Komiek Jochem Myjer viert in ‘Net alsof’ het menselijk gedrag

Jochem Myjer (47) heeft zojuist nog uit alle macht staan ‘hakken’. Dat de koekoek even later zijn kop uit een gat in de metershoge boom midden op het podium steekt en zijn kenmerkende klanken fluit, komt dan niet slecht uit. Myjer gaat op het bankje voor de boom zitten en vertelt dat die koekoek zijn ingebouwde zelfbescherming is. Het is zijn teken voor een gedwongen rustmoment: om zijn welzijn te bevorderen besloot Myjer om minder vaak op te treden en zichzelf op gezette tijden verplicht te laten uithijgen. Wat er anders kon gebeuren ervoer hij een kleine vijf jaar geleden: de uitputting nabij en de lust tot optreden bijna verdwenen.

Zonder die vogel had hij vermoedelijk lustig doorgehakt, want voor Jochem Myjer is er weinig aanleiding nodig om zijn ogenschijnlijk onuitputtelijke energie te laten exploderen. Even daarvoor had hij verteld hoe zijn zoontje vroeg of hij ook danste als jonge puber. Wat dachten we zelf: vol overgave begint Myjer een fanatieke dans op een medley van MC Hammer, Michael Jackson en Gabbertje.

Dit soort energie is Myjers handelsmerk. Hij werd bekend met energieke voorstellingen waarin hij vertelde over zijn ADHD, maar het vooral liet zien: op hoog tempo werden bekende Nederlanders geïmiteerd en hij deed voor hoe hij in het oor van zijn nog slapende moeder een wakker-wordt-lied schreeuwde dat prima dienst zou doen als martelmethode bij slapende gevangenen. Die energie wil nog steeds uit dat lichaam, maar op doktersadvies probeert hij dit nu meer te doseren, vertelt Myjer in het vermakelijke Net alsof.


Lees ook

Interview met Jochem Myjer: ‘Bij mij zit je in een achtbaan: grap, wroem, grap’

Jochem Myjer: „Het met zijn allen leuk kunnen hebben, dat verbindt.”

De geforceerde afwisseling tussen gekkigheid en rust is een sterke zet. In zijn zevende voorstelling is Myjer enerzijds een komiek die puur gericht is op de lach: met zijn flexibele stembanden doet hij allerlei figuren na (alleen geen bekende Nederlanders meer) en hij zingt een aantal korte en catchy liedjes. Myjer vertelt met smaak verhalen over een etentje bij hem thuis, over zijn vroegere schooltoneelstuk en over een vriendenavond tijdens het jaarlijkse Leidens Ontzet-feest. De anekdotes hebben weinig om het lijf, maar door hoe Myjer het vertelt, wordt het in elk geval wel gezellig.

Als de koekoek klinkt is het tijd voor een kop thee op het bankje. „Zie jezelf als een Tesla: je kan nog steeds even hard als vroeger maar je moet af en toe even aan de oplader”, zo had Myjer van de dokter te horen gekregen. Die rust en het bankje zijn dus goed voor Myjer, maar ook voor de voorstelling: het bankje in het bos resulteert in een mooi verhaal. Gezeten op het bankje vertelt hij hoe de jonge Jochem op deze plek wachtte als hij zijn ouders kwijt was. Onlangs zat hij er weer, maar toen was hij bang zijn ouders definitief kwijt te raken: gelukkig wisten beiden te herstellen van een zwaar auto-ongeluk.

Uiteindelijk is Net alsof vooral een mooie viering. Of Myjer nou vertelt over het whatsappgedrag van zijn moeder vanuit haar ziekenhuisbed, zijn Rotterdamse docent van vroeger imiteert of de Leidse uitdrukkingen van Bert, een fervent visser, bespreekt: het is een groot talent van Myjer om de personages en types in zijn verhalen niet belachelijk te maken of voor lul te zetten. Net alsof is een viering van menselijk gedrag. Dat stemt vrolijk.