Op de overlijdenskaart van kunsthandelaar Sjoerd de Vries staat een oude Tibetaanse prent van een Bhavachakra afgebeeld. Dat is het boeddhistische levenswiel, een verbeelding van de eeuwige cyclus van geboorte, dood en wedergeboorte. De rouwkaart sluit af met een Nepalese uitdrukking die De Vries regelmatig gebruikte: Ke Garne? – wat doe je eraan?
De Vries begon 46 jaar geleden Astamangala, de enige Nederlandse galerie gespecialiseerd in oude kunst- en gebruiksvoorwerpen uit Tibet, Nepal en India, sinds 2013 gevestigd aan de Keizersgracht in Amsterdam. Verzamelaars en musea van over de hele wereld kochten bij hem rituele dansschorten, eeuwenoude boeddhabeelden en antieke meubels en tapijten.
Eind juni reisde de altijd grijnzende De Vries in zijn eentje naar het familiehuis in de Dordogne. Omdat zijn dagelijkse telefoontje uitbleef, maakte zijn vrouw Elizabet zich ongerust. De Franse buurman die op haar verzoek poolshoogte ging nemen vond De Vries; hij bleek overleden aan hartfalen, 73 jaar jong.
Hij had lak aan de boeddhistische levensregel dat je lichaam een tempel is
De Vries, longcovidpatiënt, leefde al in reservetijd. Na een zware longontsteking lag hij anderhalf jaar geleden een tijd in coma in het ziekenhuis. Toen hij tegen de verwachting in opknapte, zei hij God bij het ontwaken op zijn blote knieën te danken voor weer een nieuwe dag, vertelt Isabel, de oudste van zijn twee dochters.
Die dankzegging moet niet al te letterlijk worden genomen, zegt zijn echtgenote Elizabet. „Sjoerd was wars van iedere vorm van godsdienst.” Best een opmerkelijke houding voor een handelaar die eindeloos kon uitweiden over de religieuze finesses van de voorwerpen in zijn winkel. De Vries schreef bovendien twee populaire inleidingen tot wereldgodsdiensten, Boeddhisme voor beginners (1994) en Hindoeïsme voor beginners (1996). En als gastconservator van het Wereldmuseum Rotterdam richtte hij in 2009 een authentieke Tibetaanse tempel in, die later tot zijn grote trots ceremonieel werd ingewijd door de dalai lama zelf. Elizabet: „Sjoerd kon geraakt worden door de rituele handelingen in boeddhistische tempels. Maar hij zag ook de gevaarlijke kanten van godsdienst. Die deden hem huiveren.”
Victor Levie, vijf decennia bevriend met De Vries, duidt de tegenstelling in andere bewoordingen: „Sjoerd was een vrolijk vat vol tegenstrijdigheden.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data135105716-2750f0.jpg|https://images.nrc.nl/QqsuBJcnSJYj3Cj4yZH0thpw4H0=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data135105716-2750f0.jpg|https://images.nrc.nl/6I-6i-Ec2D__QEt8W9IOnBEtX6I=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data135105716-2750f0.jpg)
Sjoerd de Vries met de dalai lama, die zijn authentieke Tibetaanse tempel ceremonieel inwijdde. Foto privéarchief
Zondagskind
De Vries was de zoon van een bevlogen geschiedenisleraar en een talentvol fotografe en illustrator. Zijn oudere zus Liesbeth karakteriseert haar broertje ‘Kiki’, zoals De Vries in de familie heette, als een zondagskind. Uit het dagboek van zijn moeder blijkt dat hij verwekt is in Parijs, nadat zijn ouders een ruzie hadden bijgelegd. Liesbeth: „Met zijn blonde krullen en blauwe ogen nam hij als kind iedereen voor zich in, en toen al kreeg hij de lachers op zijn hand.”
Al jong, als zestienjarige, toonde De Vries belangstelling voor de kunsthandel; vanuit school ging hij vaak langs bij Het Kaperschip, een antiquair in Baarn. Met zijn vijf jaar oudere broer Aart reisde hij op zijn negentiende in een Citroën Ami naar Iran en Syrië. Een vakantie die uitmondde in een struintocht langs antiekwinkeltjes.
