N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
50 jaar Kronos Quartet Om zijn verjaardag te vieren liet het legendarische Kronos Quartet vijftig nieuwe stukken schrijven, door componisten van over de hele wereld. In het Muziekgebouw klinken ze voor het eerst. In één weekend. NRC licht er vier uit.
Het Amerikaanse Kronos Quartet bestaat vijftig jaar en geeft zichzelf een groot cadeau: vijftig nieuwe composities die speciaal voor hen gecomponeerd zijn. Fifty for the Future heet het project, dat Kronos al jaren geleden in gang heeft gezet. In het Muziekgebouw in Amsterdam zijn de werken voor het eerst allemaal in één weekend te horen. De uitvoering is in handen van verschillende Nederlandse kwartetten – onder meer Ragazze, Matangi, Belinfante en ADAM – én natuurlijk het Kronos Quartet zelf. Het project is een samenwerking van de Strijkkwartet Biënnale, het Ragazze Quartet en het Muziekgebouw.
Vijftig nieuwe stukken, door vijftig componisten uit alle hoeken van de wereld, die samen een bonte fantasie vormen over de toekomst van het eerbiedwaardige genre dat het strijkkwartet is. De blik vooruit is altijd een wezenskenmerk van Kronos geweest, dat stelselmatig de genregrenzen oprekt: door met versterking te spelen, door gebruik van multimedia, door de degens te kruisen met popmusici en kunstenaars uit andere disciplines. En, vooral, door consequent met levende componisten te werken.
Zijn al die vijftig nieuwe stukken toekomstbestendig? Nee, vijftig meesterwerken zijn het niet. Maar ze geven wel een boeiend beeld van de mogelijkheden van het strijkkwartet in de eenentwintigste eeuw. De insteek is bovendien idealistisch en educatief: alle partituren zijn gratis te downloaden op de website kronosquartet.org, vergezeld van uitvoeringsinformatie, interviews en opnames. Het idee is dat iedereen met een internetverbinding deze muziek ook zélf kan spelen. Op de website staan overigens 52 stukken: twee componisten, Nicole Lizée en Wu Man, hebben ieder twee werken geschreven.
Waar te beginnen in die weelde? Er zijn stukken door minimal-pioniers Philip Glass en Terry Riley, met wie Kronos een lange geschiedenis heeft. Er zijn stukken van prominente hedendaagse componisten als Missy Mazzoli en kersvers Pulitzer-winnaar Raven Chacon. Maar ook werk van musici die doorgaans buiten het reservaat van de westerse gecomponeerde muziek opereren. NRC licht er vier stukken uit.
Als het niet zo kort door de bocht was, zou je de Canadese Nicole Lizée (1973) een typische Kronos-componist kunnen noemen. Speelde in een rockband, geïnteresseerd in MTV en popcultuur, hang naar multimedia. Lizée omschrijft haar korte werk Darkness is not well lit als een akoestische verbeelding van de klassieke film noir vanuit het gezichtspunt van een elektrische ventilator. Dat is op z’n minst een opmerkelijk vertrekpunt voor een strijkkwartet, maar het past prima in Kronos’ democratische benadering van het genre – ook de ventilatoren mogen meedoen.
De kwartetleden hebben ieder een ventilator (kamerformaat) voor zich staan en daar moeten ze in zingen. Het stemgeluid wordt versterkt via een achter de ventilator geplaatste microfoon, wat een vervormd, vocoder-achtig effect geeft. In de partituur merkt Lizée op dat de uitvoerders hun partituur goed moeten vastmaken aan de standaard ‘vanwege de winderige omstandigheden’.
De eerste opdracht voor Fifty for the Future ging naar de Malinese balafoonspeler Fodé Lassana Diabaté. Hij stamt uit een familie van griots, de dichter-zangers die in West-Afrikaanse culturen zorgdragen voor de overlevering van tradities en geschiedenissen. De balafoon is een grote xylofoon met 22 toetsen, waaronder als klankkasten kalebassen zijn bevestigd. Diabaté maakte een opname van zijn compositie op de balafoon, waarna componist Jacob Garchik het werk arrangeerde voor strijkkwartet.
De titelfiguur van het stuk, Sundiata Keita, was een krijger die in de dertiende eeuw het grote Koninkrijk Mali stichtte. Hij overkwam een handicap en werd een legendarisch boogschutter. In de eerste vier delen evoceert Diabaté verschillende personages uit het leven van Sundjata, waarbij steeds één instrument de hoofdrol speelt. In het vijfde en laatste deel brengt het voltallige kwartet een ode aan de koning, voor wie muziek van levensbelang was.
De Zweedse Karin Rehnqvist (1957) was ooit genomineerd voor (en later ook jurylid van) de Gaudeamus Muziekprijs voor jonge componisten. Ondanks goede kritieken kreeg ze nooit echt stevig voet aan de grond in ons land. Haar bijdrage The Riddle is een mysterieus, zangerig en veranderlijk werk, geworteld in noordelijke volksmuziek, dat in minder dan acht minuten heel subtiel allerlei sferen oproept en waarvan een betoverende werking uitgaat. Voor wie de smaak te pakken heeft: in de coronaluwte ging vorig jaar in de NTR ZaterdagMatinee Rehnqvists koor- en orkestwerk Silent earth in première, integraal terug te luisteren op de website van NPO Klassiek.
Merlijn Twaalfhoven: Play
Er zijn twee Nederlandse bijdragen aan Fifty for the Future: de ene is van de Iraans-Nederlandse componiste Aftab Darvishi, die Daughters of Sol schreef; de andere is van Merlijn Twaalfhoven. Voor Twaalfhoven is de concertzaal niet zijn natuurlijke habitat: meestal maakt hij locatieprojecten, bijvoorbeeld in vluchtelingenkampen, waarbij hij tracht de grens tussen uitvoerder en publiek op te heffen. Altijd denkt hij na over de setting en context van zijn muziek en de interactie tussen de aanwezigen. Die insteek past bij Kronos en spreekt ook uit Play, dat het publiek nadrukkelijk uitnodigt ‘mee te doen’, door te neuriën, te klappen en te stampen. Maar pas op: ondertussen schrijft Twaalfhoven ook ‘gewoon’ sterke, van melancholie doordrenkte noten.