Live in Paradiso wil de countryhop van Shaboozey vooral behagen en niet verontrusten

Een liederlijk sfeertje, aanmoedigingen om het op een drinken te zetten (al blijft die whiskeyfles op het podium dicht), opgewekte countrypopakkoorden en een „o, Lord”- meebrulrefreintje. Niet voor niets was Shaboozeys klap-en-stamp-mee-inhaker, ‘A Bar Song (Tipsy)’ een van dé topsongs van 2024, tussen Kendrick Lamars ‘Not Like Us’ en Sabrina Carpenters ‘Espresso’ in. In Paradiso als de volgepakte jukejoint American Dogwood gaat de countryhop-hit erin als zoete koek, voor een breed gesorteerd publiek met cowboyhoed of truckerspet. „One, here comes the two to the three to the four. Tell ’em bring another out, we need plenty more”, telt Shaboozey af naar het refreintje voor nog een ronde.

Wat een jaar heeft Collins Obinna Chibueze, ofwel Shaboozey, met Nigeriaanse roots uit Virginia achter de rug. Dat ene liedje, met ruim een miljard Spotify-streams, zorgde voor het succes van zijn hele album Where I’ve Been, Isn’t Where I’m Going (2024). Hij kreeg zijn vele nominaties bij de Grammy’s dan wel niet verzilverd, maar zijn mengvorm van country met hiphop staat wel definitief op de kaart. Vlak daar niet de steun van zangeres Beyoncé bij uit. Niet alleen droeg Shaboozey twee nummers bij aan haar baanbrekende countrypopplaat Cowboy Carter (2024), ook had hij in december – gestoken in een spierwitte cowboy outlaw-outfit – een gastrol in haar speciale Netflix-optreden tijdens een NFL American Football-wedstrijd.

Maar zie daar ook de wrange tegenstelling. Terwijl Beyoncés muziek niet op countryzenders klinken mocht, draagt de countrygemeenschap de zwarte cowboy Shaboozey, die nu zo’n zeven jaar muziek uitbrengt, wel op handen. Commercieel en verbindend is zijn tegen outlaw schurkende country (vol opschepperige taal over drank) vol raps en invloeden uit de trap-muziek. Noem het moderne country, noem het stoere saloonjams.

Hoge gun-factor

Maar zo uitgesproken is het live nog niet. Bij zijn eerste show, krap een uurtje in Amsterdam, is Shaboozey een goedgemutste publiekslieveling die pas tegen het einde van zijn show zijn handelsmerk, altijd creatief gestylede dreadlocks, toont. Terwijl zijn driehoofdige band lichtjes countrykleuren mengt op pedal steel en gitaren komt de hiphopbeat van harde kickdrums en loopt de backingtrack mee. Soms slaat hij zelf nog wat gitaarakkoorden aan.

Het in tekst tobberige ‘Good News’ is halverwege zijn show een van eerste echte gangmakers. Ook ‘Drink Don’t Need No Mix’ is een aanstekelijke alcoholische vlucht van de werkelijkheid. En slowburner ‘Let it Burn’ krijgt zijn uitwerking in een zaal vol lichtjes. Spannend wordt het nergens, maar Shaboozey heeft voor een duidelijk countryminnend publiek een hoge gun-factor.

Door te vertellen over zijn mentale gesteldheid, een verbindend thema tussen de genres country en hiphop, kreeg zijn album emotionele diepgang. Maar live, met op het scherm achter hem regendruppels, onweer of vlammen, wil de countryhop van Shaboozey vooral behagen en niet verontrusten. Al voelt het momentje, vlak voor het introspectieve ‘Finally Over’, dat hij op de podiumrand zit om wat te delen over de eenzaamheid die hij voelde ondanks zijn snelle succes, wel oprecht.

Verder werkt alles in deze uiterst vriendelijke korte show toe naar de tophit waarop iedereen wacht. Dan kan de nieuwe held zich à la Lenny Kravitz in ‘Let Love Rule’ achterover laten zakken op troostende handen van zijn publiek. Zijn per drankje frustratie verdampende barsong komt eindeloos op herhaling.