Een Vietnamese verkoper steekt zijn hoofd van achter de boekenkast en fluistert: „Het boek 1984 van Orwell is verboden!” De verkoper, een twintiger die niet met zijn naam in NRC wil, vertelt dat hij nieuwsgierig was naar het beroemde verhaal over een repressief regime en het als e-book via een VPN-verbinding bij een Amerikaanse site had besteld.
Vietnam is een communistische eenpartijstaat. Er is geen persvrijheid en de culturele sector wordt streng gecensureerd. Voor elke bijeenkomst moet je toestemming vragen en sinds december moet je ook je accounts op sociale media laten registeren, zodat de overheid goed kan bijhouden wat voor boodschappen je uitdraagt. Als deze niet ‘staatsvriendelijk’ zijn, kun je veroordeeld worden tot een jarenlange gevangenisstraf, ook als je bijvoorbeeld corruptie aan de kaak stelt. Wat doen al deze restricties met het intellectuele klimaat?
De verkoper werkt in een speciale boekenstraat die in het hart van Ho Chi Minhstad is opgezet om lezen te stimuleren. Maar dan wel boeken die door een censuurcommissie zijn geselecteerd.
Toch ervaart niet iedereen deze strenge overheidscontrole als een probleem. In een boekwinkel verderop lijkt in ieder geval weinig waardering te zijn voor de burgerlijke ongehoorzaamheid die de jongen toonde. Op de vraag of ze boeken van George Orwell verkoopt, laat de verkoopster verontwaardigd via een vertaalapp op haar telefoon haar antwoord zien: „De inhoud van Orwell is niet in overeenstemming met de Communistische Partij. Hij zegt dingen die onwaar zijn. Zijn boeken kunnen daarom niet worden toegestaan.” Ze lijkt oprecht verontwaardigd dat iemand naar de ‘subversieve’ auteur informeert. Een politieagent voor de ingang van de winkel kijkt argwanend toe. Tijd om te gaan.
De Vietnamees-Amerikaanse Yen Vu doceert literatuurwetenschappen aan de Fulbright-universiteit in Ho Chi Minhstad. Het instituut is gelieerd aan Harvard en is vijf jaar geleden opgericht ter ere van de vriendschap tussen Vietnam en de Verenigde Staten. Het instituut wil bijdragen aan het intellectuele klimaat van Vietnam, onder andere door kritisch denken bij studenten te stimuleren.
Yen Vu onderstreept deze missie. Haar vader is in de jaren 90 naar de VS gekomen, na jarenlang gevangenschap in een heropvoedingskamp, waar hij op hardhandige wijze de ‘juiste’ visie op Vietnam, het communisme, moest aanvaarden. „Hij vindt het heel moeilijk dat ik in Vietnam woon”, vertelt Vu in het moderne campusgebouw.
Maar voor Vu is haar familiegeschiedenis juist een belangrijke motivatie voor haar werk. „Vietnamese studenten zijn heel rigide onderwijs gewend. Wij proberen de voorgeschreven ‘zekerheden’ op de kop te zetten.” Ze doceert Moderne Vietnamese Cultuur en Maatschappij. Ze wil studenten uitdagen om vragen stellen over het proces van geschiedschrijving. „Bijvoorbeeld over de rol van legendes. Soms worden studenten boos of ze willen niet geloven dat bepaalde mythische koningen niet echt hebben bestaan.”
Vu groeide op in San Diego. Door Franse koloniale literatuur te bestuderen kreeg ze een fascinatie voor de literatuur uit haar geboorteland. Vooral moderne Vietnamese literatuur uit de jaren dertig en vijftig vindt ze interessant. „Het zijn periodes van verzet, waarin nieuwe ideeën en staatsvorming centraal stonden. De literatuur van die tijd is doordrongen van politiek theoretische scherpslijperij en die teksten zijn juist heel creatief.” In de Vietnamese geschiedenis komt en gaat de creatieve ruimte als een elastiek, stelt ze.
Controverse
De laatste jaren neemt de vrijdenkersruimte weer af. Zo kwam de universiteit het afgelopen jaar in de problemen. Studenten zouden op een nationale herdenkingsdag zonder de Vietnamese vlag aan een parade hebben meegedaan.
Hoewel sinds de jaren negentig de banden met de VS goed zijn, zorgde de ophef voor angstige momenten bij Vu’s familieleden die na de oorlog naar de VS vluchtten. „Mijn tante zag mij op beelden op de universiteitscampus op sociale media voorbijkomen. Ze was bang dat ik zou worden geassocieerd met de controverse.” Tussen 1955 en 1975 steunden de VS Zuid-Vietnam in de oorlog tegen het communistische Noord-Vietnam, dat de oorlog won.
