Livine Njengoue uit Kameroen krijgt een graf in Polen

Reportage

Migranten in Polen Terwijl de Poolse autoriteiten migranten terugsturen naar Wit-Rusland, trekken dorpsbewoners het oerbos in om ze te helpen. Het aantal migranten neemt niet af door het nieuw gebouwde grenshek, maar het aantal gewonden en doden neemt toe.

De vader van Livine spreekt over zijn omgekomen dochter.
De vader van Livine spreekt over zijn omgekomen dochter. Foto Filip Zverina

Terwijl ze naar de kist tuurt waarin haar dochter ligt, strijkt een hand zachtjes over haar schouder. Ze is stil, zit roerloos en kijkt met een blik vol ongeloof naar het kruis bovenop de houten kist. Gekleed in een feloranje jurk, rode hakken en met een dikke zwarte winterjas om haar schouders zit Véronique Njengoue in een witte kapel in het Oost-Poolse dorpje Krynki. Ze heeft zich uitgedost voor het afscheid van haar dochter, net als haar man, zoon en jongere dochter die aan haar zijde zitten.

Een paar kilometer verderop, in de Swislocz, een riviertje dat langs de grens van Polen en Wit-Rusland meandert, verdronk hun dochter Livine Njengoue uit Kameroen. Vanaf de kant is het een nauwelijks noemenswaardige rivier – smal en donker. Maar eenmaal erin kan de stroming toeslaan, is het ’s winters ijskoud en ligt er sinds kort prikkeldraad onder water om migranten zoals Njengoue tegen te houden.

Dorpsbewoners, die door het bos in het grensgebied trekken om migranten te helpen, vonden haar lichaam half februari aan de rand van de rivier. Ze was net 44 jaar geworden en laat een dochter van 14 jaar na.

Bijna drie maanden later wordt Livine begraven op een heuvel op de rooms-katholieke begraafplaats, die uitkijkt op het dorp Krynki, ruim vijfduizend kilometer van Kameroen. Het is voor het eerst sinds het uitbreken van de migratiecrisis op de grens tussen Polen en Wit-Rusland in 2021 dat ouders bij de begrafenis van een vluchteling zijn. Het is de activistische dorpsbewoners gelukt om het lichaam te identificeren, contact te leggen met de familie én visa te regelen – iets waar de Poolse autoriteiten niet scheutig mee zijn, bang dat familieleden asiel in Polen aanvragen.

Zo’n twintig mensen luisteren naar de Poolse christelijke liederen bij de begrafenis, die worden begeleid door een ukelele en in het Frans vertaald én luidkeels meegezongen door een Pools-Kameroense vertaler. De helft van de bezoekers is activist en helpt vluchtelingen, de rest komt uit het dorp. De dorpsbewoners geven de Wit-Russische dictator Aleksandr Loekasjenko de schuld dat hij vluchtelingen gedwongen de grens over stuurt, maar ook de eigen Poolse regering is „niet zonder schuld”, zegt een oudere man die niet met zijn naam in de krant wil. „Het is een tragedie”, zegt zijn vrouw.

Lees ook All-inclusive van Beiroet naar Minsk: deze route nemen Syrische vluchtelingen nu naar Europa

„We zullen voor een grafsteen zorgen, haar jaarlijks herdenken en als de familie langs wil komen betalen wij de kosten”, zegt priester Marek Wisniewski terwijl twee tranen op zijn jukbeenderen glinsteren in de lentezon. Verder wil hij niet veel over de migratiecrisis kwijt.

Familieleden en andere rouwenden werpen wat aarde i het graf van Livine, als een laatste vaarwel
Foto Filip Zverina

Njengoue is één van de veertig overleden vluchtelingen die in de bossen rondom het grensgebied – dat zich over ruim vierhonderd kilometer uitstrekt – is gevonden. Nog zo’n driehonderd mensen zijn volgens schattingen vermist, sinds de migratiecrisis aan deze Europese buitengrens in de zomer van 2021 uitbrak. Dat zijn geen officiële cijfers, want die worden niet bijgehouden. Polen heeft langs een groot deel van de grens een hek gebouwd, maar volgens de dorpsbewoners neemt daardoor het aantal migranten niet af. Integendeel, de situatie is volgens hen alleen maar erger gewonden: steeds vaker vinden ze gewonde mensen en lijken.

