Een jongen die is opgepikt door SOS Méditerranée gaat van boord. Foto Antoniox Balasco/Ocean Viking
Hulporganisaties het Rode Kruis en SOS Méditerranée zeggen dat de Libische kustwacht vrijdag een reddingsboot met hulpverleners en migranten – onder wie vijf minderjarigen – heeft beschoten op de Middellandse Zee. Op een video die dinsdag naar buiten kwam, is te zien hoe een grote patrouilleboot op hoge snelheid op hen af voer en begon te schieten. De opvarenden doken snel weg. Niemand raakte gewond.
Volgens het Rode Kruis is dit de derde keer dit jaar dat reddingswerkers op de Middellandse Zee onder vuur zijn genomen. Ook hulporganisatie Artsen zonder Grenzen is in januari door de Libische kustwacht onder schot gehouden en bedreigd. „We willen veilig ons humanitaire werk doen en niet ontmoedigd worden”, zegt Erik Laan, woordvoerder van Artsen zonder Grenzen. Maar het belemmeren van reddingswerkers speelt ook op politiek niveau.
Strafbaar
Nederland gaat mogelijk reddingswerkers strafbaar stellen voor hun hulp aan migranten op zee. Een wetsvoorstel van het ministerie van Justitie wil de strafbaarheid van mensensmokkel uitbreiden, waardoor ook hulpverleners strafbaar zijn.
In de praktijk betekent dit dat medewerkers die meevaren op een reddingsboot bij aankomst in Nederland opgepakt kunnen worden, legt Laan telefonisch uit. De bewijslast ligt dan bij de organisatie, om aan te tonen dat het om reddingswerk gaat. Ook buitenlandse hulpverleners op het reddingsschip Geo Barents kunnen volgens hem worden aangeklaagd als zij voet op Nederlandse bodem zetten.
„Onze organisatie wordt aangestuurd vanuit Nederland. Kunnen we collega’s dan nog garanderen dat ze niet worden aangehouden?” vraagt Laan zich af. „Wij denken dat het een onderdeel is van een bredere verschuiving van een Europees discours naar het steeds meer criminaliseren van humanitaire hulp, met name op het gebied van migratie.”
Demissionair premier Mark Rutte (VVD) zorgde eerder dit jaar al voor woede bij ngo’s toen hij zei dat deze organisaties onderdeel zijn van „een cynisch businessmodel van mensensmokkelaars”. „De pot verwijt de ketel”, zegt Laan. „Wie werkt er nou werkelijk samen met mensensmokkelaars?”
‘Circulair bedrijf’
De Europese Commissie (EC), die de Libische kustwacht subsidieert, erkende vorige week donderdag dat er duidelijke aanwijzingen zijn dat de kustwacht wordt geïnfiltreerd door criminele groeperingen. Desalniettemin schonk de EC samen met de Italiaanse autoriteiten recent twee patrouilleboten aan de Libische kustwacht. Een oud-politieagent uit Libië zei vorig jaar tegen de nieuwswebsite EUobserver dat de kustwacht onderschepte migranten en vluchtelingen van al hun bezittingen berooft, voordat die hen aan smokkelaars overhandigt. Hij beschreef het als een „circulair bedrijf” waarin verschillende partijen verdienen aan de migrant.
Libië staat bekend om zijn gewelddadige intercepties. „Vluchtelingen worden geslagen, rubberbootjes de pas afgesneden en mensen vallen in het water”, zei coördinator Caroline Willemen van Artsen zonder Grenzen in maart tegen NRC. „Het gevolg is dat er meer mensen verdrinken, of onderschept worden door de Libische kustwacht, waarna ze daar opnieuw in een detentiecentrum belanden, waar ze onderworpen worden aan dwangarbeid, uitbuiting en geweld.”
Het Europees Parlement stemt donderdag over een motie waarin wordt opgeroepen tot nieuwe, uitgebreide zoek- en reddingsoperaties door EU-landen en grensagentschap Frontex, bij gebrek aan voldoende actie door individuele lidstaten. „Wij juichen dat toe als dat werkelijk betekent dat de EU zijn verantwoordelijkheid voor reddingsoperaties gaat nemen. Dan kunnen wij ermee stoppen.”
