Lorde wil zich volledig tonen: rauw, ongesluierd en eerlijk – de nieuwste teksten van Sef komen als poëzie

Lorde toont zich volledig: rauw en ongesluierd

Een röntgenfoto van het bekken, met bovenin de gesp van een riem, links en rechts de klinknagels van een spijkerbroek, een rits die naar beneden loopt en, rondzwevend in het klinische blauw, een spiraaltje. De coverfoto van het album Virgin is ‘volledig transparant’ – even letterlijk als figuurlijk. Lorde (28) wil zich volledig tonen: rauw, ongesluierd en eerlijk. Het is een hyperpersoonlijke blik vol feministische symboliek waarmee de zangeres een krachtig statement maakt: geen schuilen, geen filters, gewoon zij – vanbinnen en vanbuiten.

Cool, eigenzinnig en ongrijpbaar was Ella Yelich-O’Connor, oftewel Lorde uit het strandplaatsje Takapuna, Nieuw-Zeeland, al op haar zestiende, toen ze debuut Pure Heroine (2013) afleverde. Overrompelend was toen de uitgeklede, elektronische sound vol eigenaardige geluidjes. Zo ook opvolger Melodrama (2017): dwingend, edgy en fris. Donkere gevoelens heel sterk bezingen, heel inspirerend voor zelfbewuste popvrouwen als Billie Eilish net ná haar.

Het ingetogen, van zon doordrenkt gitaaralbum Solar Power (2021) stond daar haaks op. Er waren – misschien wel met opzet – geen hits. Lorde schudde het altijd door haar verfoeide, snel in de schoot geworpen glamourleven af en leidde een teruggetrokken, eco-bewust leven. De ogen van het zonnekind, zoals ze zich toen presenteerde, stonden dof om de verontrustende klimaatveranderingen.

Maar dat veranderde. Ze verruilde haar rustige bestaan in de Nieuw-Zeelandse natuur toch voor het onrustige stadsgewoel van New York. Daar leeft Lorde een hongerig naar ervaringen jagend twintigersleven, even avontuurlijk als chaotisch, even onbezonnen als zoekend naar zingeving, lust, liefde. Als we de sterk opzwepende synthpop dancetrack ‘What Was That’, haar eerste single in lange tijd, mogen geloven gaat dat van MDMA slikken en dansen in de New Yorkse nachtclub Baby’s All Right tot de rauwe nasleep van een relatiebreuk, toen verdriet haar meetrok in zijn draaikolk.

In al zijn rauwheid draait Virgin van Lorde om bevrijding. Ze kwam zichzelf behoorlijk tegen. Dat een verbroken relatie zakken gevoel voor kwetsbare liedjes oplevert, weten we al een dikke eeuw. Maar voor Lorde was er in deze jaren uit de schijnwerpers ook het doorstaan van een eetstoornis (‘Broken Glass’). En er spelen genderthema’s, die verwarren. In het jachtige openingsnummer ‘Hammer’ zingt ze „Some days I’m a woman. Some days I’m a man. I might have been born again.” In de video van powerballad ‘Man of the year’, wat een nummer, plakt ze haar borsten af. Ze voelt zich nu meer op haar gemak bij fluïde expressie.

Lorde’s plaat is persoonlijk en gedurfd. Met in het oor kruipend melodieuze, therapeutische electropop vol stekelige synths, dancerave extatische uitspattingen en bewerkte, dramatische vocalen gooit ze met hulp van producers als Jim-E Stack en Dan Nigro alles van zich af. Die emotionele directheid komt over en sluit haar weer aan, al kan ze zweverig zijn en is niet alles even sterk. De korte duur van Virgin (34 minuten, 11 nummers) blijft verbazen. Maar uitzonderlijk is hoe Lorde de schoonheid van een soms zo verlammend en rommelig eind-twintigersleven vangt én in alle intensheid weet te normaliseren.


Sef brengt poëtische teksten op steengoede muziek

Volgens de Duitse dichter Rainer Maria Rilke kan goede poëzie alleen maar voortkomen uit ervaringen die herinneringen worden, die vergeten raken en weer terugkeren in taal. Zo klinkt Lieve Monsters, het nieuwe album van Yousef Gnaoui, alias Sef. Op Lieve Monsters lijkt Sef, die vrijwel alle muziek zelf schreef en produceerde, te zijn geland – de vergeten ervaringen van lollige muziek (‘De Leven’, ‘Broodje Bakpao’) en zwaardere muziek (IJSLAND) hebben vorm gekregen en zijn teruggekomen als poëzie. Of beter, als steengoede muziek.

Het album is een spekkoek, met evenveel dom-slimme woordspelletjes als gelaagde teksten („Ruimte is rijkdom/ en rijkdom is keuze/ en keuze is vrijheid/ en vrijheid is een kooi”). Er zit evenveel lucht in als dat er druk op staat. Want al is het einde van de wereld nog steeds een terugkerend thema, als het aan Sef ligt gaat hij dansend ten onder. En dat doet hij niet alleen.