Grenshek met prikkeldraad

Aan de Poolse kant van het grenshek strekt zich het oerbos uit. Overdag is het er rustig en vredig. Twee bizons trekken zich weinig aan van voorbijlopende mensen, op de tientallen meters hoge sparren klinkt het getik van spechten, een marter baant zich een weg door de struiken.

Maar voor wie hier schuilt voor de duizenden grenswachten die door het gebied patrouilleren, is het oerbos gevaarlijk. Zwermen muggen zoemen boven de moerassen, waar het water diep en ijskoud is. En in het donker zijn die plassen nauwelijks te onderscheiden van zwarte beloopbare aarde.

Lees ook Hoe Europa zijn grenzen bewaakt

Midden in dat bos is een 186-kilometer lange corridor uitgehakt, waar een 5,5 meter hoog grenshek is gebouwd. Door de dunne kieren tussen de ijzeren spijlen is Wit-Rusland te zien. Bovenop die spijlen ligt prikkeldraad. Eromheen staan camera’s. En op het enige verhoogde droge pad richting de bewoonde wereld zijn talloze schoenafdrukken te zien.

Even verderop, in het toeristendorp Bialowieza, prijken overal borden met in meerdere talen ‘vrije kamers’, maar voor vluchtelingen is het geen vriendelijk oord. Bij elke toegangsweg zijn strenge controles van de grenswacht, vertrekkende auto’s moeten hun kofferbak openmaken. Kentekens worden geregistreerd. In het dorp wemelt het van de soldaten, in volgeladen vrachtwagens of lopend voor de supermarkt al likkend aan een ijsje.

Zij zijn er om migranten tegen te houden bij de grens of als ze eenmaal al in Polen zijn terug te sturen naar Wit-Rusland. Zulke ‘pushbacks’ zijn in strijd met het internationaal recht, omdat iedere migrant recht heeft op een asielprocedure. Maar Polen heeft deze pushbacks wettelijk toegestaan, nadat Wit-Rusland in 2021 georganiseerd duizenden mensen uit Afrika en het Midden-Oosten de grens liet oversteken.

Sommige dorpsbewoners proberen de migranten, die ondanks het grenshek alsnog de oversteek wagen, te helpen met minimale middelen. Hen oppikken of vervoeren mogen ze niet, maar ze helpen aan eten, drinken, droge kleren, medicatie en een powerbank wel. Dat leidt dagelijks tot een kat- en muisspel tussen activistische dorpsbewoners en de grenswacht.

Onderkoeld lichaam

Een van die activistische dorpsbewoners is Eliza Kowalczyk (45). Ze kwam 21 jaar geleden in Bialowieza wonen voor de natuur, waar ze het bos en de dieren fotografeerde. Ze bracht een boek over bizons uit en had een cafetaria. Maar de afgelopen twee jaar is ze dagelijks de bossen aan het afstruinen, op zoek naar migranten. „Het bos geeft geen ontsnapping meer zoals voor de crisis”, vertelt ze op een terras midden in het dorp. „Als ik voor mijn ontspanning het bos in ga ben ik altijd bang om migranten tegen te komen of ze aan de Wit-Russische kant van de muur te zien – dan kan ik niks voor hen doen.”

Eenmaal aan de Poolse kant van de grens kunnen de migranten een noodnummer bellen en hun gps-locatie afgeven. Dan gaan dorpsbewoners, zoals Kowalczyk, naar ze op zoek en brengen hen laarzen, water en eten, zodat ze verder met hun reis kunnen. Zo gaat het, als het goed gaat. Als het verkeerd gaat, verliezen ze contact met de migrant. „Of we worden door grenswachten gevolgd als we het bos ingaan”, zegt Kowalczyk, terwijl ze schichtig haar hoofd naar elke voorbijganger wenkt.

„Zie je die man daar”, zegt ze wijzend naar een oudere voorbijfietsende grenswacht op een mountainbike. „Hij heeft mij de toegang tot het bos geweigerd toen we een melding kregen van een zwaargewonde Afghaan.” Het kenteken van haar auto is volgens Kowalczyk bij de grenswachten bekend. En grenswachten lopen ook in burger door het bos. „Daardoor zijn de migranten bang en verstoppen ze zich vaak ook voor ons.”

