Lachen om de dood kan en mag bij Kim Schuddeboom. ‘De dood is ook een opluchting’

Kim Schuddeboom is gefascineerd door mensen die alleen maar bezig zijn met gezond leven. „Dat is toch zonde van je tijd? Dat wij nu, om één uur ’s middags niet aan de whisky zitten, is natuurlijk goed. Alleen, mensen slaan zo door. Ze willen oud worden, maar er niet oud uitzien. Sommigen willen zelfs eeuwig leven. Hoezo? Ik moet er niet aan denken.”

De gezondheid van mensen, en meer nog, de dood van naasten, speelt een grote rol in Doe maar rustig, de tweede voorstelling van de 39-jarige cabaretier. Het is de opvolger van het enthousiast ontvangen Ongeschreven, dat haar in 2023 een nominatie voor de Neerlands Hoop opleverde, de prijs voor veelbelovende cabaretiers. Daarin maakte ze onder meer grappen over haar broer in een rolstoel, onder het mom van: „Je moet elkaar in de zeik kunnen nemen.”

In Doe maar rustig peurt ze opnieuw troostende humor en confronterende grappen uit moeilijke situaties. Zelfs de euthanasie bij haar vader en bij haar stiefvader worden in haar versie koddige toestanden, waar van alles mis gaat. Sterk in haar optreden is altijd haar lenige stem, die ze freekiaans van kleur kan laten verschieten, om extreme verbazing of ergernis uit te drukken.

Schuddeboom is ook goed in praten met publiek. „Als ik eerlijk ben en me kwetsbaar opstel, vertelt het publiek ook veel. Hoe groot de zaal ook is, ik hoop altijd het idee van een intieme kroeg te kunnen creëren.”

Bij die sfeer zijn missers geen ramp. Ze vertelt dat ze bij een try-out iemand aansprak op de eerste rij met meneer, het bleek een mevrouw te zijn. „Ik kon wel door de grond zakken. Maar goed, de zaal moest lachen en zij moest ook lachen. Ik heb een leuk gesprekje met haar. Dus ik denk: oké, het is rechtgezet. Maar ze zit naast iemand, dus ik begin over haar man. Was ook een vrouw. O mijn god! Twee keer mis.”

Het is ook niet erg als mensen het met haar oneens zijn, zegt ze. „In mijn eerste voorstelling stelde ik dat gelijke rechten voor vrouwen belangrijk zijn. Roept er een vrouw op de eerste rij: ‘Die wijven moeten niet zo zeiken. Je mag allang genoeg.’ Dan moet ik even schakelen, maar prima.”

Ik kom in de voorstelling niet eens aan alle doden toe, want dat zou too much zijn

Stevige bodem

De kritiek op haar debuut was dat haar materiaal nog te veel naar stand-up neigde door gebrek aan samenhang. Bij het maken van haar eerste programma was ze vooral bezig met grappig zijn, verklaart ze. „Ik had nog veel te leren.” Haar tweede heeft die stevige bodem wel, denkt ze. „Ik wil een voorstelling maken met meer lagen.”

En dus gaat het over de dood en wat het leven waard is. „Die waarde zie je af aan de enorme angst van mensen voor de dood. Dat ongemak over de dood, er niet over kunnen praten, heeft me geïnspireerd. Er was veel dood om mij heen, vanaf jonge leeftijd. Ik kom in de voorstelling niet eens aan alle doden toe, want dat zou too much zijn. Ik pak het deel dat voor mij belangrijk was.”

In Doe maar rustig noemt ze de dood ook „een opluchting”. „Ik denk dat je de dood beter maar kan accepteren. De dood maakt alle mensen gelijk. Dat is wel mooi. Wat Musk en Trump ook uitkramen, ze gaan vanzelf een keer dood. Daarin zijn ze niet beter dan de rest.”

Het verhaal van haar voorstelling is ook opgroeien in het dorpje Everdingen bij Vianen, in een samengesteld gezin. „Ik had een turbulente jeugd. Ik was zeven toen mijn ouders gingen scheiden. Als kind zag ik al dat dit het beste was, want het was niet heel gezellig thuis. Mijn moeder zei altijd: ‘Je moet het zelf doen, je moet het zelf oppakken.’ Dat was een pittige opvoeding, maar dankzij haar heb ik alles kunnen doorstaan. Er was veel verdriet. Maar dat ligt in het verleden en ik ben nu op een plek waar ik er grappen uit kan smeden.”

Kim Schuddeboom: „Als ik eerlijk ben en me kwetsbaar opstel, dan vertelt het publiek ook veel.”
Foto Roger Cremers

Medicijn

Op haar 25ste begon Schuddeboom met cursussen in cabaret, een cadeau van vrienden die vonden dat ze iets van haar leven moest maken . „Mijn jaren als twintiger waren geen makkelijke jaren. Op mijn twintigste overleed mijn stiefmoeder, vlak erna mijn vader, vijf jaar later mijn stiefvader en toen nog mijn broer. Ik werkte in de horeca, had veel paniekaanvallen. Toen ik ging optreden, is dat allemaal weggetrokken, ik had gevonden wat ik leuk vond. Ik leerde mijn creativiteit in te zetten. Dat was een soort medicijn.”

Helemaal ongeschonden is ze er niet uitgekomen, ze kampt nog met tics en ontregelende gedachten, vertelt ze in de voorstelling. Ter illustratie zegt ze bij een try-out in Lelystad tegen iemand op de eerste rij, dat ze haar zomaar in het gezicht zou kunnen schoppen. „Iedereen heeft toch van die gedachtes? Als kind, in de tijd dat het turbulent werd, had ik veel tics. Knipperen met mijn ogen, kloppen. Als ik fietste, dacht ik: ‘Drie keer bellen, dan komt alles goed’. Dus ik zat almaar bellend op de fiets. Toch een beetje gênant. Het is nu een stuk minder. Maar als ik iemand met tics zie, begin ik ook.”

Medicatie wil ze niet. „Het is een deel van mij. Het werd beter toen ik er openlijk over sprak en me niet meer schaamde. Het komt vast voort uit trauma, maar ik ga er niet voor naar de dokter. Mijn moeder heeft me ooit één keer meegenomen naar de huisarts. Die zei dat ik veel op mijn bord had gehad en daardoor angsten had. Maar ik neigde ook naar ADHD. Mijn moeder sprong ertussen.” Schuddeboom doet een imitatie van een ratelende vrouw: „Dat is raar, want dan moet ik het ook hebben. Dan moet ze het van mij hebben. Heb jij de autosleutels? Hebben we de autosleutels?” Weer als zichzelf: „Toen moest ik heel erg lachen. Dus misschien heb ik iets, waardoor ik altijd maar aan het schakelen en associëren ben, maar voor mijn shows werkt het.”

Kim Schuddeboom: Doe maar rustig. Tournee t/m 5 juni. Info en speellijst: dekeetbv.nl