De Amerikaanse muzikant, componist en muziekproducent Sly Stone is overleden. Dat meldt zijn familie maandag in een persbericht. Stone was vooral bekend als voorman van de funkband Sly & The Family Stone. Die band was actief in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw en kende enkele hits, waaronder de nummers Dance to the Music, Family Affair en Everyday People. Ook heeft de band een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van de funk, soul, R&B, hiphop en psychedelische muziek.
„Na een lange strijd tegen COPD en andere gezondheidsproblemen is Sly vredig heengegaan, omringd door zijn drie kinderen, zijn beste vriend en zijn familie”, schrijft zijn familie. „Hoewel we rouwen om zijn afwezigheid, troosten we ons met de wetenschap dat zijn muzikale nalatenschap generaties lang zal blijven weerklinken en inspireren.” Stone is 82 jaar geworden.
Grote hit
Sly Stone werd in 1943 geboren in Dallas, Texas. Zijn geboortenaam was Sylvester Stewart, maar dat veranderde hij al op jonge leeftijd in Sly Stone. In 1966 richtte hij samen met zijn broer Freddie Sly & The Family Stone op. Een jaar later behaalden ze hun eerste grote hit met het nummer Dance to the Music en in 1969 traden ze in de vroege ochtend op bij het Woodstock-festival.
https://www.youtube.com/watch?v=Jn2PNlhvy8E
De jaren daarna bracht de band meerdere invloedrijke singles en albums uit, die evenwel wisselend succes hadden in de hitlijsten. Ondertussen leed Sly & The Family Stone onder interne spanningen en het drugsgebruik van zijn leden, met name van Sly Stone zelf. De band ging uit elkaar in 1975; Stone bleef muziek uitbrengen tot een arrestatie en veroordeling wegens cocaïnebezit in 1987.
Dakloos in Los Angeles
In de jaren na zijn veroordeling werd er weinig meer van Stone vernomen, en in 2011 melddeThe New York Post dat de funkmuzikant dakloos was. Stone woonde in een camper in Crenshaw, een arme wijk van Los Angeles, waar hij nog altijd muziek maakte op zijn laptop.
Stone zelf mag dan weinig in de publiciteit zijn gekomen, zijn invloed op de hedendaagse muziek is des te groter. Begin dit jaar bracht de Amerikaanse zender Hulu een documentaire uit over Stone, geproduceerd door collega-muzikant Questlove (bekend van de hiphopband The Roots).
Over het nummer Dance to the Music zei die laatste onlangs tegen de Amerikaanse radiozender NPR dat Stone „het alfabet heeft uitgevonden waarmee het merendeel van de pop- en R&B-muziek de zestig jaar daarna is geschreven”. „We putten nog altijd uit zijn woordenboek.”
Lees ook
Luister de podcast van Fresh Air met Questlove in de app van NRC Audio
Het viel me natuurlijk wel vaker op. Dat we in dit land nog steeds ietwat, euh, achterlopen als het om zwangerschap, kinderen, ouders en werk gaat. Maar toen ik laatst een mail kreeg van Barbara, een jonge moeder van 32, of ik eens een column kon schrijven over wat er nog steeds allemaal niet goed geregeld is voor werkende ouders, zakte de moed me in de schoenen.
Toen ik haar belde, werd het nog erger. Want Barbara Braak is geen willekeurige moeder-met-ervaring, nee: ze runt een bedrijf, VerlofHub, dat precies hierover gaat. Ze helpt werkgevers met het vinden van vervanging voor vrouwen die met zwangerschapsverlof gaan en adviseert ouders en werkgevers hoe werk en ouderschap te combineren.
Ze begon ermee toen ze zelf zwanger was en veel vragen had over verlofregelingen en de combinatie ‘baby en werk’. In gesprekken met andere moeders ging er een beerput aan ellende open. Toen ze na terugkomst van haar verlof kon fluiten naar haar beloofde promotie, stapte ze op en dacht ze, dit moet anders.
Tuurlijk. Op papier is er van alles geregeld: kolfruimtes, ouderschapsverlof, vaderschapsverlof, vaders die wat vaker bij het schoolplein gesignaleerd worden — hulde. Maar in de praktijk? Niet echt. Toen ik haar sprak, hoorde ik precies dezelfde sh*t die ik twintig jaar zelf hoorde toen m’n eigen dochter geboren werd.
