Een zwart t-shirt met drie witte strepen en een naam: Atari. Dat was zowat alles dat er tien jaar geleden nog over was van een legendarische gamebedrijf dat eind jaren zeventig en begin jaren tachtig de wereld veroverde. Ooit was Atari synoniem voor videogames als industrie en als kunstvorm. „Maar na 2014, toen er zoveel onderdelen van het bedrijf verkocht waren, denk ik dat Atari op zoek was naar een doel”, zegt topman Wade Rosen (36) bedachtzaam in een provisorisch kantoortje op gamebeurs Gamescom. „En het lukte maar niet om dat te vinden.”
Hoe duid je de lange geschiedenis van Atari? Rosen worstelt er zelf ook mee. Er was de tijd van oprichter Nolan Bushnell , waarin klassieke games als Pong en Breakout van de arcadehallen naar de huiskamer trokken, toen „Atari het snelstgroeiende bedrijf van Amerika was”. Maar ja: toen kwam die crash. Atari wilde te veel, maakte lopende bandwerk. Toen de bubbel in 1983 knapte, sleurde het bedrijf bijna de hele game-industrie met zich mee.
Maar Atari overleefde. Werd verkocht, werd onderdeel van de Franse game-uitgeverij Infogrames („daar kun je óók nog een hele documentaire over maken”, zegt Rosen), ging failliet, zette zoveel in de verkoop dat bijna alleen de naam overbleef, kwam terug. En dan vanaf 2014 die kwakkelperiode: veel Atari-t-shirtjes en grootse plannen voor gamehotels en casino’s, nauwelijks games.
Nostalgische games
In 2021 kwam het roer in handen van Rosen, een kind van het Amerikaanse platteland. „Mijn vader wist nauwelijks hoe hij een computer moest aanzetten”, zegt Rosen nu. „Games waren mijn ontsnapping aan die wereld.” Hoewel hij als dertiger te jong is om de hoogtijdagen van Atari zelf te hebben meegemaakt, werd hij verliefd op oude, nostalgische games. „Die oude games waren niet gemaakt om je tientallen uren af te leiden , zoals de spellen van nu. Je hoefde geen uitleg over waarom je ergens op schoot. Je pakte gewoon die controller op en begon, en kon die op elk moment wegleggen. Iets aan de puurheid daarvan fascineert me.”
Tech-ondernemer Rosen begon enkele jaren geleden een eigen bedrijf, Ziggurat, gericht op het heruitgeven van games van vroeger. Toen bleek dat Atari openstond voor een overname, twijfelde hij niet. Hij wist dat hij „iets” wilde met de omvangrijke geschiedenis van Atari, nu oudere gamers nostalgisch worden. “Zogeheten ‘retrogames’, nostalgische spellen, waren onze enige echte kans om ergens de beste in te worden.” Om dat te doen, moest Atari wél weer gamemakers in huis hebben. Daarin voorzag Rosen met de samenwerking met en latere aankoop van Night Dive en Digital Eclipse, twee gamebedrijven die zich specialiseren in retro-spellen. Het leverde in 2022 al Atari 50 op, een bundeling van oude spellen om de verjaardag van het bedrijf te vieren. Opgepoetst en klaargemaakt voor de moderne markt.
De gok van Rosen en zijn team bleek een succes. Atari 50 werd enthousiast ontvangen door critici en retrogameliefhebbers. De daaropvolgende remakes van iets jongere nostalgische spellen, zoals System Shock (1994), zorgden al het jaar erop voor een verdubbeling van de game-inkomsten. Na de forse investeringen van de afgelopen jaren, begint ook de volle omzet van Atari weer toe te nemen – die verdubbelde dit jaar naar 20 miljoen dollar. „Ik denk dat Atari lang rondliep met het idee dat elke zet onmiddellijk een home run moest zijn”, zegt Rosen. „Het was tijd om een stap terug te doen en alles baksteen voor baksteen opnieuw op te bouwen. De trend lijkt nu goed, maar we zijn er nog niet.”
Jeugdherinneringen
Onder Rosen kocht het bedrijf veel rechten van oude games met de hoop daar op verder te bouwen; onder andere de cartoonachtige Nederlandse actiegamehit Awesomenauts (2012) ligt inmiddels op de plank van Atari. Met de merkenstal wil Atari niet alleen oude games opnieuw uitbrengen, maar ook nieuw werk maken met Atari-dna.
„Dit is een droom”, glimlacht WayForward-ontwikkelaar James Montagna, in een kantoortje verderop op gamebeurs Gamescom. „Ik heb hele sterke jeugdherinneringen aan Atari-games.” Rosen benaderde de oude gamestudio WayForward enkele jaren geleden met een simpel aanbod: kies iets uit de Atari-bibliotheek en doe er wat mee. Het werd ruimtespel Yars’ Revenge (1982). „Dat was een voor de tijd unieke game, met een uitgesproken neonkleurenpalet.”
