Koning betrokken bij aanloop werkzaamheden Laurentien in hersteloperatie

Koning Willem-Alexander was betrokken bij de aanloop van de werkzaamheden van prinses Laurentien van Oranje in de hersteloperatie Toeslagen. Dat blijkt uit documenten die het ministerie van Financiën heeft vrijgegeven na een beroep door NRC op de Wet open overheid (Woo).

De rol van Laurentien in de hersteloperatie is omstreden. Staatsrechtgeleerden, en ook bijvoorbeeld NSC-leider Pieter Omtzigt, bekritiseerden het kabinetsbesluit om Laurentien een grote rol te geven in een dossier dat maatschappelijk en politiek zo explosief is. Omdat de prinses lid is van het Koninklijk Huis, valt haar rol onder de ministeriële verantwoordelijkheid. Dit betekent dat een bewindspersoon politiek verantwoordelijk is voor haar handelen, in dit geval de staatssecretaris van Financiën.

Toen de koning in juni vorig jaar tijdens een persgesprek de vraag kreeg of het verstandig was dat Laurentien zich als lid van het Koninklijk Huis inspande voor toeslagenouders, zei hij over deze rol van zijn schoonzus: „Hoe daar invulling aan wordt gegeven, dat is tussen de vakminister of de minister-president en het individuele lid van het Koninklijk Huis.”

Uit de brief die NRC ontving na om informatie te hebben verzocht over de voorbereiding en uitvoering van Laurentiens werkzaamheden, blijkt dat Willem-Alexander hierover zelf minstens één keer met een bewindspersoon sprak. Het onderliggende document wordt niet vrijgegeven vanwege de ‘eenheid van de Kroon’: „Voor het contact tussen de koning en de bewindspersoon is veiligheid en vertrouwelijkheid noodzakelijk.”

Volgens een ingewijde gaat het om een gesprek in het voorjaar van 2023 met de toen verantwoordelijke staatssecretaris Aukje de Vries (Toeslagen, VVD). Prinses Laurentien werkte op dat moment aan een alternatieve route om getroffenen in het toeslagenschandaal financieel te compenseren. De Rijksvoorlichtingsdienst noch het ministerie van Financiën wil ingaan op de details van dit gesprek.

Uit de vrijgegeven documenten blijkt verder dat het Kabinet van de Koning – dat koning Willem-Alexander ondersteunt bij zijn constitutionele taken – in het najaar van 2023 betrokken was bij de „inhoudelijke afstemming” van de brief waarmee de betrokkenheid van Laurentien formeel werd vastgelegd.

In deze brief, van staatssecretaris De Vries aan premier Mark Rutte, stond dat het kabinet zich er niet tegen verzette dat Laurentien een functie zou vervullen bij de hersteloperatie Toeslagen en dat de staatssecretaris ministerieel verantwoordelijk werd.

Gevoelige samenwerking

De politieke druk om alternatieven te vinden was hoog, omdat de hersteloperatie bij de overheid al langere tijd vastzat. Veel getroffen ouders droegen – en dragen – de prinses op handen, want zij leerden haar kennen als een vurig pleitbezorger van hun belangen.

Maar de relatie tussen Laurentien, haar stichting (Gelijk)waardig Herstel en het ministerie van Financiën was al sinds 2021 uiterst gespannen. Dat begon toen Laurentien zich bezig ging houden met de ‘kindregeling’ voor kinderen die slachtoffer waren geworden in het toeslagenschandaal. Toen in de zomer van 2023 de onderhandelingen met Laurentien over haar rol in de hersteloperatie begonnen, bestonden bij ambtenaren „aanzienlijke” zorgen over de alternatieve ‘schaderoute’ van de prinses. Ambtenaren vreesden onder meer voor „overcompensatie” van gedupeerden, omdat (Gelijk)waardig Herstel met relatief hoge vaste schadebedragen werkt en gedupeerden bewust om weinig bewijs vraagt.

Naast de risico’s van de ‘methode-Laurentien’ wezen ambtenaren van Financiën staatssecretaris Aukje de Vries op de risico’s die kleefden aan een prominente rol voor de prinses, blijkt uit de nieuw vrijgegeven documenten: „Een rol voor het Koningshuis in een samenwerking met de overheid is gevoelig. Het is ook niet wenselijk dat Prinses Laurentien het boegbeeld wordt van de samenwerking.”

