Komiek Jochem Myjer: ‘Bij mij zit je in een achtbaan: grap, wroem, grap’

„Rij eens rustig, teringhond!” Het wordt Jochem Myjer zo in zijn gezicht geslingerd. Tot een seconde ervoor zwierde hij nog kalmpjes in zijn cabrio over de Leidse singels, vlak voor middernacht, wijzend op de Leidse Hortus waar hij elke dag komt. Maar als een oudere man plots oversteekt, moet hij bruusk remmen. Terwijl de man doorloopt, slaat de komiek zich van het lachen op de knie en imiteert het platte Leids: „Wrij us wrusteg, teerwinghond!” Schaterend: „Leidser krijg je het niet. Hoogtepunt van de avond!”

Toevallig is het bijzonder symbolisch dat iemand Jochem Myjer maant rustig aan te doen. Rust en ontspanning zijn precies waar de komiek de laatste jaren naar streeft, en waar hij in zijn nieuwe show, Net alsof, zijn publiek over vertelt. Het verklaart ook waarom hij na optredens graag in een cabrio naar huis rijdt, ook bij twaalf graden. „Met mijn kop in de wind valt alles van me af. Heerlijk.”

Drieënhalf jaar trad de immens populaire Myjer niet op na het beëindigen van zijn vorige show, in 2019, Adem in, adem uit. In de onthutsende documentaire over de laatste weken van de tournee (van Suzanne Raes, Jochem Myjer – Nog eentje dan) is te zien hoe volkomen gesloopt hij is na optredens, tot huilens aan toe. Zichzelf zo terug te zien, opende hem de ogen: zo kon het niet verder.

Sinds hij in 2011 werd geopereerd aan een tumor in zijn ruggenmerg beschikt hij nog over een fractie van de energie die hij bezat. Het werd tijd om daarnaar te gaan leven. „Ik ben altijd maar doorgegaan”, vertelt hij tijdens een gesprek bij hem thuis, in Leiden. „In 2019 was ik fysiek kapot en mijn huwelijk lag niet goed. Dus aan alle kanten heb ik de bodem aangetikt.”

Mijn drive was altijd gezien willen worden, want ik was een jongetje dat in de groep niet geaccepteerd werd

Daar kwam de bijna-dood van zijn ouders nog bij, door een zwaar auto-ongeluk, vertelt hij in Net alsof. Myjer ging scheiden, nam een sabbatical en speelt zijn nieuwe programma nog maar twee keer in de week. Want hij heeft een dag nodig om bij te komen na een optreden. En bij drie keer spelen in de week, bleef er één dag over om te leven. „Ik heb geen zin meer om elke avond kotsend van het podium af te komen. Dat gaat ten koste van mijn privéleven.” Hoezeer hij dat meent, blijkt uit het feit dat hij in de show een pauze inlast. Dan drinkt hij op zijn gemak thee op een bankje: een miraculeuze ommezwaai voor de komiek die synoniem is met tomeloze energie: een stormachtige performer met een onstuitbare woordenvloed.

Hij zou pas weer gaan spelen als hij het optreden niet meer nodig had, zei hij in de podcast van collega Theo Maassen. „Mijn drive was altijd gezien willen worden, want ik was een jongetje dat in de groep niet geaccepteerd werd. Mijn humor was mijn redding. Maar ik ben op een leeftijd dat zo’n drive nergens meer op slaat. Herman van Veen zegt: als ik niet optreed, ga ik dood. Dat wil ik niet. Ik wil een leven naast het podium hebben. Na vier jaar niet op het podium te hebben gestaan, heb ik dat punt bereikt. Als ik wandel door de natuur, of met de kids naar voetbal ben, ben ik net zo gelukkig als op het podium.”


Lees ook
Jochem Myjer is hilarisch, energiek en soms ontroerend

Jochem Myjer in zijn nieuwe programma Adem in, adem.

Een nieuwe liefde is Japan, blijkt uit de inrichting van zijn keuken. „Alles wat je hier ziet is Japans, en ik eet alleen maar Japans of Aziatisch. Ik was in Japan en dacht: ‘Nou ben ik thuis.’ Dat heeft te maken met het aangename gebrek aan prikkels. Dan ben ik fysiek op mijn best. Maar het is ook de manier van leven, met kodawari, toewijding. Dat is hoe ik ook leef. Dus doe ik een cursus theezetten, heb ik alle Japanse kookboeken. Het is met een volslagen, debiele toewijding streven naar perfectie, terwijl je dat punt nooit gaat bereiken.”