‘Kolfruimtes’ zonder slot op de deur, waar je tussen de dozen zit, in het invalidentoilet of erger, achter een glazen raam – lekker transparant!
Denigrerende opmerkingen van leidinggevenden tegen vaders die parttime willen gaan werken of ouderschapsverlof willen opnemen. Zwangere vrouwen die tijdens functioneringsgesprekken wordt gevraagd ‘hoe ze het straks gaan regelen’, en mannen die dat nooit horen.
Dat er nog steeds een ‘papa-dag’ is, en geen ‘mama-dag’, kinderopvang die nog steeds onbetaalbaar is, een loonkloof, en de beruchte ‘babyboete’: moeders die hun inkomen na de geboorte met gemiddeld 46 procent zien dalen (!), terwijl het salaris van vaders gelijk blijft.
Zwangerschapsdiscriminatie? Goh, wat helpt het toch goed dat dat strafbaar is – not. Het is nog steeds aan de orde van de dag: vrouwen die van belangrijke projecten worden gehaald als ze zwanger zijn. Of die bij terugkomst ontdekken dat hun baan ineens is verdwenen. Oeps! O ja, en probeer als vader maar eens ouderschapsverlof op te nemen tegen 70 procent loon, met een hypotheek en de inflatie op standje 2025.
En dan nog de bekrompen ideeën bij een groot deel van de Nederlandse bevolking – nog steeds hetzelfde geleuter als in 2005: ‘Ik betaal niet voor jouw kinderen’ (tuurlijk joh, mijn kind betaalt straks jouw AOW), of: ‘Als je een kind krijgt moet je er als vrouw gewoon 100 procent voor ze zijn’ – blèh. Lees je literatuur eens: kinderopvang is juist goed voor een kind, echt allang aangetoond, stelletje droeftoeters.
En natuurlijk Scandinavië – ik kan het woord niet meer hóren – dat zijn nog steeds onze voorbeeldlanden! Al twintig jaar! Ga het gewoon eens zélf regelen, overheid. In plaats van er het ene na het andere bezoek te brengen om te kijken ‘hoe ze het daar allemaal geregeld hebben’.
Barbara zei het mooi: al die gebrekkige kolfruimtes staan symbool voor iets groters: hoe slecht er op de werkvloer nog steeds wordt nagedacht over de combinatie van werk en ouderschap. „Zeker binnen organisaties waar de grijze oude man de boardroom vult. Waarom moeten werkende ouders nog steeds zelf continu van alles zelf regelen, plannen en oplossen? Waarom voelt ‘werk en ouderschap combineren’ in Nederland nog altijd als topsport?”
Wat ik zou willen? Eindelijk eens een nieuw geluid. Werkgevers die vaders verplichten drie maanden thuis te blijven na de geboorte van hun baby, en hen fulltime doorbetalen: ‘Ik wil je drie maanden niet op kantoor zien’.
Vaders die aan de borreltafel zeggen: ‘Waarom vraag je MIJ niet hoe ik het ga regelen?!’ Mannen die het vanzelfsprekend vinden dat als ze een baby krijgen, ze er evenveel tijd aan besteden als de moeders. Een publieke opinie die weet dat vaders net zo goed voor hun kinderen kunnen zorgen als moeders.
Maar ook een samenleving die kinderen ziet als de toekomst. Niet als een loden last waar je de eerste twaalf jaar, vooral als vrouw, voor moet bikkelen. Vaders die zeggen: ja, ik zou willen dat het over twintig jaar beter is geregeld, zodat mijn dochter niet met hetzelfde achterlijke land hoeft te dealen, als ik. Werkgevers die zeggen: kom bij ons, wij regelen het voor je.
En een kabinet – zou überhaupt mooi zijn als we dat weer eens zouden hebben! Maar ook nog eens een kabinet dat niet alleen zégt dat het ooit beter wordt – dat hoor ik al twintig jaar – maar me ook zegt wannéér, nondedju.
Het duurt te lang.