Toch is het haar deze ochtend gelukt om een Afghaanse jongen te vinden. Al is ze daarvoor wel twee keer het bos in gegaan. Op foto’s laat ze een jonge jongen zien, van begin twintig, met een regenjas en laarzen aan en in zijn hand een powerbank en mobiel. Ook laat ze een foto van het Russische visum zien van de jongen. „Ze komen tegenwoordig veelal via Rusland.”

Maar ze zoekt niet alleen naar levenden, steeds vaker gaat ze achter vermiste migranten aan. Dit jaar vond ze voor het eerst lijken. Eén was uitgekleed en lag uitgestrekt op de grond „als Jezus aan het kruis”. Mensen die onderkoeld raken, kleden zich vaak uit omdat ze juist denken het heel heet te hebben. „Het is nu erger dan toen de muur er nog niet stond”, zegt Kowalczyk over de migratiecrisis. „We bellen nu vaker de ambulance en als de mensen uit het ziekenhuis komen worden ze vaak teruggestuurd naar Wit-Rusland.”

Volgens Aleksandra Gnap (43), die de bossen intrekt om migranten medisch bij te staan, zijn alle migranten „extreem vermoeid en doorweekt”, zegt ze telefonisch. „Het is niet zo dat ze voordat ze de grens overstaken een paar dagen in een hotel sliepen, in Wit-Rusland zijn ze vaak al mishandeld.”

Het graf van Livine Njengoue in Krynki
Foto Filip Zverina

Daarbij komt ze migranten tegen met breuken en kneuzingen, omdat ze van het metershoge grenshek zijn gesprongen. Of ze zijn onderkoeld, moeten braken omdat ze dronken van het moeraswater en hebben vaak verwondingen aan hun handen en schouders, vanwege het prikkeldraad.

Gnap helpt hen met pijnstillers en drukverband, en dept de wonden. „We genezen hen niet”, zegt ze. „We zorgen er slechts voor dat ze hun weg kunnen vervolgen.”

Gouden bergen

Kort na de begrafenis van Livine gaat Katarzyna Mazurkiewicz-Bylok (39) zitten in het zonnetje naast de kerk. Ze moet bijkomen. „Voor deze crisis had ik nog nooit een dood lichaam gezien”, zegt de bewoonster van Krynki die tot voor kort certificaten van transportbedrijven regelde. „Maar dit is al mijn vierde begrafenis.”

Ze zucht. Het gaat slecht met haar en de andere activistische dorpsbewoners. „We kwamen hier wonen voor de rust en de ruimte, maar zitten nu middenin een humanitaire crisis.” Aan weggaan denkt ze niet. „Dan is er weer een persoon minder om te helpen.”

Toch is ze ook blij met de begrafenis. „Het geeft de familie rust en de dorpsbewoners zien dat het om normale mensen gaat”, zegt Mazurkiewicz-Bylok doelend op eerdere uitspraken van de regering die valselijk waarschuwde dat onder de migranten terroristen, pedofielen en dierenmisbruikers zaten. „Livine was een christelijke vrouw, net als de dorpsbewoners hier. En dat is niet wat onze regering vertelt.”

Bekijk ook deze fotoserie: Zij stuitten op de muur die Polen in allerijl bouwde aan de oostgrens van de EU

Het precieze verhaal van de overleden Livine Njengoue kent ze niet, de familie wil niet met de pers praten. Wel vertellen de ouders op de begrafenis dat Njengoue ondernemend was, economie had gestudeerd en naar Minsk kwam om Russisch te leren. „Maar vanaf daar ging het mis”, vertelt Mazurkiewicz-Bylok. „Haar geld werd gestolen en een smokkelaar beloofde gouden bergen aan de andere kant van de grens.”

Het lichaam van Njengoue is niet het enige lijk dat Mazurkiewicz-Bylok vond. „Drie weken geleden vonden we een skelet”, vertelt ze. „Slechts de botten van een menselijk lichaam, met ernaast kleren, een bril en een insulinespuit.”

Ze verwacht dan ook niet dat het snel beter wordt aan de grens. „Twee jaar geleden waren de migranten nog een speelbal van Loekasjenko, maar nu zijn er heel veel smokkelaars”, zegt Mazurkiewicz-Bylok. Zolang het migranten lukt de oversteek te maken, blijft deze migratieroute intact, verwachten alle activisten waar NRC mee sprak. Mazurkiewicz-Bylok: „De grens kan open zijn of niet, de mensen komen toch wel.”