Een nieuwe show maken is een puzzel, vertelt hij. „Daar heb ik nu voor het eerst van genoten. Vroeger was het een hel. Dan kon ik pas genieten als de voorstelling af was. Deze week kwam Theo Maassen langs met commentaar. Hij had gelijk. Nu ligt de puzzel weer open.”

Wat zijn de puzzelstukjes?

„Timing bijvoorbeeld. De bijzinnen. Elke avond bel ik mijn regisseur, Jos Thie, om te zeggen dat ik iets veranderd heb. Dat er een grapje bij is, of af. Daar stop ik na 400 keer niet mee.”

Wat is er anders aan deze voorstelling?

„Voor het eerst doe ik geen imitaties van bekende mensen. Ik ben serieuzer, kwetsbaarder. In deze show zitten kleuren op mijn palet die ik nog niet eerder gebruikt heb op het podium: een stiltemoment, een rustig verhaal, een lief liedje zonder grap. Dat vind ik doodeng. Doodeng! Maar dat verandert langzamerhand naar uitdaging. Verschillen in timbres, in tempo’s pakken.”

Die stilte is stoer.

„Daar heb ik met Karel van Rooij van Mini en Maxi over gepraat, koning op dit vlak. Over intenties. Want de eerste keren dat ik stil was, probeerde ik grappig te doen. Gek kijken, bekken trekken. Hij zei: ‘Nee. Nee. Waarom ga je je bek dichthouden?’ ‘Nou ja, omdat ik moet bijkomen.’ ‘Kom dan gewoon bij.’ ‘He? what the fuck? Hoe bedoel je dat?’ En dan legt hij het me uit. Ik zit bij te komen en als er iemand lacht, moet ik denken: waarom lach je nou? Dat moet van mijn gezicht te lezen zijn. Dat is de intentie van waaruit ik moet spelen. Dat maakt het grappig. Toch schitterend dat ik na 26 jaar in het vak nog zo veel leer?”

Waar haal je je materiaal vandaan?

„Als je al mijn shows naast elkaar legt, heb je mijn biografie. Van Bram Vermeulen leerde ik: leef het leven van de mensen in de zaal. Daarom pak ik gebeurtenissen uit mijn eigen leven. Want dan zeggen mensen: dat heb ik ook. Zowel op emotioneel vlak als bij de humor.

„De visser waar ik het over heb, zit hier altijd aan de overkant. Dan hoor ik verhalen, opmerkingen. Tuurlijk ga ik daar aan sleutelen, het wordt een karikatuur, maar dat is de basis.”

Waarom bijvoorbeeld dat verhaal over een meisje op je veertiende?

„Ik ga terug naar bepalende momenten in het leven. Dit was mijn eerste verliefdheid, mijn eerste liefdesverdriet. Ik vertel ook over de eerste keer dat ik dacht: ik kan mijn ouders verliezen. En over de eerste keer dat ik dacht: ik kan zelf doodgaan. Als ik dat vanuit mijn hart, in alle kwetsbaarheid vertel, dan gaat dat resoneren in de zaal. Dat je denkt, hee, grappig, dat heb ik ook meegemaakt.”

Is levensveranderend het kader?

„Ik schrijf niet vanuit waar ik het over wil hebben. Dat is een essentieel verschil tussen een cabaretier en een komiek. Alle cabaretvoorstellingen van dit seizoen en vorig seizoen gaan over verbinding, direct of indirect, tegen de polarisatie. Ook die van mij. Maar ik doe het op een andere manier. Het gaat mij om: wie goed doet, wie goed ontmoet. Met die intentie schrijf ik. Maar vervolgens komt de komiek in mij boven. Tijdens het try-outen beslis ik of iets in de voorstelling komt of niet. Of het grappig genoeg is of niet.

„Een cabaretier begint met een goed verhaal, en gaat het dan kruiden met grappen. Bij mij zit je in een achtbaan: grap, wroem, grap. Maar je moet niet analyseren hoe scherp elke bocht is.

