild enthousiast. En als het publiek na het concert de deur uit loopt, iedereen mij totaal vergeet”, verzucht Lucy Dacus. De ingelote fans die al lang voordat de deuren opengaan voor de Vondelkerk zitten, zingen later die avond inderdaad mee, zijn muisstil als het moet, wild enthousiast als het kan. Maar ze zijn Dacus zeker niet vergeten als ze de kerk uit gaan.

Het album Forever is a Feeling komt op 28 maart uit. Op 14 juni speelt ze op het Best Kept Secret Festival, op 16 en 17 juni speelt ze in Paradiso.