Koploper PSV klopt Feyenoord op tactiek, gretigheid en energie

Antoni Milambo en Mauro Júnior schelen bijna tien centimeter, maar gevoelsmatig is het nog meer. Als Feyenoord vanuit de verdediging de bal maar weer eens naar voren roeit, maakt aanvallend middenvelder Milambo zich zo breed als hij kan. De benen uiteen, de borst naar voren, de ellebogen ver van het lijf. Klaar om de bal te controleren, even vast te houden op veilige afstand van het eigen doel.

Vergeleken met Milambo heeft Mauro, de PSV-back die in zijn rug staat, op het oog bijna iets kinderlijks. De Braziliaan heeft een magere bouw, een spits, smal gezicht en slanke schouders die voortdurend lichtjes naar de grond hangen. Alsof de op veel posities inzetbare Mauro zich juist zo kléin mogelijk probeert te maken.

Nadelig hoeft dat niet te zijn, bewijst hij deze zondagmiddag vrijwel steeds. Voetbal is een sport waarin gewicht of spiermassa ondergeschikt zijn aan explosiviteit en techniek. En daarin laat Mauro Júnior de veel fysiekere Milambo geregeld perplex achter. Bijvoorbeeld als de bal in hun richting komt, waarop de PSV’er aanzet alsof het zijn enige sprintje van de middag is, om de bal vervolgens op te vangen voor zijn tegenstander de kans krijgt.

In de laatste Nederlandse topwedstrijd van 2024 is het de schijnbaar eindeloze energie van de thuisploeg die het wint van het risicomijdende, statische voetbal van de bezoekers. Bij Mauro, die na de onderschepping meteen weer richting doel van Feyenoord snelt, maar ook bij aanvallers en middenvelders van PSV. Na balverlies staan ze geen moment stil, meteen jagen ze hun tegenstander weer op.

Het is die genadeloze druk die PSV-trainer Peter Bosz het liefst elke wedstrijd ziet. Zijn spelers moeten hun tegenstander „bij de strot grijpen en niet meer loslaten”. Feyenoord heeft daar zeker in de eerste helft grote moeite mee. Amper hebben de Rotterdammers uitverdedigd of PSV dringt alweer aan. Met een 3-0 zege doen de Eindhovenaren zichzelf misschien zelfs tekort.

Twee verliespartijen

Vooraf was het de vraag met welk gevoel PSV de eerste competitiehelft zou afsluiten. De ploeg van Bosz begon het seizoen met dezelfde dominantie als het vorige, met tien overwinningen op rij. Alleen waar PSV een jaar geleden in de Eredivisie pas eind januari voor het eerst punten verspeelde, met een gelijkspel uit bij FC Utrecht, heeft de koploper nu al twee keer verloren.

De eerste nederlaag tegen Ajax leek nog een uitzondering. Onder hun nieuwe trainer Francesco Farioli wisten de Amsterdammers PSV begin november tactisch te ontregelen, zoals ze ook een paar dagen eerder bij Feyenoord hadden gedaan. Maar meteen herpakte PSV zich, met dezelfde gulzigheid als daarvoor. Zo werd onder meer dik gewonnen tegen FC Utrecht (2-5), op dat moment de nummer twee, en daarna tegen FC Twente (6-1).

Toch is PSV dit seizoen kwetsbaarder dan het vorige, bleek deze maand. In de Champions League leed de ploeg eerst een teleurstellende nederlaag tegen het vechtlustige Stade Brest (1-0), waarna een paar dagen later verrassend werd verloren op bezoek bij SC Heerenveen (1-0). Bosz noemde het duel tegen Brest later „de allerslechtste wedstrijd onder mijn leiding”. De zondag daarop moest hij op die uitspraak terugkomen: tegen Heerenveen was het nóg slechter.

Was dat toeval, twee zulke zwakke wedstrijden op rij? Of was er meer aan de hand, en was de vorm van PSV in een dip belandt? Bosz geloofde daar niet in. „Ik laat me geen dip of paniek aanpraten. Die is er gewoon niet”, zei hij na de verloren wedstrijd in Heerenveen. Datzelfde zei ook middenvelder Joey Veerman. „We hebben bijna iedereen ondersteboven gespeeld het afgelopen anderhalf jaar. Dan zou het heel raar zijn om na twee nederlagen bij de pakken neer te gaan zitten.”

‘Met krachten smijten’

Tegen Feyenoord begint PSV vol zelfvertrouwen. Als de Rotterdammers in balbezit zijn, durft PSV het aan om achterin één-op-één te spelen. Het gevolg is dat de Eindhovenaren ook voorin voor elke Feyenoorder een mandekker hebben, waardoor Feyenoord-doelman Justin Bijlow bij vlagen amper de bal bij een teamgenoot kwijt kan en zijn ploeg zelden aan opbouwen toekomt.

Feyenoord durft niet zo ver naar voren te spelen: de nummer vier van de Eredivisie verdedigt geregeld met zes, soms zelfs zeven spelers op de laatste lijn. PSV kan daardoor lager op het veld vrijuit opbouwen via de backs en controleur Jerdy Schouten, die na twee maanden blessureleed terug is in de basis. Dat maakt het voor de koploper eenvoudig om het spel naar een ander deel van het veld te verplaatsen, waar meer vrijheid ligt.

Toch is het verschil tussen PSV en Feyenoord niet alleen tactisch. De koploper begint met veel meer energie en gretigheid aan de wedstrijd. Na afloop verklapt Bosz dat zijn ploeg in de eerste helft alleen al bijna net zoveel sprints trok als normaal in een hele wedstrijd. Hij had zijn ploeg gevraagd om vanaf de eerste minuut „met krachten te smijten” om de tegenstander snel te kunnen overrompelen.

En dat lukt al na dik een kwartier, als spits Luuk de Jong een kopduel aangaat met Feyenoord-verdediger Gernot Trauner. De bal blijft hangen, maar De Jong reageert veel eerder en kan rechtsbuiten Ivan Perišić op snelheid wegsturen. Die geeft voor, waarna linksvoor Noa Lang uit de dekking van zijn tegenstander sprint en de 1-0 intikt.

Diezelfde Perišić geeft tien minuten later ook de voorzet op de 2-0. Die aanval begint met het felle afjagen van Feyenoord-doelman Bijlow, door middenvelder Ismael Saibari, die vervolgens slecht inpasst. Perišić krijgt de bal en sprint weg over de rechterflank. Zijn voorzet belandt op het hoofd van Luuk de Jong, die hard binnenkopt.

Ondanks de vele kansen in het slot van de eerste helft, duurt het ruim een halfuur voor PSV de wedstrijd beslist. Het is een periode waarin Feyenoord in de wedstrijd groeit, ook omdat de thuisploeg na de felle start moet temporiseren. Meermaals krijgen de Rotterdammers kansen op de aansluitingstreffer. Precies als Feyenoord de overhand lijkt te krijgen, valt de 3-0: een knap afstandsschot van Malik Tillman, uit een aanval die hij zelf opzette.