Lagere inflatie beïnvloedt looneis: een loonsverhoging van 12 procent klinkt ineens exorbitant

Cao In navolging van de inflatie stegen de lonen sterk de afgelopen maanden. De nu teruglopende inflatie verandert de dynamiek van het cao-overleg.

Vakbondsleden van CNV en FNV voor aanvang van een cao-overleg voor de distributiemedewerkers van Albert Heijn.
Vakbondsleden van CNV en FNV voor aanvang van een cao-overleg voor de distributiemedewerkers van Albert Heijn. Foto Koen van Weel/ANP

Over de top drie cao-deals van de afgelopen zes maanden hoeft CNV-vakbondvoorzitter Piet Fortuin niet lang na te denken. Het trotst is hij op de salarisverhoging voor medewerkers van de distributiecentra van Albert Heijn, waar een paar duizend mensen werken: een loonsverhoging van 10 procent, circa 200 euro per maand, voor vast personeel én uitzendkrachten. Na ouderwets staken.

In de retailsector ging het maandloon met eenzelfde bedrag omhoog. Een groot succes, want de cao voor die sector raakt met gemak een paar honderdduizend mensen. En ook de gesprekken met de supermarktbranche verliepen soepeler dan normaal. Doorgaans is het „uitermate moeizaam onderhandelen” met de supermarkten, zegt Fortuin, en is een loonstijging van 3 procent het maximaal haalbare. Dit keer gingen de supermarkten akkoord met 10 procent meer loon. Ze waren bang, vermoedt Fortuin, dat personeel anders op zoek zou gaan naar een andere baan.

Inflatiecompensatie

In navolging van de inflatie, die vorig jaar in augustus en september piekte op ruim 12 en zelfs 14 procent, zijn ook de lonen de afgelopen maanden in rap tempo gestegen. In oktober vorig jaar wist het NS-personeel nog een loonsverhoging van 9,25 procent voor elkaar te boksen. En in mei 2023 werd er gemiddeld 8,2 procent loonsverhoging uitonderhandeld aan de cao-tafels, zo berekende werkgeversvereniging AWVN. Een record. Maar blijven de nieuwe cao-afspraken ook zulke klinkende percentages houden, nu de inflatie weer langzaam terugloopt? Donderdagochtend publiceerde het Centraal Bureau voor de Statistiek namelijk de eerste snelle raming van de inflatie over de maand augustus. Het inflatiecijfer lijkt in de verste verte niet meer op dat van een jaar geleden. De inflatie over de afgelopen augustusmaand is terug op 3 procent, en dat is eerder een gewone dan een hoge inflatie te noemen. Dit is wel het gemiddelde inflatiecijfer: daarbinnen daalden de prijzen voor energie bijna 30 procent ten opzichte van vorig jaar, maar werden de boodschappen ruim 10 procent duurder dan een jaar geleden.

Toch zal juist dat algemene inflatiecijfer van 3 procent de dynamiek aan de onderhandelingstafels aardig beïnvloeden. Het is voor een vakbond veel makkelijker om een loonsverhoging van 10 of zelfs 14 procent te eisen, als de media vol staan met inflatiecijfers die daarop lijken. Nu de inflatie gedaald is naar 3 procent, klinkt een loonsverhoging van 12 procent ineens exorbitant.

Maar dat is de helft van het verhaal: werknemers die nu nog in een cao zitten die al meer dan een jaar loopt, hebben de afgelopen periode nog geen enkele structurele compensatie gehad voor de hoge inflatie van afgelopen jaar. Dat zij niet alleen naar de huidige inflatie kijken voor hun looneisen, maar ook naar hoeveel hun geld in waarde is afgenomen in de afgelopen periode, is logisch.

In heel 2023 lopen er in totaal 423 cao’s af, waar gezamenlijk een kleine 3 miljoen werknemers onder vallen. Eind juli hadden 2,3 miljoen van hen inmiddels een nieuwe cao uitonderhandeld, het ging om 269 nieuwe cao’s. De overige 154 cao’s die nog moeten worden gesloten (voor 560.000 werknemers), zullen het lastiger gaan krijgen dankzij de dalende inflatie.

Dat ziet ook werkgeversvereniging AWVN. Op de top in mei bedroeg de gemiddelde cao-loonstijging 8,2 procent. Dat is inmiddels gedaald naar 7,3 procent over de maand juli. „De druk gaat er een beetje vanaf”, zegt een woordvoerder. Hij ziet over de tot nu toe in augustus afgesloten cao’s een verdere daling van loonstijgingen. Dat daarmee niet iedereen meer gecompenseerd wordt voor geleden inflatieschade is pijnlijk, maar onvermijdelijk, meent de AWVN. „Iedereen neemt zijn deel van de inflatie: de overheid heeft een koopkrachtpakket gelanceerd, werkgevers hebben geleverd door mee te bewegen in de hoogte van de loonstijgingen, die zijn echt historisch hoog. En ook de werknemer zal een deel van het koopkrachtverlies voor zijn rekening moeten nemen.”

‘In steen gebeiteld’

Dat het moment om extreem hoge loonsverhogingen te stellen voorbij lijkt, blijkt aan de cao-onderhandelingen tussen KLM en FNV over een hoger salaris voor het ‘grondpersoneel’ (onder meer bagagesjouwers, tankers, personeel bij de gate, kantoorpersoneel), zo’n 15.000 werknemers. De vakbond wil 14,3 procent meer, KLM biedt 4 procent. De gesprekken lopen al maanden, maar leiden tot niets. FNV heeft KLM nu een ultimatum gesteld: als de luchtvaartmaatschappij volgende week donderdag niet instemt, volgen er acties. „Dan gaan we staken”, zegt David van de Geer, bestuurder van FNV Luchtvaart. Hij ziet niet in waarom de bonden hun looneis zouden moeten matigen, ondanks de nu dalende inflatie: „Deze verhoging staat voor ons in steen gebeiteld”. Dat is de enige manier om de koopkracht op peil te houden, volgens hem.

Is dit een voorbode voor meer stakingen? Het is nog te vroeg te om dat te zeggen, volgens CNV-voorzitter Piet Fortuin. Aan verschillende onderhandelingstafels zullen de komende weken de gesprekken weer opstarten. Die lagen tijdens de zomer stil. Voor onder meer het onderwijs, de horeca en de metaalsector moeten nieuwe cao’s gesloten worden. „In de metaalsector is veel actiebereidheid.” Fortuin blijft optimistisch. Hij denkt dat de loonstijgingen ook de komende maanden nog zullen aanhouden. Dat blijkt ook uit de meest recent afgesloten cao’s, zegt hij. Daar schommelt de salarisverhoging nog rond de 7 en 8 procent.