Heb je een vraag van de week, taboe, of ‘kwestie’ voor deze rubriek? Mail dan naar [email protected]
Op de dag dat de VVD in een kabinet was gestapt met de PVV, NSC en BBB, vorig voorjaar, had campagnestrateeg Bas Erlings zijn VVD-lidmaatschap opgezegd. Jarenlang was hij campagnemanager geweest bij de VVD, in de tijd van Mark Rutte, en ook ‘hoofd strategie’. In die tijd was hij de populistische methodes gaan bestuderen van partijen als de PVV, hij was gaan lezen over het brein van kiezers en wat je moet doen om dat te beïnvloeden. En ook over leiderschap: wat willen kiezers van iemand zien, horen, voelen? Met als doel: in 2017 de verkiezingen winnen van de PVV, die aan het begin van de campagne nog torenhoog stond in de peilingen. En ook: om nooit met die partij in een kabinet te hoeven stappen.
Want dat, schrijft hij in zijn boek Het Spel van de Populist dat deze week verschijnt, is „het stomste dat je kunt doen”. Omdat je dan wordt „meegesleurd” en „over je eigen grenzen” heen gaat.
In een café in Den Haag begint Erlings over het Tweede Kamerdebat van vorige week woensdag, over de val van het kabinet, en hoe VVD-leider Dilan Yesilgöz reageerde op Frans Timmermans van GroenLinks-PvdA: „Hij stelde haar een kritische vraag en Dilan ging hem niet uitleggen hoe het zat, ze sloeg alleen maar keihard terug, ze speelde op de man. Zoals populisten dat doen: attack, attack, never defend.” Dat krijg je, zegt Erlings ook, als je „iemand als Wilders naar het centrum van de macht brengt”. „Ik zag het ook bij anderen in het debat, en ook bij Timmermans zelf. Ze nemen, vast onbewust, het gedrag van Wilders over.”
In zijn boek heeft Erlings het over de „ijzeren houdgreep” van populisten als je met hen gaat regeren: ze provoceren, dreigen, veroorzaken relletjes, zaaien twijfel, zijn nooit consequent maar komen ermee weg, en zetten mensen tegen elkaar op. En ze krijgen jóú zover dat je steeds een klein stapje verder gaat dan je zelf goed en verantwoord vindt. Volgens Erlings willen ze van de democratische rechtsstaat „een lege huls” maken, democratie „naar Russisch model”.
In zijn jaren bij de VVD heeft Erlings onderzocht wat níet helpt tegen populisme: jezelf verdedigen met redelijke argumenten, uitleggen waarom het populistische verhaal verkeerd is. Want dat doet een beroep op het deel van ons denken dat Erlings, naar het model van de Amerikaanse psycholoog en Nobelprijswinnaar Daniel Kahneman, ‘systeem 2’ noemt: rationeel en analytisch, bewust.
Mensen willen graag van zichzelf denken dat ze op die manier beslissingen nemen, zegt Erlings. Maar zo is het niet, toonde Kahneman aan. Dat doet in ons hoofd ‘systeem 1’. „Dat is intuïtie. Het zijn gevoelens, herinneringen, hoe we in elkaar zitten, en daar gaat zo’n 98 procent van de energie in ons hoofd naartoe. De hele dag nemen we zo’n vijftien- tot dertigduizend beslissingen en die worden in dát systeem genomen. Ook de grote: met wie je je leven wil delen, welke auto je koopt, op wie je gaat stemmen.” Maar het rare van dát systeem, zegt Erlings, is: „Het neemt geen feiten in zich op.” Die helpen dus niet, als je mensen tot een ándere keuze wil brengen dan ze misschien van plan waren.
In 2017 liet het VVD-campagneteam onder Erlings’ leiding zien hoe je misschien wel vooral door die kennis over het brein verkiezingen wint. Met hulp van de onderzoeksmethoden van de Oostenrijkste marketingstrateeg Grace Pardy, die heel precies wist hoe je een boodschap creeërt die ‘systeem 1’ raakt, en met de ideeën over leiderschap van de Amerikaanse filosoof Frances Frei. Volgens Frei hebben mensen drie vragen bij een leider: ‘vind ik jou leuk?’, ‘denk ik dat jij het kan?’ en ‘geef jij om mij?’.
De VVD werd in 2017 ruim de grootste met 33 zetels, de PVV was tweede met 20 zetels.
In Het Spel van de Populist onthult Erlings die campagnestrategie, bedoeld om „het snelle brein” te raken: door de taal die Rutte gebruikte, hoe hij eruitzag, door zijn brief ‘Aan alle Nederlanders’, in advertenties in alle grote kranten, en zijn ‘plan voor Nederland’ dat in het AD stond.
