Een land dat al lijdt onder een bloedige burgeroorlog werd vrijdag getroffen door een zeer krachtige aardbeving. De informatievoorziening vanuit de getroffen gebieden Myanmar is beperkt, want het militaire regime houdt liever de luiken gesloten.
Wat is tot dusver bekend? Vier vragen over een ramp waarbij zeker 1.600 mensen om het leven kwamen en die ook buurland Thailand trof.
1
Wat weten we over de aardbeving zelf?
Een aardbeving van 7,7 op de schaal van Richter trof vrijdagochtend rond half acht Nederlandse tijd Myanmar, een land met 58 miljoen inwoners. Het epicentrum bevond zich ten noorden van de stad Mandalay, met zo’n 1,7 miljoen inwoners de op één na grootste stad van het Zuidoost-Aziatische land (na de voormalige hoofdstad Yangon). De beving werd gevoeld tot in de buurlanden Thailand, Laos, Bangladesh, India en China. Een krachtige naschok van 6,4 op de schaal van Richter volgde twaalf minuten na de hoofdschok.
Het gebied, schrijft het KNMI, ligt op de grens van twee tektonische platen, de Euraziatische en Indische plaat. Myanmar heeft dan ook ervaring met zware aardbevingen, en trouwens ook met ander natuurgeweld: cycloon Nargis doodde in 2008 meer dan honderdduizend mensen in het land.
2
Wat is bekend over de schade en over de slachtoffers?
Het is lastig de situatie in Myanmar precies in beeld te krijgen. Myanmar wordt geregeerd door een militaire junta, die niet op pottenkijkers zit te wachten.
Het officiële dodental, gerapporteerd door de junta, lag zaterdagmiddag op 1.644. Er zouden 3.408 gewonden zijn gevallen. Ook zouden er 139 mensen vermist zijn. De verwachting is dat het aantal slachtoffers nog verder oploopt. Naar schattingen van het Amerikaanse Geologische Instituut (USGS) kan het dodental boven de 10.000 uitkomen.
De informatievoorziening is vooral beperkt omdat het regime de persvrijheid aan banden heeft gelegd (Myanmar staat op plaats 171 van de 180, op een ranglijst van de organisatie Reporters without Borders). Buitenlandse persbureaus als AP en Reuters die over het land berichten, werken veelal vanuit Thailand. Journalisten van het Franse persbureau AFP zijn wel aanwezig in Myanmar. Zij beschrijven dat honderden mensen bedolven liggen onder het puin van tientallen ingestorte gebouwen.
„Op de hoek van een straat is de klokkentoren van een klooster aan één kant ingestort. De gebroken wijzers geven 12.55 uur aan, een paar minuten na de dodelijke aardbeving”, staat in een reportage van AFP vanuit Mandalay. „Verderop zouden volgens een Rode Kruis-functionaris ruim negentig mensen vastzitten onder het puin van een flatgebouw. De bovenste zes verdiepingen steunen op wat overblijft van de onderste zes verdiepingen (…) De arm van een vrouw en wat haar komen uit het puin te voorschijn.”, aldus de reportage.
Beeldmateriaal komt mondjesmaat naar buiten. Op (bewegende) beelden die zijn geverifieerd door NRC, is onder meer te zien dat de Sagaing-brug, over de Irrawaddy-rivier, is ingestort.
„Infrastructuur zoals wegen, bruggen en gebouwen werden beschadigd, wat leidde tot slachtoffers en gewonden onder burgers”, zegt de junta erover in een verklaring in de staatsmedia.
Op satellietbeelden zag persbureau AP dat de luchtverkeerstoren van de luchthaven van Naypyitaw, de hoofdstad van het land, is ingestort. De elektriciteitsvoorziening is in Mandalay en Yangon ernstig verstoord.
In buurland Thailand kwamen zeker zes mensen om en raakten 26 mensen gewond op drie bouwplaatsen. Op één daarvan, in de hoofdstad Bangkok, stortte een gedeeltelijk gebouwde wolkenkrabber in. Tien mensen zijn overleden, 42 werden gewond en er worden nog 78 mensen vermist, meldden de Thaise autoriteiten zaterdag.
3
Wat is de politieke en sociale situatie in Myanmar?
De ramp treft Myanmar terwijl de toestand er toch al zeer zorgelijk is: de bevolking lijdt onder een repressief militair regime, die in een bloedige strijd is verwikkeld met een aantal oppositiegroepen. Er is armoede en een gebrek aan zorg, voedsel en schoon water.
