Kunstenaar Raphaela Vogel brengt de wereld terug tot een machteloze, zieke penis

Recensie

Beeldende kunst

Raphaela Vogel De jonge Duitse kunstenaar Raphaela Vogel toont in een grote overzichtsexpositie machtssymbolen die hun beste tijd hebben gehad. Zoals een penis vol genitale wratten en gezwellen. Eten of gegeten worden, dat is waar het bij haar om draait.

Raphaela Vogel, ‘Können und Müssen’, 2022. (Courtesy van de kunstenaar/ BQ, Berlin/ Galerie Meyer Kainer, Wenen)
Raphaela Vogel, ‘Können und Müssen’, 2022. (Courtesy van de kunstenaar/ BQ, Berlin/ Galerie Meyer Kainer, Wenen)

Foto Eddo Hartmann

Tien giraffen trekken een hangende penis voort. Hij hangt er sneu bij, ondanks het enorme formaat, en hij oogt ziek. Deze manshoge penis, een uitvergrote versie van het soort dat je in anatomische modellen aantreft, is door de Duitse kunstenaar Raphaela Vogel (1988) op een karretje geplaatst en wordt voortgetrokken door giraffen van wit polypropyleen. Dat de giraffen daarbij hologige, uitgemergelde beesten zijn, draagt niet bij aan de vreugde. Met deze installatie Müssen und Können opent haar overzichtstentoonstelling Kraaan in Museum De Pont in Tilburg.

De onbeholpenheid van het geheel doet denken aan het lot van de op seks beluste man in een verhaal van W.F. Hermans. In De teddybeer is de penis van deze man dermate groot dat het ding alleen nog op een kar kan liggen om voortgetrokken te worden door tractoren: „Het was de afschuwelijk gezwollen roede van Abel, overal tegen doorzakken ondersteund door wagenstellen op luchtbanden. Hier en daar ging hij al tot ontbinding over, kraaien cirkelden erboven en streken zo nu en dan neer om er in te prikken. Hijzelf zat er nog achter aan. De wagenstellen, net iets te hoog, maakten dat hij hulpeloos trippelde op zijn tenen.”

Zowel bij Vogel als bij Hermans wordt de man die de wereld denkt te kunnen veroveren met zijn lid machteloos gemaakt.

Probleemkindje

De penis is eigenlijk altijd al een probleemkindje geweest in de kunst. Vaak werd de keuze gemaakt er toevallig een blaadje voor te draperen, maar wanneer dat wordt weggehaald, is de penis meestal nadrukkelijk aanwezig. Soms als machtswellustig ding, of juist erg klein. Neem enkele antieke beelden van naakte mannen waar het lid vaak een beetje sullig opgerold in een dijbeen hangt, of geniepig klein en slapjes naar beneden kijkt. Grappen over het extreem kleine formaat van het mannelijk lid van Adam – de eerste mens, zoals Michelangelo die afbeeldde in de Sixtijnse Kapel – zijn vaak genoeg gemaakt. Over een andere boeg gooit een macho-kunstenaar als Jeff Koons (1955) het: hij spuit je nog net niet in het gezicht met zijn penis in vol ornaat. Ook fotografen als Robert Mapplethorpe (1946–1989), Paul Blanca (1958–2021) en Erwin Olaf (1959) beelden de man niet bepaald met klein formaat uit.

Raphaela Vogel, A Woman’s Sports Car, 2018. (Courtesy van de kunstenaar/ BQ, Berlin) Foto Eddo Hartmann

Hoe anders wordt het wanneer de vrouw zich buigt over de penis. Vogel is niet de enige die het mannelijk lid tot een machteloos iets terugbracht. Zo fotografeerde de al genoemde Mapplethorpe in 1982 zijn collega-kunstenaar Louise Bourgeois (1911-2010) met een flinke penis onder haar arm. Dit was een beeld dat de Amerikaanse had gemaakt. Die op de foto is net zoals in haar andere werken waarin ze de penis afbeeldt weliswaar niet klein, maar wel een beetje koddig, milder geformuleerd: komisch, of – de omschrijving van Bourgeois zelf – „delicaat”. Het ‘Piemelkrukje’ van Maria Roosen (1957) toont vergelijkbare „delicate” penissen, zij het ook een beetje ziekelijk. De Poolse kunstenaar Magdalena Abakanowicz (1930–2017) plaatst op haar wandkleden weliswaar een grote penis, maar ze ogen toch vooral puntig en weinig manhaftig.