De affaire leidde tot minder aanmeldingen voor het aankomende studiejaar. Over de ophef zelf en wie die instigeerde tast Vu in het duister. Volgens de Japanse krant Nikkei Asia werd de controverse georkestreerd door cybertroepen van de staat, bedoeld om kritische stemmen te intimideren.
Vu voelt zich ondanks dergelijke repressie thuis in Vietnam. „Ik heb twee kleine kinderen. Vietnamezen zijn erg op kinderen gericht en doen vanuit een socialistische levenshouding graag dingen samen. Er is hier veel meer gemeenschapszin dan in de VS. Dat vind ik heel prettig.”
Ho Chi Minhstad, voorheen Saigon, is van oudsher kosmopolitisch. Het is een bruisende metropool met talloze galeries en musea. Toch is het voor kunstenaars lastig laveren tussen alle regels en beperkingen. Het censuurproces is ondoorzichtig en kan heel arbitrair zijn. Daarbij is veel hedendaagse kunst abstract. Vaak hebben moderne kunstwerken een diepere betekenis, die niet gelijk duidelijk is. Of een kunstenaar laat de betekenis in het midden en juicht eigen interpretaties toe. Deze ambiguïteit vindt een repressieve overheid als die in Vietnam vaak niet prettig. Je weet daarom nooit of iets als ‘schadelijk voor de staat’ wordt bestempeld en je vervolgens een celstraf riskeert. Veel kunstenaars hebben leren leven met altijd aanwezige angst en onzekerheid.
Lees ook
Ondernemen wordt in socialistisch Vietnam toegejuicht, kritiek op het regime niet
Desondanks is de kunstwereld in Ho Chi Minhstad actief, verzekert een kunstenares die liever niet met haar naam in NRC komt. Maar die is deels ondergronds. Om de overheidscensuur te omzeilen houden kunstenaars thuis tentoonstellingen en performances, vertelt ze in een hippe galerie waar ze een tentoonstelling heeft. „Als je binnen de muren van je eigen huis bezig bent met kunst, zijn er geen beperkingen.”
Voor de tentoonstelling van elk kunstwerk op de expositie moest ze toestemming vragen. Enkele politiek gevoelige werken zijn door de censuur gekomen, omdat ze die heeft aangemerkt als ‘onderzoeksmateriaal’ – een bureaucratisch geitenpaadje. Het is de vraag of de werken zo tot hun recht komen. Want alleen mensen die speuren naar de betreffende achterliggende betekenis zullen die meekrijgen.
Ontbrekende alinea’s
Hanoi, de noordelijke hoofdstad van Vietnam, wordt gezien als het culturele centrum van het land. In de Tempel van de Literatuur worden intellectuele denkers als Confucius en mede-wijsgeren in stijl geëerd. In de tempeltuin poseert Phuong Linh (21) mooi opgemaakt in een fleurige jurk voor de eeuwenoude tempelpoort. Een vriendin houdt een flitsparaplu vast, een studiegenote hanteert de camera. Linh is net jarig geweest en de meiden doen voor de gelegenheid een fotoshoot. „We maken de foto’s hier, omdat we het gebouw zo mooi vinden”, vertelt Linh. Of de jonge vrouwen ook van lezen houden? „Ja, zeker. Vooral liefdesromans.” Ze ervaren geen censuur. „Je kunt in Vietnam alles zeggen”, stellen de meiden. Ook kritiek op de staat? „Ja hoor, maar dat is niet nodig”, reageert Linh. „We zijn heel tevreden over de overheid. Het is hier heel veilig, al vind ik wel dat er te veel files zijn.”
Waar de meiden vooral genieten van de architectonische schoonheid van weleer duikt schrijver en uitgever Duc Anh Kostroma (31) graag de geschiedenisboeken in. Hij is zich zeer bewust van de beperkingen die de overheid oplegt. Kostroma werkte enkele jaren bij een staatsuitgeverij en kent het censuurproces goed. „Alle uitgevers moeten elke publicatie laten beoordelen. Soms krijg je geen toestemming en soms krijg je je boek terug met ontbrekende alinea’s”, vertelt hij in een artistiek koffiehuis in een historische wijk van Hanoi.
