Korngolds merkwaardige opera waarin soms opeens alles klopt

Recensie Muziek

Opera De Reisopera brengt Korngolds opera ‘Das Wunder der Heliane’ uit 1927 voor het eerst in Nederland op de planken. Het libretto is ronduit raar, maar de muziek bij vlagen sensationeel. Sopraan Annemarie Kremer draagt de voorstelling met haar vocale straalpracht.

Scène uit Korngolds opera ‘Das Wunder der Heliane’ door de Nederlandse Reisopera.
Scène uit Korngolds opera ‘Das Wunder der Heliane’ door de Nederlandse Reisopera. Foto Marco Borggreve

Vijf jaar geleden tourde de Nederlandse Reisopera met een geslaagde productie van Die tote Stadt (1920), de bekendste opera van Korngold, geschreven toen hij pas 23 was. Nu brengt het gezelschap Korngolds opera Das Wunder der Heliane (1927), die in Nederland nooit eerder geënsceneerd te zien was (wel concertant). Na de enthousiast onthaalde première zaterdagavond in Enschede gaat de Reisopera zes weken op tournee door het land.

Het wonder uit de titel is dat van de liefde die de dood overwint. Koningin Heliane wordt er door haar man, de wrede Heerser, van beschuldigd dat ze zich heeft ‘gegeven’ aan de Vreemdeling die in de kerker zit opgesloten. Een rechtbank veroordeelt beide minnaars ter dood, maar op een onbewaakt moment slaat de Vreemdeling de hand aan zichzelf. Heliane krijgt de kans zichzelf en haar geliefde te redden met een ‘Godsproef’: als ze hem weet op te wekken uit de dood, mogen ze allebei leven.

Het wonder geschiedt en de proef slaagt. Je gunt het Heliane, die voortreffelijk vertolkt wordt door sopraan Annemarie Kremer. Maar daarmee is Das Wunder der Heliane nog geen geslaagde opera. Het libretto verzandt regelmatig in quasireligieus gewauwel, en alles wordt ook nog eens drie keer herhaalt. Zelfs de schitterende wonderscène bevat allerlei overbodig gehannes met een zwaard. Bovendien wordt het wonder aan het einde van de tweede akte al dermate extatisch aangekondigd (nog zo’n hoogtepunt van Kremer) dat je denkt dat het zich al voltrokken heeft – je vraagt je eventjes af wat er in de derde akte nog moet gebeuren.

Lees ook: Mysterie en suspense beheersen ‘Die tote Stadt’

Magische wereld

Regisseur Jakob Peters-Messer plaatst de handeling in een tijdloos heden, in een abstract en kaal decor van Guido Petzold. Het zwaard en een mooie brandstapel van lichtbuizen maken duidelijk dat we ons in een magische wereld bevinden. Maar magie is geen vrijbrief voor willekeur. In het programmaboek staat veel lezenswaardigs over symbolische en esoterische lagen in de opera, maar wat zich op de bühne manifesteert is een warrig verhaal zonder dwingende innerlijke logica. En de liefde, waar het allemaal om begonnen was, wordt niet voelbaar.

Wél voelbaar is het vuur van Kremer, die de voorstelling draagt met haar vocale straalpracht en intense acteerwerk. Hoewel hij goed zingt steekt Tilmann Unger als Vreemdeling, een nogal vlak messianistisch archetype, bleekjes bij haar af. Sterk is bas-bariton Darren Jeffery als Heerser: het moment dat hij Heliane tóch doodt, omdat hij haar liefdeswonder niet kan verkroppen, is in zijn abrupte heftigheid een van de aangrijpendste van de opera.

Het echte wonder is welbeschouwd de bij vlagen sensationele muziek die Korngold voor dit geheel heeft geschreven, uitstekend gespeeld door het Noord Nederlands Orkest onder Jac van Steen. De harmonische en melodische inventiviteit, de orkestrale kleuren (ook in de iets gereduceerde bezetting van Fergus McAlpines arrangement), de momenten van scherp psychologisch inzicht en contrast. Al zijn die laatste wel te schaars: de opera begint in de overdrive, met geëxalteerde duetten tussen Heliane, de Heerser en de Vreemdeling. Pas halverwege de tweede akte neemt Korngold gas terug, wanneer Heliane zich voor de rechters verantwoord met haar prachtaria ‘Ich ging zu ihm’. Dan ben je al tamelijk murw.

Al met al biedt deze Heliane een bijzonder merkwaardige operaervaring. De abstracte driehoekige speelvloer onder het golvende spiegelplafond blijft leeg, de sektarische kultaal wekt geen beeld of betekenis tot leven. Het koor (een soms wel erg schril daverend Consensus Vocalis) verschijnt opeens als revolutionaire horde. Danseres Nicole van den Berg spookt wat ongericht rond in grijze jumpsuit, totdat ze tijdens de ouverture van het derde bedrijf ineens een bezwerende solo danst. Het voelt allemaal lukraak, behalve wanneer, wonderbaarlijk, plotseling even alles klopt. Je zou zelf moeten gaan kijken om het te geloven.

https://www.youtube.com/watch?v=DFZfShxYnQs