Acht minuten staande ovatie kreeg de Iraanse dissident Jafar Panahi dinsdag, het record dit jaar – zelfs in Cannes lijkt het besef door te dringen dat 22 minuten applaus (Pan’s Labyrinth, 2006) wat excessief is. Als iemand zo’n staande ovatie verdient dan is het Panahi, een martelaar voor de cinema.
Jafar Panahi werd in 2010 gearresteerd vanwege zijn engagement met de Groene Beweging, de toenmalige protestgolf tegen de Iraanse theocratie. Hij werd veroordeeld tot zes jaar celstraf en een twintigjarig filmverbod wegens ‘propaganda tegen het systeem’. Die celstraf liet het regime boven zijn hoofd bungelen tot hij in juli 2022 alsnog in de Evin-gevangenis werd opgesloten. Eind 2023 kwam Panahi weer vrij, na een hongerstaking.
De veel gelauwerde Panahi bleef na 2011 illegaal filmen: met zijn iPhone (This is not a Film, 2011) of in een auto (Taxi, 2015). Ook die films werden onder westerse filmprijzen bedolven, niet alleen uit sympathie, ook omdat ze gewoon verdomd goed zijn. Dinsdag vergeleek de geroerde Jafar Panahi in Cannes’ Theater Lumière zijn huidige verblijf in Cannes met zijn vrijlating in 2023, toen familie en vrienden hem voor de gevangenispoort opwachtten. „Ik keerde me om en zag die hele hoge muur waarachter al die andere vrienden nog steeds gevangen zaten. Ik vroeg me af: hoe kan ik gelukkig en werkelijk vrij zijn als zij daar nog steeds zijn opgesloten? Vandaag ben ik bij u en geniet uw sympathie, maar hoe kan ik echt blij zijn?”
Heel Iran is een gevangenis, wil Panahi maar zeggen: hij vliegt terug naar Teheran en kiest niet voor ballingschap, zoals mede-dissident en regisseur Mohammad Rasoulof, die naar Duitsland wist te vluchten – Panahi belandde in 2022 in de cel toen hij naar Rasoulofs arrestatie informeerde.
Welk welkomstcomité Panahi in Teheran staat te wachten, is een andere vraag. Enerzijds bakt het Iraanse regime na de bloedige onderdrukking van het recente straatprotest over hoofddoekjes nu zoete broodjes, in het besef dat de interne impopulariteit en een verkruimelde machtspositie in het Midden-Oosten een fatale combinatie kan zijn. Daarom mocht Panahi vermoedelijk ook naar Cannes. Maar tolereert het regime een illegaal geschoten film waarin vrouwen geen hijab dragen en de schurk een religieuze fanaticus in dienst van het regime is?
Lees ook
Iraanse filmmakers zijn meesters in verhulling
Zwaan-kleef-aan met folteraar
In Panahi’s It’s Just an Accident meent automonteur en voormalig politiek gevangene Vahid zijn folteraar Eqbal te herkennen aan zijn piepende kunstbeen. Hij slaat hem neer, knevelt hem, maar is hij het werkelijk? Indertijd was hij geblinddoekt. In plaats van de man levend in de woestijn te begraven verzamelt hij andere slachtoffers in een soort zwaan-kleef-aan in zijn witte busje om hem te identificeren. Er volgt een soms komische morele vertelling met een bittere ontknoping: humanisten trekken meestal aan het kortste eind.
Het is een bekend gegeven: slachtoffers die al dan niet terecht denken een oude folteraar – en verkrachter – te herkennen; zie onlangs de Franse thriller Ghost Trail. Panahi zegt in The Guardian, in zijn enige, formeel eveneens verboden interview in vijftien jaar, dat het idee voor zijn film al ontstond bij een eerste verblijf in de Evin-gevangenis, waar hij soms negen uur lang werd ondervraagd door een man die achter hem zat. Aan de hand van diens stem speculeerde hij over diens karakter. It’s just an Accident is opnieuw een Panahi-film die in de prijzen kan vallen, zoals het voortreffelijke No Bears dat in 2022 de Speciale Juryprijs won in Venetië. Daarin speelde Panahi min of meer zichzelf als dissidente regisseur die over de Turkse grens kan stappen als hij dat wil – het regime zou dat wellicht een hele opluchting vinden. Maar zo gemakkelijk komen ze niet van hem af.