Om het communisme gaat het allang niet meer, stelt hij. „We zijn een kapitalistische autocratie. Voor de leiders is behoud van de macht het belangrijkst. En die kun je niet bevragen.”
Kostroma is recentelijk een eigen uitgeverij begonnen. „Ik wilde mijn eigen baas zijn, mijn eigen publicatiekeuzes maken.” Hij werkt binnen de ruimte die er wel is. Hij ziet verschillende trends in Vietnamese literatuur. „Jonge schrijvers zijn heel kosmopolitisch. Ze schrijven over hun persoonlijke identiteit, zoals de verhalen van Vo Dang Khao, die over het innerlijke leven gaan.” Andere schrijvers vertellen over werelden waarin AI een belangrijke rol speelt. „Ook zijn dystopische verhalen populair”, vertelt hij. „Over klimaatverandering en verstedelijking, over werelden die naar de knoppen gaan. De verhalen gaan dan niet specifiek over Vietnam, maar spelen zich af in een onbenoemd land.” En er is een historische trend. „Jonge auteurs plaatsen hun verhaal graag in het Vietnam van duizenden jaren geleden en brengen oude legendes weer tot leven. Deze verhalen zijn heel escapistisch.”
‘Ontlezing is het gevaar’
Terwijl een medewerker het scherm voor de filmavond klaarzet, kijkt Nancy Nguyen (30) of de tafels op het terras klaarstaan. Ze is eigenares van het huiskamerachtige koffiezaakje Bluebird, gelegen in een nauwe zijstraat van de historische binnenstad. Ze vindt het belangrijk om een creatieve atmosfeer te creëren. Net als Kostroma werkte ze een tijd als redacteur in een overheidsuitgeverij. „De grote uitdaging van nu is niet de censuur, maar ontlezing”, stelt ze. „Een steeds kleinere groep leest nog literatuur.”
In Bluebird komen liefhebbers samen om boeken te bespreken. „Soms komt een ambtenaar langs, maar onze salonavonden zijn heel kleinschalig. Tot nu toe hebben we geen echte problemen ondervonden.” Ze houdt rekening met censuur. Boeken die politiek gevoelig liggen, worden niet besproken. Ook kijkt ze uit met het vertonen van films uit China of Taiwan. Ook die kunnen politiek gevoelig liggen. „We willen geen verkeerde aandacht trekken.”
Ze draait zich om en groet de eerste gasten voor de film van de avond, The Assassin, een Chinees-Taiwanees epos over een eeuwenoude hofintrige. Een veilige keuze in dit geval, want het feodale verleden mag getoond worden, zolang films geen politieke thema’s uit het heden raken. De film past bij de historische interesse van de groep jonge Vietnamezen die vaak naar de events komen. Nguyen schrijft zelf ook, vertelt ze. Ze heeft vooral interesse in de binnenwereld van de mens. „Vind je ook niet dat het lijkt alsof de wereld steeds ongevoeliger wordt? Als je in een drukke stad woont, krijg je zoveel prikkels dat je je ervoor gaat afsluiten. We raken afgestompt. Het wordt steeds drukker, vervuiling neemt toe. Onze ademruimte wordt steeds kleiner. Die ervaringen verwerk ik in mijn verhalen.”
Als de duisternis valt, licht een medewerker de film toe. Even later brengen de beelden de bezoekers naar een fantasiewereld ten tijde van de Chinese Tangdynastie.
Géén galerie
Ook in Hanoi, waar de Communistische Partij in elke straat met haar rode vlag en embleem van hamer en sikkel aanwezig is, is de moderne kunstwereld op zijn hoede. Een galeriehoudster (51) toont schilderijen „in een hybride koffiehuis.” Ze noemt haar onderneming liever geen galerie. Voor een koffiehuis zijn vergunningen soepeler te verkrijgen. Ze kan ook schilderijen verkopen, maar moet zich niet te nadrukkelijk profileren met kunst. „Voor de Vietnamese staat is kunst van oudsher een propagandamiddel. Maar vooral moderne kunst wil vaak juist dingen aan de kaak stellen. Het moet wringen.” En dat past niet bij de uitgangspunten van de staat. „Die wil juist iedereen, het volk, als één stem laten klinken.”
De kunstwerken hangen verspreid. Abstracte doeken, landschappen, portretten, schilderingen van katten, alles wordt getoond zonder enige uitleg van de betekenis. „Het is stressvol.” Ze zucht. „Ik ben een lafaard geworden. Ik maak me zorgen dat het een keer misgaat.”