Daaromheen bouwden ze een spel dat beter aansluit op de gamemarkt van nu, in de ‘Metroidvania’-stijl: je verplaatst je door een doolhof, waarbij je onderweg krachten verdient. Met die krachten kun je in oude gebieden nieuwe doorgangen vinden. In de aankomende game Yars Rising wissel je tussen deze heerlijk uitgesproken neongekleurde gebieden en hackspelletjes in de stijl van de oorspronkelijke game uit 1982. Dat betekent dus: ouderwets een pixelscheepje links, die een pixelkanon rechts op het beeld met een goedgetimed laserschot onklaar moet maken. Het is bij lange na niet de enige nostalgische kwinkslag in de vloeiend wegspelende game.
Het is een voorbeeld van hoe Atari modern en vroeger weer met elkaar wil koppelen, zegt Atari-topman Wade Rosen. Maar dat blijft een „delicate operatie”. „We leggen toch feitelijk beslag op jeugdherinneringen.”
Die jeugdherinneringen zijn ook tastbaar, zegt Atari-vicepresident Matthew Burnett op Gamescom. Ze liggen niet alleen in de audiovisuele poespas van de games, maar ook in de ouderwetse spelcomputers, in de joysticks en de knoppen. Veel van die oude apparatuur werkt niet meer; doen ze het wel, dan heb je een ouderwetse kist van een televisie nodig om ze te gebruiken. Vorig jaar bracht Atari daarom de 2600+ op de markt, een moderne versie van haar belangrijkste spelcomputer uit 1977 die wél op moderne schermen werkt. Dit jaar volgt een update van de Atari 7800 uit 1986.
Vakkundig nagemaakt
„En omdat die herinnering zo tastbaar is, moet het plastic ook hetzelfde voelen”, zegt Burnett. Knobbeltjes en imperfecties in de buitenkant zijn vakkundig nagemaakt. De joystick moest extra knoppen krijgen zodat die ook bruikbaar zou zijn met andere gemoderniseerde Atari-hardware, vertelt Burnett, maar om de illusie niet te verstoren heeft hij de knoppen zoveel mogelijk laten verstoppen. En het belangrijkste: oude game-cartridges passen erop. De liefhebber die boven nog een doos met oude spellen heeft staan, kan ze nu ineens weer gemakkelijk spelen.
Maar hoe zorg je ervoor dat het authentiek aanvoelt? Atari kocht afgelopen jaar AtariAge aan, een site voor Atari-liefhebbers, om een gemakkelijke plek te hebben om het oor te luisteren te leggen. „De fans hebben wel overal commentaar op”, lacht Burnett. „Maar het fijne is: als ze een probleem zien, komen ze ook meteen met de oplossing.”
„En sommige fans maken zelf nieuwe games”, zegt Rosen later. Het bedrijf werkt soms met deze amateurgamemakers samen: die spellen kunnen óók op de gemoderniseerde Atari’s gespeeld worden. „Bedrijven laten gamesystemen na verloop van tijd in de steek, maar die systemen sterven niet echt. Mensen blijven er games voor maken. Soms komen de beste spellen uit voor een apparaat dat door de maker al lang is begraven. Ik wil dat Atari een levend ecosysteem blijft.”
Vijf grote Atari-hits
Pong, Breakout en Yars’ Revenge
1972Pong
Met dit tennisspel, bestaande uit slechts twee lijntjes en een puntje, wist Atari voor het eerst door te breken. Oorspronkelijk stond Pong in de arcadehallen, de thuisversie was dé speelgoedhit van kerst 1975.
1976Breakout
In deze game moet je een muur van blokjes kapotmaken door er een bal tegen te laten stuiteren. Atari wilde met Breakout een versie van Pong maken zonder tegenspeler.
1979Asteroids
Met een klein scheepje moet je aanvliegende asteroïden kapotschieten. Deze arcadehit was één van de eerste games waarin spelers hun initialen konden invoeren als ze een hoge score hadden behaald.
1981Centipede
Een insect neemt het al schietend op tegen een duizendpoot. De makers hoopten dat dit spel vrouwelijke gamers zou aantrekken: het bevatte immers geen (vecht)sportverwijzingen.
1982Yars’ Revenge
Als alien-ruimteschip moet je door een kleurrijke muur zien te breken om vijanden aan de andere kant van het scherm te doden. Het spel werd verpakt met een stripboek dat uitleg gaf over het verhaal – destijds een unicum.
Lees ook
50 jaar Pong: tafeltennisgame stond aan de wieg van een miljardenindustrie