Al weken luiden de VN en mensenrechten- en hulporganisaties de noodklok over Israëls hernieuwde offensief in de noordelijke Gazastrook sinds begin deze maand, dat neerkomt op verdrijving en etnische zuivering. Ruim drie weken geleden droeg Israël de inwoners van Noord-Gaza op te vertrekken naar het zuiden en sloot het de noordelijke regio boven Gaza-Stad af van humanitaire hulp.
Israël zegt de aanvallen uit te voeren om te voorkomen dat Hamas zich daar kan hergroeperen. Wie in het noorden blijft, wordt mogelijk als doelwit beschouwd. Het totale aantal doden sinds het begin van Israëls aanvallen op het noorden is in drie weken tijd opgelopen tot ruim achthonderd, meldt het Palestijnse ministerie van Gezondheid. Zondag werden in het noorden zeker 43 mensen gedood.
Sinds begin oktober zijn volgens de VN tienduizenden Palestijnen uit het noorden ontheemd geraakt. Veel inwoners zitten echter nog vast in Jabalia, Beit Lahia en Beit Hanoun en willen of kunnen niet naar het zuiden, omdat er geen garantie is dat zij terug kunnen keren en ook elders luchtaanvallen zijn. Mensen die probeerden te vertrekken meldden eerder dat op hen werd geschoten. Bij checkpoints op wegen naar het zuiden zijn volgens ooggetuigen mannen van vrouwen en kinderen gescheiden.
Vorige week legden Palestijnse reddingswerkers noodgedwongen hun werk neer, doordat zij verhinderd werden om slachtoffers te bereiken. Ook zijn er volgens hen doelgerichte aanvallen op hulpdiensten. Door beschietingen en luchtaanvallen konden hulpdiensten eerder doden en gewonden niet bereiken, die volgens inwoners op straat bleven liggen.
De drie nog functionerende ziekenhuizen in het noorden, die eerder evacuatiebevelen kregen, zijn belegerd. De belegering van het Kamal Adwan- ziekenhuis, dat overvol was geraakt met gewonden, is inmiddels beëindigd en het ziekenhuis is deels verwoest. Een deel van de patiënten is geëvacueerd, en tientallen medewerkers zijn gearresteerd. De Palestijnse mensenrechtenorganisatie Al-Mezan spreekt van een „genocidaal beleid om de ziekenhuizen in Noord-Gaza te vernietigen”.
De directeur van Kamal Adwan, Hossam Abu Safia, zei aan het begin van het offensief tegen NRC dat de situatie „catastrofaal” was in het ziekenhuis, onder meer door de blokkade van hulpgoederen en ambulances in het gebied. Afgelopen weekend werd zijn zoon gedood. Volgens de directeur is hij neergeschoten door het leger op het ziekenhuisterrein.
De VN uitte de afgelopen weken opnieuw bezorgdheid. „Het donkerste moment”, noemde Volker Türk, de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de VN, de situatie in Noord-Gaza. „Het Israëlische leger onderwerpt in feite een hele bevolking aan bombardementen, belegering en het risico van hongersnood, en wordt ook gedwongen te kiezen tussen massale ontheemding en vastzitten in een actief conflictgebied.”
Ook verschillende prominente Israëlische NGOs spraken zich uit. „De wereld moet de etnische zuivering van Noord-Gaza stoppen,” schreef de mensenrechtenorganisatie B’tselem eind vorige week in een verklaring: „Nu het duidelijker is dan ooit dat Israël van plan is om de inwoners van Noord-Gaza met geweld te verdrijven door enkele van de ernstigste misdaden te plegen volgens het oorlogsrecht, moeten de naties van de wereld actie ondernemen.”