Om de ministeriële verantwoordelijkheid „af te hechten”, werkten ambtenaren op het ministerie van Financiën in september 2023 aan een zogeheten ‘blauwe brief’ namens staatssecretaris De Vries aan premier Mark Rutte. Een blauwe brief is directe persoonlijke correspondentie tussen bewindspersonen, buiten de ministerraad om. Ze wordt vaak gebruikt voor delicate aangelegenheden.

Een proefproject waarbij een paar honderd ouders de Laurentien-route zouden doorlopen, stond toen op het punt van beginnen. De blauwe brief was daarmee rijkelijk laat, besefte een ambtenaar. In een mail aan collega’s schreef deze: „Ik begrijp dat wij sowieso afwijken van de procedure omdat de toestemming/ontheffing altijd van tevoren wordt gevraagd. De raadsadviseur komt daar nog op terug, maar voorziet geen problemen.”

De ambtenaar schreef ook: „Ik stel alvast een concept op dat ik met het kabinet van de koning mag afstemmen.” Een paar dagen later schreef een ambtenaar: „Na ontvangst van de brief [aan premier Rutte] kan het Kabinet van de Koning dan toestemming geven en afhechten. Deze procedure is verkort en kan vrij snel worden afgewikkeld nadat wij de brief hebben gestuurd. Als de prinses niet zo’n actieve rol heeft in het geheel is het afbreukrisico te overzien.”

Van „specifieke toestemming vanuit (het kabinet van) de Koning” is geen sprake geweest, laat de Rijksvoorlichtingsdienst in een reactie weten. „Wel faciliteert en adviseert het Kabinet van de Koning​ bij het opstellen van correspondentie waarbij ministeriële verantwoordelijkheid een rol speelt.”

Uiteindelijk duurde het tot november tot de blauwe brief gereed was.

Nauw betrokken

Tijdens de proef met de alternatieve methode verslechterden de verhoudingen tussen de stichting en het ministerie van Financiën in rap tempo. Ambtenaren vonden dat de stichting bedragen wilde uitkeren die geen relatie hadden met de werkelijke schade van ‘toeslagenslachtoffers’. De stichting vond dat het ministerie zich nergens mee moest bemoeien.

In mei 2024 escaleerde de zaak, nadat ambtelijke kritiek was uitgelekt op de hoge schadebedragen die de stichting berekende, van gemiddeld 140.000 euro per gedupeerde. Volgens ambtenaren zou dat niet alleen leiden tot onrechtmatige overcompensatie, maar ook tot een miljarden euro’s duurdere hersteloperatie.

De samenwerking tussen stichting en ministerie werd tijdelijk bevroren, omdat Financiën eerst nieuwe werkafspraken wilde maken. Laurentiens echtgenoot prins Constantijn schreef in een later verwijderd bericht op LinkedIn: „Duur zijn alle consultants en ambtenaren die proberen te bewijzen dat gedupeerden slecht zijn om de vergoedbare schade te beperken […] Duur zijn alle debatten en poeha die niet leiden tot het oplossen van dit schandaal.”

De stichting kreeg in juli na politieke druk uit de Tweede Kamer alsnog opdracht om voor twintigduizend toeslagenouders de schade vast te stellen. Sindsdien zijn de onderlinge spanningen echter niet afgenomen. In augustus 2024 kwam naar buiten dat ambtenaren intern meldingen hadden gedaan over emotionele uitbarstingen van de prinses. Diezelfde maand trad Laurentien af als bestuurder van de stichting (Gelijk)waardig Herstel.

De prinses bleef nauw bij de activiteiten betrokken: zo schoof ze afgelopen vrijdag aan bij een werkbezoek van huidig staatssecretaris Sandra Palmen (NSC) aan de stichting, bevestigt een woordvoerder van Palmen. Ook sprak Laurentien rond de jaarwisseling namens (Gelijk)waardig Herstel twee keer met Chris van Dam, die werkte aan een spoedadvies over verbetering van de hersteloperatie. Van Dam zegt in een reactie dat Laurentien op zijn verzoek aanschoof.