„Ik heb de kans om een groot publiek aan te spreken. En ik heb alles in de zaal zitten, elke politieke kleur, gezinnetjes, alle lagen van de bevolking. Verbinden doe ik door te laten zien: wat jullie meemaken, maak ik ook mee.”

Heb je alles in de zaal? Ook een divers publiek, qua culturele achtergronden?

„Nee. Maar dat ligt niet aan mij. Kennelijk is de stap om naar mij te gaan groter dan om naar Rayen Panday of Najib Amhali te gaan.”

Op dat punt, waar het misschien het meest nodig is, hapert de verbinding.

„Ik vind het ontzettend jammer, maar ik kan er weinig aan veranderen.”

Er spreekt een bepaald wereldbeeld uit jouw verhalen, uit hoe je mensen portretteert.

„Mijn personages worden allemaal uit liefde geboren. Ik heb nooit één type mens dat ik afzeik.”

Je vrouwbeeld is best conservatief. Mannen doen iets geks of stoms. En dan zijn de vrouwen boos. Die boosheid is in twee verhalen de grap. De zin ‘Een dag niet gelachen is een dag met mijn vrouw’ komt een paar keer langs.

„Het zijn de clichés van de vervelende schoonmoeder, de dominante vrouw. Dan kun je wel zeggen: daar moet je iets aan doen, maar daar zit de humor.

„Ik heb ook vrienden die een homoseksueel stelletje zijn. Over hen had ik een conference met dezelfde problematiek. Het werkte niet, want het is kennelijk minder herkenbaar voor de mensen die bij mij in de zaal zitten. Terwijl de grappen exact hetzelfde waren. De humor zit in de herkenbaarheid.”

Waarom? Niet in verrassing, iets doorbreken?

„Ik pak alles aan om mijn zaal te laten lachen. Ik heb vrij flexibele stembanden, dus ik doe stemmetjes. Alles voor de lach. Ik vind het heerlijk om aan de ene kant plat te zijn, met clichés te werken, zoals de dominante vrouw. We weten allemaal dat mannen die zeggen dat ze een dominante vrouw hebben, meestal zelf de dominante van het stel zijn. Maar in de kroeg vinden ze het leuk om te zeggen dat ze iets niet mogen van hun vrouw. Daar zit de humor in, omdat iedereen die grap maakt. En tegelijkertijd vertel ik een minuut later waarom ik ga scheiden. Die verhouding is goed.

„Over elke zin heb ik nagedacht. We praten hier over vier cijfers achter de komma. Je praat met misschien wel één van de grootste vakfreaks die er zijn. En met één van de grootste perfectionisten die er zijn.

„Het gaat bij mij niet om een mooie levensfilosofie. Ik laat zien dat ik ook zware kutdingen in het leven heb meegemaakt. In één klap bijna beide ouders verliezen, raakt mij in mijn ziel. Ik laat zien hoe ik daarmee omga, positief, want ik ben van nature een positief ingesteld mens.

„Als je bij mij de zaal uitloopt, hoop ik dat je met een goed gevoel weggaat. Maar als mensen alleen maar een leuke avond hebben gehad, heb ik mijn werk niet goed gedaan. Het is ook troost, positiviteit. Het met zijn allen leuk kunnen hebben, dat verbindt. Dat is mijn missie, elke avond. Mijn missie is niet iets zeggen over vrouwen.

„Ik vind het een ander verhaal als je me zou aanspreken als ik nog een Marokkaanse taxichauffeur met Marokkaans accent zou spelen. Zoiets doe ik niet meer.”

Waarom is dat anders?

„Omdat daar een gevoelig puntje ligt. Van die clichés moeten we af.”

Bij vrouwen ligt het niet gevoelig?

„Ik zeg ook dat mannen niet zo empathisch zijn. En dat het zo verrot hun bek uit komt. Die man zit zo fout als een tierelier. Dat de vrouw boos is, is totaal terecht. Dus ik vind dat het in verhouding is. Het is een onschuldig grapje.

„Mijn humor is niet gevaarlijk. Het is niet dat je niet weet wat je gaat krijgen. Dat is ook lekker.”

Je bent de romcom onder de cabaretiers?

„Ik vind het een groot compliment als je dat zegt.”

Jochem Myjer: Net alsof. Première 10 juni, Carré, Amsterdam. Tournee tot in 2026. Info: jochemmyjer.nl.