Vogel doet er nog een schepje bovenop, bij haar is de anatomische penis verslagen, ziek als-ie is, blijkt uit de anatomische toelichting: prostaatproblemen, erectiestoornis en genitale wratten. Het beeld was ook al te zien bij de hoofdtentoonstelling Milk of Dreams van de laatste Biënnale in Venetië, waar het draaide om vrouwen en surreële kunst.

Knorrende magen

Behalve het span giraffen voor een karretje, heeft Vogel ook tijgers. Dreigend zijn de beesten van eveneens wit polypropyleen, met opengesperde bekken klimmen ze omhoog in een ijzeren stellage naar een geluidsbox waar een laag grommend geluid uit komt. Dat staat voor de knorrende magen van de tijgers, maar ook voor de reactie die dat bij de kijker oproept: lage tonen zouden eetlust opwekken (of hoge tonen de eetlust verminderen, verteltluidt het verhaal niet). Eten of gegeten worden, dat is het machtsspel dat symbolisch tussen kijker en tijgers ontstaat, waarbij de tijgers er dan wel dreigend uitzien, maar toch ook machteloos zijn met die knorrende magen.

Raphaela Vogel, The (Missed) Education of Miss Vogel, 2021. (Courtesy van de kunstenaar/ BQ, Berlin) Foto Eddo Hartmann

Machteloos zijn ook de doeken die achter elkaar hangen in de vorm van gespalkte dierenhuiden. Op de ‘huiden’ zelf staan mindmaps. Mindmaps zijn een geheugensteun, maar ook de weergave van een wereldbeeld. Om die combinatie is het Vogel te doen: ze zet citaten van schrijvers onder elkaar en creëert zo een eigen literatuurgeschiedenis, ze maakt een muziekgeschiedenis met bebop als basis. Elders zet ze de machtsbronnen uiteen in ‘Quellen der Macht’ en ‘Quellen der Mechanisierung’, vertelt ze over de Europese wordingsgeschiedenis of totaal willekeurig ook over het WK voetbal van 1958. Intrigerend is ook het notenschrift voor een muziekstuk dat Vogel op een van de mindmaps heeft gezet (een gemiste kans is dat je niet krijgt te horen hoe het klinkt). Al die ‘huiden’ achter elkaar met verschillende boodschappen benadrukken vooral de willekeur van onze kennis en de machteloosheid van het individu in een groter geheel van macht en wereldvorming.

Gezamenlijk vormen ze de combinatie waarbij het gaat om de binding van mens, dier en machine. De scheidslijn tussen de drie is soms kleiner dan je denkt. Vogel geeft een wereld weer via de koplampen van een auto, een motorblok is een kloppend hart, een waterglijbaan wordt verbonden met melkmachines.

Raphaela Vogel, Psychogräfin, 2011. (Courtesy van de kunstenaar) Foto Eddo Hartmann

Nina Simone

Allemaal zetten ze de vanzelfsprekendheden die we erop nahouden op de kop. Hoe machine-gestuurd zijn onze levens, waar halen we onze idealen vandaan en hoe houdbaar zijn ze? Dat zijn de vragen waarmee je achterblijft, terwijl Vogel zelf vanuit een kraan ons toezingt in een met een 3D-camera gemaakte opname. ‘Ain’t Got No, I Got Life’ van Nina Simone zingt Vogel in een eigen bewerking terwijl de bezoeker rondloopt in de resten van een miniatuurwereld van westerse architectonische hoogstandjes en idealen: van de Arc de Triomphe tot de Zeppelin en de Tower Bridge. Machtssymbolen van weleer, samen te vatten in Nina Simones woorden: ‘Ain’t got no earth, no ?/ Ain’t got long to live/ And I ain’t got no love’. De miniatuurgebouwtjes, afkomstig uit een pretpark, hebben hun beste tijd gehad, zijn verweerd, afgebladderd en er groeit mos op.

De beladenheid ligt er natuurlijk dik bovenop, maar niet té dik. Daarvoor is het geheel te fascinerend. Bij Vogel is de wereld geen zieke man, maar een machteloos orgaan waarbij de man is teruggebracht tot een vruchteloze, zieke penis vol genitale wratten.


Lees ook: De penis als wapen, lobbes of vanille-ijs