N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Interview
Lady Blackbird In een vorig muziekleven was ze cover- en gospelzangeres Marley Munroe. Nu is ze als de extravagante Lady Blackbird een sensatie op de podia. Deze week treedt ze op in Nederland.
Zie haar staan op haar stiletto’s in een extravagante catsuit met veren of een classy body met zwart voile cape. Haar witte, bolvormige uitstaande haar licht op in de schijnwerpers. Lady Blackbird is een zangwonder op een trage shuffle of een in kleine golven uitrollende groove. Bijzonder is hoe ze het concertvuur langzaam opstookt, telkens weer een andere fotogenieke houding aannemend.
Lady Blackbird is het alter ego van Marley Munroe, een Amerikaanse zangeres die lang in r&b en gospelpop naam probeerde te maken. Met de hulp van producer Chris Seefried vond ze haar ware geluid: een persoonlijkere, versoberde stijl tussen jazz en soul op minimale instrumentatie, zodat haar dramatische zang daarboven schitteren kan. Het sterke debuut Black Acid Soul(2021) kwam uit tijdens de pandemie – een ontdekking.
Destijds kwam van toeren natuurlijk niets. Maar dat maakte ze goed: afgelopen voorjaar trok ze met haar band door Europa voor shows die indruk maakten. In kleine Nederlandse clubs en in de zomer op North Sea Jazz werd ze als nieuwste sensatie onthaald. Lady Blackbird – bij een vraag om haar leeftijd lacht ze mysterieus – wist na jaren sappelen niet hoe ze het had. Deze week staat ze opnieuw op de Nederlandse podia.
Eigen mengsel
In timing schurkt ze aan tegen vocale jazz, maar de invloeden uit gospel, soul en blues zijn niet te missen in haar muziek. Het is een door haar vermaarde Amerikaanse producer, tevens gitarist in haar band, Seefried afgestemde sound die ze ‘black acid soul’ zijn gaan noemen.
„Het is ons eigen mengsel”, vertelde ze eerder dit jaar in haar kleedkamer vooraf aan een show. „Black acid soul is een smeltkroes van alles wat ik al heb gedaan als zangeres en waar ik als kind in de late jaren tachtig naar luisterde: van Chaka Khan en Gladys Knight tot Billie Holiday, Ella Fitzgerald en Nina Simone. Ik heb uren naar hen op de koptelefoon geluisterd. Ik bestudeerde hoe ze zongen en wilde zijn als zij.”
Ze weet niet beter dan dat ze als kind in New Mexico, opgroeiend in het kleine plaatsje Farmington, altijd al zong.
„Kennissen kwamen bij ons naar mijn liedjes luisteren. Ze wierpen me een kwartje toe als ik het mooi deed. Mijn moeder realiseerde zich dat we er iets mee konden doen.” Ze trad op in de kerk en er waren jaarmarkten. Religie, haalt ze terug, was het fundament van haar jeugd. Op haar twaalfde werd Marley bij een van de christelijke platenlabels in Nashville getekend. Daar is nooit iets van uitgebracht.
Lees ook: Tegen de stem van Lady Blackbird is eenieder weerloos
Grote precisie
Het is een van de vele tegenvallers in haar muziekcarrière. Als twintiger, intussen zingend in bars in New York en Los Angeles, deed ze alles om in beeld te komen, maar ze stuitte telkens op gesloten deuren. Had ze eindelijk een platencontract bij Epic, werd ze wegbezuinigd. Haar single ‘Boomerang’ deed te weinig. En ook een samenwerking met dance-artiest Tricky stelde minder voor dan ze hoopte.
Het tij keerde toen ze met producer en liedjesschrijver Chris Seefried ging werken, rond 2016. Hij was op dat moment nauw betrokken bij de lancering van zangeres Andra Day, bekend van het nummer ‘Rise Up’, en viel onmiddellijk voor haar stem. Seefried probeerde vele soorten stijlen met haar uit, van een sixties sound tot zelfs rap. Met alleen gitaar, een totaal transparante sound, kreeg haar stem de diepte. „Menselijk”, is zijn omschrijving.
Ik kwam voorheen rond als coverzangeres in hotels, zie je. Het is nu echt.
Het kenmerkt nu haar nummers: als Lady Blackbird zingt ze met grote precisie en gevoel. Alles is gestript en ontdaan van toeters en bellen. „Met opzet kwetsbaar”, knikt ze. „Chris heeft me echt die kant op gestuurd. Een van de eerste liedjes was de ballade ‘Nobody’s Sweetheart’. Toen ik het zong, voelde ik hoeveel nadruk er op de tekst kwam te liggen. Zelfs de therapeut was ontroerd.” Lachend: „Dan weet je dat je beet hebt.”
Dat Seefried haar stem in de geluidsmix helemaal naar voren haalde, bleek een gouden greep. Lady Blackbird trekt zo, met haar husky zang, de luisteraar naar zich toe. Dat werd met organische liveopnames in de Sunset Sound, een jarenvijftigstudio met zogeheten reverbkamers (galm), versterkt: een groot ruimtelijke geluid. Fraai ingehouden, broeierig.
Uitgekleed geluid
Lady Blackbird zingt een combinatie van vergeten liedjes en eigen nummers. Neem ‘It’ll Never Happen Again’, een zachte, maar krachtige cover van een obscuur nummer van het debuut van folkzanger Tim Hardin uit 1966. Dit soort melancholie ligt haar goed. Maar ook opgepoetst vrolijkstemmend soulwerk, zoals haar nieuwe dansbare single ‘Feel it Coming’ – ze zong het zaterdag bij Matthijs Gaat Door – voelt nu al als een klassieker. Haar stem knalt alles open.
„Ik moest zelf erg wennen aan deze nieuwe stijl”, zegt Lady Blackbird. „Want hé, ging ik niet ooit popster worden? Maar ik ben me thuis gaan voelen in dit uitgeklede geluid. Het voelt zo goed om alles schoon te vegen. Zonder verschuilen leg ik alles op tafel.”
Haar transformatie tot queerdiva in bonte outfits hoort erbij, zegt ze. Om haar bijnaam ‘Grace Jones of Jazz’ schatert ze hard. „Het is me een eer! I love her.” Op het podium verandert ze direct. „Er is geen beter gevoel!”, zegt ze theatraal. „Maar ik ben soms nog echt een beetje van mijn stuk door alle aandacht. Wat komt er nu veel liefde op mij af! Of die eerste keren: mijn eerste vinylplaat in mijn handen. Lovende recensies. Televisie. Ik kwam voorheen rond als coverzangeres in hotels, zie je. Het is nu echt.”