Geeske Hendriksen werd in 1976 verliefd op De Vries, toen student kunstgeschiedenis van Centraal Azië. Dat jaar maakte hij, deels met zijn ouders, een reis door Azië. In Kathmandu raakte hij in de ban van alles wat Tibetaans was, zegt Hendriksen. „Hij kocht een Tibetaanse grammatica en kletste met handen en voeten met handelaren. Hij maakte vrienden, al zal vast hebben geholpen dat hij heel veel spulletjes kocht.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data135105743-46265c.jpg|https://images.nrc.nl/immqHw-gD_URtG2fIF9mSnAQCpU=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data135105743-46265c.jpg|https://images.nrc.nl/CeWU1lYIAxG1Z9PABNStzBDF1O4=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data135105743-46265c.jpg)
Sjoerd de Vries toont een Tibetaanse tekst Foto privéarchief
Boterthee
Een jaar later, in 1977, reisden Hendriksen en De Vries samen naar Ladakh, een door de Tibetaanse taal en cultuur gedomineerde streek in Noord-India. Ze verbleven daar enige maanden voor zijn doctoraalscriptieonderzoek: een beschrijving van de complete inboedel van een boeddhistisch klooster.
Hendriksen: „Om zes uur ’s ochtends stonden we naast giechelende monniken in een beekje onze tanden te poetsen. Daarna woonden we het ochtendritueel bij, het spreekzingen van mantra’s en het drinken van boterthee. Vervolgens konden we aan het werk. Ik de assistent met het meetlint en opschrijfboekje, Sjoerd de routebepaler, fotograaf en jubelende commentator. ‘Gees, moet je kijken!’ Dan had hij een schort versierd met stukjes mensenbot ontdekt, of een kast vol met boeken.”
Voor de financiering van zijn droom, een eigen kunsthandel, bedacht hij een list, zegt Hendriksen. Als hij nou eens consul in Nepal kon worden. Verdiende hij een mooi salaris en kon hij tegelijk handeldrijven.
De Vries schudde zijn hippie-imago af en meldde zich in een Van Gils-pak en met gepoetste schoenen bij het diplomatenklasje van Buitenlandse Zaken. Hij kwam best ver, zegt Hendriksen. Pas bij het laatste psychologisch onderzoek rees twijfel over de zuiverheid van zijn motivatie als aanstaand diplomaat. Uiteindelijk leende de vader van Hendriksen hem in 1979 het benodigde startkapitaal voor een galerie in de Kerkstraat in Amsterdam.
De liefde met Hendriksen hield geen stand; veertig jaar geleden werd De Vries stapelverliefd op Elizabet Nijhoff Asser, een restaurator die voor hem een thangka opknapte, een Tibetaanse rolschildering met scènes uit Boeddha’s leven. In café Carels verkondigde De Vries luidkeels dat hij graag een kind van haar wilde. Elizabet: „Sjoerd is een geweldige vader geweest voor onze twee dochters. Een man die niet van voetbal hield, maar wel van strijken, afwassen en bedden verschonen. Hij had een fenomenaal geheugen en lak aan de boeddhistische levensregel dat je lichaam een tempel is. Hij at en sliep te weinig, en gebruikte te veel nicotine en alcohol.”
Yemen
De Vries werkte vanaf de jaren tachtig ook als reisbegeleider. Of hij nu naar Tibet, Nepal, China of Jemen reisde, overal toonde hij zich volgens reisorganisator Peter van de Lende een flexibele, charmante en bijzonder goed geïnformeerde gids. Op een reis door Nepal arriveerde hij eens met zijn gezelschap bij een smotsige pleisterplaats voor chauffeurs. Een logeeradres op 4.800 meter hoogte, zonder toilet en met alleen knoflookscheuten op het menu. Als enige had De Vries geen last van hoogteziekte en genoot hij van de eenzijdige maaltijd. Ke Garneh, wat doe je eraan? Blijven lachen, De Vries had er een groot talent voor.
Zijn jongste dochter Tessel gaat het gehinnik van haar vader missen, zegt ze. Hij leerde haar de magie van chaos te omarmen en inspireerde haar tot avontuur. Op haar recente voorstel voor een gezamenlijk roadtrip door Turkije had haar vader direct gereageerd. Hij had een reisgids en een landkaart in huis gehaald.