Zo is ‘Bang’ een gesampelde bewerking van ‘Voor Alles’, het nummer dat Wende schreef op de kort voor zijn dood geschreven tekst van Joost Zwagerman. De opzwepende beat botst keihard met de melancholieke duisternis van de originele tekst, maar werkt juist daardoor goed. Openingstrack ‘Pacifist’ bevat een ontroerende sample van Sefs jonge zoon Aziz Gnaoui die onbezorgd zingt.

Het tekstueel sterke ‘Ruimte/Tijd’ heeft een prachtig, klein, meanderend intermezzo van Joep Beving, dat gekruid is met een opzwepende sample van Bob Marley, over actie ondernemen tegen het systeem. „Life is not pressure/ the system is pressure”, klinkt het echoënd, voor er opeens een verwrongen junglebeat aanspringt die doet denken aan de woeste muziek van de Britse dj Blawan. „Kijk verlies je je gezicht/ en is dat je enige bezit/ dan gaat alles in de fik.”

Die intensiteit loopt door in ‘h-e-l-p’, dat begint op een manier die doet denken aan Nelly Furtado’s ‘I’m Like a Bird’, maar het is ‘Porcelain’ van Moby. Al is het maar omdat ‘h-e-l-p’ niet de vrije, maar de paniekvogel bezingt: „H-E-L-P-M-I-J, A-U-fucking-B”. De track lijkt tegen het eind bijna te verzinken in apathie, maar dan stopt het nummer abrupt en knalt de ongemakkelijke, opgejaagde beat van het volgende hoogtepunt ‘ok computer’ erin. Een snelle jungledrum en teksten als: „Een duivel met vleugels, een engel met hoorns/ in zoveel lawaai zijn ze moeilijk te horen/ weet niet precies welke schouder er nu aan het woord is.” Klinkt bizar, maar dat moet kunst af en toe zijn.

Waar Sef op eerdere albums soms misschien iets te graag duidelijk wilde maken dat hij iets te zeggen had, zijn de teksten op Lieve Monsters subtieler en effectiever. Dat werkt omdat het nu de muziek is die telkens weer nieuwe hoeken om slingert, met nieuwe genres en andere gevoelens. En als achter die hoek onverhoopt toch het einde van de wereld blijkt te schuilen, kunnen we maar beter dansen.

Klassiek
Alex Paxton
Delicious

Muziek die klinkt ‘alsof je in een aardbei bijt’ wil de Britse componist Alex Paxton maken. Zijn nieuwe album Delicious, met een bonte verzameling ensemblestukken, is héél veel aardbei, plus een pak suiker: vrolijk, catchy, maf, melodieus, hyper. Alles kan in deze cartooneske, voorspelbaar onvoorspelbare, soms ook dodelijk vermoeiende muziek. (Joep Stapel)

KLassiek
Hainbach & Ensemble Modern Primer

Totaal andere koek is de meeslepende elektro-akoestische trip Primer van de Berlijnse componist-producer Hainbach en de nieuwemuziekspecialisten van Ensemble Modern. Ze knipten en mixten een gezamenlijk liveconcert tot een schemerduistere studiocollage, waarin noise, soundscapes, subtiele tinkelmuziek en grauwe lyriek elkaar versterken. Hoogtepunt is het titelstuk, met industriële sleepbeat en trompetsolo. (JS)

Rock
Hotline TNT Raspberry Moon

Missie volbracht: op hun derde album weet Hotline TNT het genre shoegaze op te tillen tot ehm, … popgaze? In plaats van naar hun schoenpunten staart het Amerikaanse vijftal met opgeheven hoofd naar de zonnige horizon. Fuzzy gitaren zijn gebleven, maar de oorwurmen in riffs en melodieën van zanger-gitarist Will Anderson zijn onweerstaanbaar optimistisch. (Frank Provoost)

Latin
Adrian Quesada Boleros Psicodélicos II

Texaan Adrian Quesada is vooral bekend als helft van duo Black Pumas. Solo duikt hij diep in psychedelische latinballads, romantische, meeslepende songs die net zo goed op de achter- als voorgrond werken. Deel één was een groot succes, deel twee zal dat ongetwijfeld evenaren, met opnieuw sterke gastbijdragen van iLe, Angélica Garcia en de geweldige stem van de Cubaanse Daymé Arocena. (Peter van der Ploeg)

Metalcore
Turian Blood Quantum Blues

Zangeres Vern Metztli-Moon van metalcoreband Turian uit Seattle heeft iets om kwaad over te zijn: ze is Yaqui, een Mexicaanse bevolkingsgroep die door de Spanjaarden werd onderworpen, gedeporteerd en uitgemoord. In Turian gromt en gilt ze het verhaal van zich af met spijkerharde gitaarrifs en elektronische passages. Zoals in ‘Chemical Bath’, dat klinkt alsof Converge en Fear Factory samengaan. Unieke sound, die hard aankomt. (PvdP)