Motoren, fietsen, bourbon, vishengels, puzzels, speelgoedpistolen. Maar ook achtbanen, reptielen en kamelen. Het Verenigd Koninkrijk heeft een document gepubliceerd met Amerikaanse producten waarover de Britse regering importheffingen zou kunnen invoeren. De lijst producten is 417 pagina’s lang en uitgebreider dan een catalogus van de gemiddelde webwinkel.
Het woordje kunnen is hier alleen cruciaal. De Britse premier Keir Starmer (Labour) en zijn ministers reageren tot nu toe namelijk veel voorzichtiger dan politici in andere landen op de importheffingen uit de Verenigde Staten. Die terughoudendheid is onderdeel van Starmers strategie. In plaats van snel tegenmaatregelen nemen, probeert hij liever om zijn relatief goede verstandhouding met de Amerikaanse president Donald Trump te benutten en om een bilaterale handelsdeal te sluiten, met lagere importheffingen.
De heffing van 10 procent die de VS gaan hanteren voor Britse producten, ligt al flink lager dan bijvoorbeeld die voor goederen uit de Europese Unie (20 procent) en China (opgeteld zo’n 104 procent). In de Britse publieke discussie werd dit zelfs „een eerste echte voordeel van de Brexit” genoemd: de heffingen zijn de helft lager dan het tarief dat het VK opgelegd had gekregen als het land nog lid was geweest van de Europese Unie. Binnenskamers waren Labour-ministers opgelucht, stelden Britse politiek journalisten vast.
Binnenskamers waren Labour-ministers opgelucht, stelden Britse politiek journalisten vast
Niet triomfantelijk doen
„Ik heb in het verleden geworsteld om voordelen van de Brexit te vinden, maar dit is er één. Dit is goed”, zei Darren Jones, staatssecretaris van Financiën (Labour) in een interview met Sky News. Om er meteen aan toe te voegen dat de regering hier niet triomfantelijk over gaat doen richting Brussel. Labour wil de relatie met de EU graag goed houden. En zo knap was de prestatie van het VK rond die heffingen ook weer niet, zeiden critici meteen. Regeringen die minder gemakkelijk toegang hebben tot het Witte Huis dan de Britten, kregen evengoed een ‘basisheffing’ van 10 procent opgelegd.
De VS en het VK waren al voor de aankondigingen van Trump vorige week aan het onderhandelen over een handelsakkoord. Volgens een peiling van de Britse Kamer van Koophandel steunt het bedrijfsleven de regeringsaanpak om niet meteen tegenheffingen in te voeren, maar in onderhandeling te blijven. Labour tempert wel de verwachtingen dat zoiets snel rondkomt. Zeker nu president Trump en zijn team de handelsoorlog met China verder laten escaleren en tientallen andere landen inmiddels óók proberen om bilateraal afspraken met de VS te maken.
Belangrijk onderdeel van een deal tussen de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk zou een verlaging zijn van de Britse belasting voor grote technologiebedrijven. In 2020 heeft het VK een belasting van 2 procent ingevoerd op de inkomsten van grote socialemediabedrijven en webwinkels, bijvoorbeeld Meta en Amazon. De VS willen ook graag een versoepeling van de Britse standaarden voor voedsel, maar dat zou het VK te ver gaan. Chloorkip en hormoonhamburgers vormen ook voor Britten een schrikbeeld. Bovendien wil Labour graag de handel in dierlijke producten met de EU weer versoepelen, wat alleen mogelijk zou zijn als het VK zich aan de Europese strenge voedselcriteria houdt.
Autofabrikanten, vliegtuigproducenten en staalfabrieken worden in het VK het hardst geraakt door de nieuwe heffingen. Plus whisky-distilleerderijen in Schotland, die de VS als belangrijkste exportmarkt hebben. Auto’s staan bovenaan de lijst van Britse exportproducten en van alle auto’s ging vorig jaar bijna een derde naar de VS. Importeerders van luxe Britse auto’s – denk Aston Martin, Bentley of McLaren – betalen sinds vorige week donderdag in de VS een importheffing van 25 procent. Fabrikant Jaguar Land Rover heeft de export naar de VS voor een maand stilgelegd, om uit te vinden hoe ze met die extra kosten moeten omgaan.
Chloorkip en hormoonhamburgers vormen ook voor Britten een schrikbeeld
Eigen economie eerst
Intussen kwam premier Starmer begin deze week met maatregelen die de eigen maakindustrie moeten beschermen en de binnenlandse economie moeten helpen groeien. Zo was het plan om vanaf 2030 alleen nog verkoop van elektrische auto’s toe te staan, maar nu mogen hybride auto’s nog tot 2035 de markt op. Luxe merken mogen in die extra vijf jaar ook nog benzineauto’s verkopen. En de boetes voor het schenden van het verbod worden verlaagd.
Verder kondigde de premier 600 miljoen pond (ruim 723 miljoen euro) aan investeringen in onderzoek voor medicijnen en gezondheid aan, plus een versimpeling van regels voor klinische onderzoeken. Deze week zouden nog meer van dit soort aankondigingen volgen. Het zijn maatregelen die de regering toch al wilde nemen, geven Labour-politici toe, maar die zijn naar voren gehaald vanwege alle economische onrust.
Lees ook
Trumps heffingen drijven Zuidoost-Azië in de armen van China
Het Office for Budget Responsibility, het Britse Centraal Planbureau, voorspelde dat de economische groei van 1 procent die het voor dit jaar verwachtte, teniet wordt gedaan door de internationale gevolgen van de Amerikaanse importheffingen. Minder belastinginkomsten zou de Britse minister van Financiën Rachel Reeves slecht uitkomen, aangezien ze al weinig financiële speelruimte heeft. Zij en premier Starmer beloofden begin deze week dat ze enkele belangrijke belastingen voor de bevolking niet zullen verhogen, om hun verkiezingsbelofte daarover niet te breken. In plaats daarvan zouden extra bezuinigingen op publieke voorzieningen voor de hand liggen. Ook niet bepaald wat Labour graag wil.
De importheffingen en de handelsoorlog betekenen „een einde aan de wereld zoals we die kennen”, herhaalde Starmer de afgelopen dagen, met minder gevestigde regels en meer losse allianties tussen landen. „We moeten onze binnenlandse concurrentiekracht verbeteren, zodat we minder worden blootgesteld aan dit soort wereldwijde schokken.” Maar, zoals politieke nieuwssite Politico vaststelde: de omvang van de maatregelen die Labour tot nu toe daarvoor aankondigde, „komt niet bepaald overeen met de grote retoriek over het belang van dit moment”.
