N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Algemene Financiële Beschouwingen Tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen stond de VVD woensdag lijnrecht tegenover D66 en ChristenUnie. „Dit is een verschrikkelijk pakket voor Nederland.”
Hun ambities zijn iets ingetoomd, maar hun kansen zijn alleen maar toegenomen. GroenLinks-PvdA, ChristenUnie en D66 schaven aan hun plannen om het minimumloon te verhogen, om de inkoop van eigen aandelen te belasten en om de bankenbelasting te verhogen, zo bleek woensdag tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen.
Eerder lag een voorstel op tafel om het minimumloon vanaf 1 januari 2024 met 1,7 procent te verhogen. Dat wordt nu een verhoging van 1,2 procent, vanaf 1 juli volgend jaar. Zo komen GroenLinks-PvdA, ChristenUnie en D66 tegemoet aan twijfels over de uitvoerbaarheid van deze en andere delen van het door hen bedachte pakket maatregelen. De AOW en de uitkeringen stijgen mee, zoals gebruikelijk bij een stijging van het minimumloon.
Een Kamermeerderheid voor hun nieuwe plan heeft dit politieke blok al geregeld, werd woensdag duidelijk tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen. Daar staan de financiële details van de begrotingsplannen van het kabinet centraal, samen met de vele wijzigingen die partijen twee weken geleden indienden tijdens de politieke tegenhanger, de Algemene Politieke Beschouwingen.
Kettingzaag
Bij die Algemene Politieke Beschouwingen ontstond het ene na het andere gelegenheidsverbondje om de begroting te vertimmeren. Opgeteld stemde de Kamer in met meer dan 4 miljard euro aan extra verschuivingen, bedoeld om alle inkomensgroepen te helpen, boven op de 2 miljard euro die het kabinet op Prinsjesdag al in een koopkrachtpakket voor lage inkomens had gestoken.
Het wensenlijstje van de Kamer was omvangrijk. Het minimumloon moest verder omhoog, de benzineaccijnzen juist omlaag en ook prijsstijgingen op de energierekening en in het openbaar vervoer zouden moeten worden voorkomen. Daartegenover stond een stapeltje met voorgenomen belastingverhogingen en andere manieren om snel veel extra geld op te halen.
Die daadkrachtigheid kwam de Kamer op kritiek te staan. Al direct recenseerde het demissionaire kabinet de begrotingsplannen van vrijwel alle partijen met een kettingzaag. Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen had premier Mark Rutte al zijn zorgen geuit over de financiering van alle voorstellen, ook het plan van zijn eigen VVD om de benzineaccijnzen te verlagen.
Vrijdag ging minister van Financiën Sigrid Kaag (D66) daar nog eens overheen. In een brief van 26 pagina’s zette Kaag uiteen dat veel van de aangenomen voorstellen „niet conform de begrotingsregels” waren. Bovendien vond ze de plannen in veel gevallen gehaast en hielden die in haar ogen weinig rekening met allerlei onvoorziene gedragseffecten.
Lees ook: Bedrijfsleven betaalt voor het cadeautje voor de kiezer
Kaag was onder meer kritisch over het voornemen van GroenLinks-PvdA, ChristenUnie en D66 om de bankenbelasting flink te verhogen en bedrijven te belasten als ze met hun winsten eigen aandelen zouden inkopen. Dat zou er wel eens toe kunnen leiden dat bedrijven naar het buitenland zouden vertrekken, suggereerde Kaag, kritiek die ook klonk vanuit de lobbyclubs van banken en bedrijven.
Door de scherpste randjes van hun voorstellen te halen, hopen de partijen de kritiek te temperen. De bankenbelasting moet bijvoorbeeld niet langer 350 miljoen euro, maar 150 miljoen euro opleveren door een minder hoog tarief te hanteren. De belasting op het inkopen van eigen aandelen gaat pas in 2025 in, omdat een eerdere invoering volgens het kabinet onuitvoerbaar is. De omvang van het hele pakket slinkt daardoor van 2 miljard euro, zoals twee weken geleden beoogd, naar 1,35 miljard.
In de waagschaal
De werkgevers nemen ook met deze afgezwakte variant geen genoegen. „Al met al wordt het Nederlandse ondernemingsklimaat willens en wetens steeds verder in de waagschaal gesteld”, stelden VNO-NCW en MKB-Nederland in een reactie op de aangepaste plannen.
Lees ook de column van Marike Stellinga: Niet belastingverhoging is het probleem, maar de snelheid
Ze vinden een groot aantal rechtse partijen aan hun zijde. Kamerlid Eelco Heinen (VVD) sprak woensdag tijdens de Financiële Beschouwingen van een „verschrikkelijk pakket voor Nederland” en „het vrij exotische dekkingsplan van links, waarbij van zo’n beetje iedereen de nootjes worden belast en waardoor bedrijven Nederland uit worden gejaagd”.
Heinen botste hard met D66-Kamerlid Steven van Weyenberg, die de plannen verdedigde en Heinen kwalijk nam dat de VVD ondertussen geld uit het Nationaal Groeifonds wil gebruiken om de benzineprijzen te verlagen. Daarbij verwees hij naar een grafiek die laat zien dat juist hoge inkomens, met grotere auto’s en meer kilometers, van zo’n verlaging profiteren, zoals ING onlangs becijferde.
„Ik ben blij dat u de ING zo waardeert, want in uw plan is dat bedrijf morgen weg”, antwoordde Heinen. Het VVD-plan, dat ook op kritiek van Kaag kon rekenen, blijft ongewijzigd. De lagere benzineprijzen ziet Heinen als een slimme inzet van geld dat nog geen bestemming heeft gekregen, zoals het geld uit het Groeifonds. „Het kan wel net het verschil maken of gewone gezinnen wel de toekomst kunnen meemaken.”
Dat de coalitiepartijen van Rutte IV sinds de kabinetsval een eigen koers varen en van de onderlinge verhoudingen weinig over is, werd nog maar eens duidelijk. Hoe het kabinet de bundel van plannen die daaruit voortvloeit beoordeelt, blijkt donderdag, als Kaag opnieuw haar licht laat schijnen over alle begrotingsvoorstellen in hun nieuwste vorm.