Het verhaal was volgens Erlings een „zorgvuldig psychologisch geconstrueerd vehikel” met beeldspraak en eenvoudige zinnen die iedereen meteen snapte, die een tweedeling creërde van „doorzetters” tegenover „de schreeuwers aan de zijlijn”, en die een toon had waardoor mensen moesten voelen: de VVD begrijpt uw zorgen.
Wat vindt de VVD ervan dat je dit allemaal blootlegt?
„Ik heb VVD’ers uit mijn tijd daar laten meelezen en de meeste vinden het leuk en ook goed: het moest verteld worden. De voorbeelden die ik gebruik zijn er ook allemaal op gericht om uit te leggen hoe je populisten verslaat.”
Hoe is dat voor die kiezers, denk je, om te lezen dat de campagne van Rutte erop was gericht om het onbewuste deel van hun denken te beïnvloeden?
„Ik hoop dat ze denken: wat interessant. En ik had dit nodig om te vertellen hoe populisten werken. Dat móét verteld worden, want uiteindelijk probeert iedereen zo effectief mogelijk te communiceren. Alleen: de populisten gebruiken deze technieken op zo’n schaamteloze manier, met zoveel leugens en zonder dat er een basis van standpunten onder ligt, dat je er iets ánders tegenover nodig hebt wat positief en oprecht is, en hoopvol.”
De populisten gebruiken deze technieken op zo’n schaamteloze manier, met zoveel leugens en zonder dat er een basis van standpunten onder ligt
Deed Rutte alles wat jullie voorstelden zonder morren? ‘Sorry’ zeggen voor gebroken beloftes, een wit overhemd dragen met opgestroopte mouwen, ‘pleur op’ zeggen?
„Als we hem lieten zien wat er uit ons onderzoek kwam, en dat het werkt: ja. En als hij het ermee eens was. Hij vond het magisch interessant, heel mooi.”
In 2017 was de VVD al zeven jaar de grootste partij, Rutte was al zeven jaar premier. Jij schrijft dat er een cyclus is: na zeven jaar raken mensen op je uitgekeken en dat bleek eerst ook uit de peilingen. Die jullie dus hebben weten om te draaien?
„Je ziet het altijd, ook bij muzikanten: na zeven jaar moet je even verdwijnen. Als een politicus zeven jaar aan de macht is, komen er bij mensen ook ándere gevoelens over jou naar boven. In onze campagne zijn we met die cyclus gaan klooien. Maar nu denk ik: dat was niet gratis.”
Dat zeg je ook in je boek: misschien was het beter geweest als de VVD in 2017 had verloren. Waarom?
„Ik vond het wel zo eerlijk om die vraag op te werpen. We hebben toen gewonnen, maar ik twijfel soms wel: we zijn er toen niet mee beziggeweest om de groep boze, afgehaakte mensen kleiner te maken.”
De PVV had, zonder al jullie inspanningen in die campagne, al in 2017 de grootste kunnen worden?
„Ja. Of Jesse Klaver met GroenLinks. Ik denk dat dat echt had gekund en misschien was dat toen best goed geweest voor Nederland: zo’n jong iemand met grote dromen, die zálen vol wist te krijgen. Nu denk ik: misschien hebben wij hem wel enorm in de weg gezeten. We hebben hem, en ook Sybrand Buma van het CDA, in de campagne genegeerd.”
In Ruttes ‘Brief aan alle Nederlanders’, in januari 2017, ging het over ‘mensen die naar ons land zijn gekomen’, ‘onze vrijheid misbruiken’ en ‘zich niet willen aanpassen’. Er kwam kritiek op: mensen met een migratieachtergrond voelden zich in een hoek gezet: ‘Jíj gedraagt je niet goed’. In Het Spel van de Populist staat dat het „een dunne lijn” was. En: „Misschien zijn we daar toen wel overheen gegaan.”
Waarom zie je dat nu anders?
„Ik zag het pas toen ik de brief ging teruglezen voor mijn boek. Misschien ook omdat nu veel duidelijker is wat de gevolgen zijn van polarisatie, en hoe snel het kan gaan. Het is een beetje zoals in een voetbalteam. Je geeft een tackle en iedereen om jou heen denkt: logisch. Maar achteraf denk je: wíl ik wel zo voetbal spelen? Ik realiseerde me toen het effect niet. Nu wel.”