Kunnen wormen ook last hebben van wormen?

Durf te vragen Worminfecties komen veel voor in tropische landen.



Foto Getty Images

Wormen bezetten bijna elke niche op aarde, van de diepzee tot de gletsjers van Alaska en van je achtertuin tot je darmen, je lever of je oogbol. Als je pech hebt. Wormen leven volop in gewervelde dieren, en ook in planten, paddenstoelen en zelfs in insecten. Maar leven ze ook in wormen? Een worm in een worm, misschien zelfs in een worm in een worm, als een serie matroesjka-poppetjes?

‘Wormen’ zijn geen officiële groep van verwante organismen, zoals ‘spinnen’ of ‘slakken’. ‘Worm’ zegt alleen dat een dier langwerpig en buigzaam is. Je hebt wormen onder de gewervelden (de hazelworm: een hagedis), onder de insecten (de glimworm en de meelworm: larven van kevers) en onder de weekdieren (van regenworm tot reuzenborstelworm en van aardappelaaltje tot lintworm).

Onder de weekdierwormen zijn drie groepen het bekendst. Ten eerste de ringwormen, zoals regenworm en wadpier. Dan heb je platwormen, zoals lintworm en leverbot. En je hebt rondwormen, waaronder nematoden (aaltjes) en draadwormen. Daarnaast zijn er allerlei bizarre snuiters die nergens op lijken, zoals fluweelwormen, snoerwormen en tandmondwormen – of wél ergens op, zoals haakwormen, spuitwormen en peniswormen.

Krioelende witte wormpjes

Maar welke leven er nu in andere organismen? „Vooral platwormen en rondwormen”, weet Rens Zonneveld, arts-parasitoloog van het Amsterdam UMC. Onder de rondwormen vallen de spoelwormen die je vaak vindt in de darmen van gewervelde dieren. En de krioelende witte wormpjes die kinderen soms in de ontlasting hebben. Die kennen we ook wel als aarsmaden, maar het zijn helemaal geen maden: maden zijn vliegenlarven.

„Naar schatting is wereldwijd een op de vier mensen geïnfecteerd met een parasitaire worm”, vertelt Zonneveld. Van veel van die wormen merk je niet zoveel. Andere zijn ronduit akelig, zoals de mijnworm. Die drinkt bloed in de darm en kan chronische diarree, bloedarmoede en ondervoeding veroorzaken.

Worminfecties zien we vooral in tropische landen. Mensen raken daar bijvoorbeeld geïnfecteerd door met blote voeten te lopen, door ongekookt water te drinken of door slechte toilethygiëne. „Waar mensen schoenen dragen en goede sanitaire voorzieningen hebben, is de kans op zo’n worminfectie minder groot.” In Nederland ziet Zonneveld zo nu en dan een patiënt met een worm. Vaak is diegene dan in de tropen geweest. Stiekem zou de arts nog wel meer parasieten willen zien: „Een waanzinnig fascinerende wereld.”

Derdegraadshyperparasitisme

Ook insecten kunnen wormpjes hebben. Boeren gebruiken dat principe voor biologische bestrijding: ze zetten aaltjes in die plaaginsecten infecteren en vergiftigen. Er zijn ook eencellige parasieten die leven in parasitaire wormen of andere parasieten. Dat noemen we hyperparasitisme: een parasiet in een parasiet. Dat verschijnsel is vooral bekend van parasitaire sluipwespen. Die leggen hun eitjes in de rupsen van vlinders. De sluipwesplarven eten de rups van binnenuit op, waarna ze zich verpoppen. Andere sluipwespen leggen op hun beurt eitjes in de poppen van de eerste sluipwespen. Derdegraadshyperparasitisme vinden we bij schimmels: een schimmel op een schimmel op een schimmel op een boom.

En hyperparasitisme bij wormen? „Daar heb ik maar één studie over gevonden”, zegt Zonneveld, die speciaal voor NRC nog even de literatuur in dook. „Het ging over lintworm- en rondwormlarven die waren aangetroffen in lintwormen bij vissen. Maar misschien komt het wel meer voor. Voor zover ik weet is hier nog maar heel weinig over bekend.”