In februari 2021 zette het leger de in 2015 democratisch verkozen en in 2020 herkozen regering af, geleid door Aung San Suu Kyi. Zo keerde een situatie van militair bestuur terug die het land had gekend in de meeste jaren sinds het in 1948 onafhankelijk werd van het Verenigd Koninkrijk.
Vanaf de militaire staatsgreep van 2021 woedt er een burgeroorlog. De junta pleegt ernstige oorlogsmisdaden, concludeerden onderzoekers van de Verenigde Naties meermaals. Volgens dit Independent Investigative Mechanism for Myanmar (IIMM) maken de Myanmarese militairen zich onder meer schuldig aan bombardementen op burgers en aan executies van gevangenen.
Lees ook
In overvolle cellen koelt de Myanmarese junta haar woede op politieke gevangenen
In grote delen van Myanmar is het militaire regime echter verdreven en wordt de dienst uitgemaakt door verschillende oppositiegroepen – veelal bestaand uit etnische minderheden, die als tweederangsburgers in het land worden behandeld. „De gevechten worden ernstiger nu de oppositie tegen het militaire bestuur toeneemt”, zei Nicholas Koumjian, IIMM-directeur, vorige maand nog. Ook in de regio Sangaing, waar het epicentrum van de aardbeving lag, wordt vaak hevig gevochten.
„Vier jaar na de machtsovername door het leger vechten burgers in Myanmar om een ongekende humanitaire crisis te overleven”, aldus een recent rapport van de Verenigde Naties. Zo’n 20 miljoen mensen (van de ongeveer 54 miljoen inwoners) heeft humanitaire hulp nodig. Zeker 15 miljoen mensen lijden onder een acuut gebrek aan voedsel.
Sinds de aardbeving is het militaire regime doorgegaan met het bombarderen, meldt de BBC op basis van berichten van oppositiegroeperingen, ook in gebieden dicht bij het epicentrum van de beving. Het regime zet vliegtuigen in van Russische en Chinese makelij. Rusland en China zijn de belangrijkste internationale bondgenoten van de junta.
Thomas Andrews, VN-rapporteur voor de mensenrechten in Myanmar, wees er vrijdag op dat de junta buitenlandse hulp bij eerdere rampen „als wapen” inzette door hulp aan rebellengebied te blokkeren, en riep de internationale gemeenschap op de hulpverlening te coördineren met de oppositie.
4
Wat voor noodhulp bieden landen en organisaties?
De leider van de junta, generaal Min Aung Hlaing, vroeg vrijdag „elk land” om hulp en donaties. Het tekent de ernst van de ramp: normaliter houdt de junta buitenlandse hulp liever buiten de deur.
De eerste internationale hulp kwam zaterdag aan in Myanmar, toen een Chinees reddingsteam arriveerde. China heeft volgens persbureaus gezegd 135 reddingswerkers te hebben gestuurd. Rusland, de andere grote bondgenoot van de junta, zegt 120 reddingswerkers ter plaatse te hebben. India en Maleisië zeggen eveneens tientallen experts te hebben gestuurd. De VS hebben ook hulp aangeboden, maar dit staat op gespannen voet met de ontmanteling door de Trump-regering van ontwikkelingsorganisatie USAID.
Zuid-Korea en Nieuw-Zeeland hebben gezegd hulp te zullen verlenen via particuliere organisaties, zoals het Rode Kruis. Over hulp vanuit Europa is nog weinig bekend, behalve dat de Europese Commissie heeft gezegd hulpverleners te ondersteunen via Europese Copernicus-satellieten en zegt „klaar te staan” om op andere manieren te helpen.
Meerdere particuliere noodhulporganisaties proberen assistentie te verlenen in de getroffen gebieden. Sommige plekken – ook die waar de hulp het meest nodig is – zijn door de burgeroorlog echter moeilijk te bereiken.
„Morgen trekken verkennende teams van Artsen zonder Grenzen Myanmar in om te kijken wat de schade is”, zegt een persvoorlichter van de organisatie aan de telefoon. „Het epicentrum van de beving, in het midden van het land, is een gebied waar wij niet heen kunnen. Er wordt op dit moment besproken of onze mensen dat wel mogen.”
Conflictgebieden als Sagaing zijn de afgelopen vier jaar door het regime „hermetisch afgesloten”, zegt de woordvoerder. „Na zo’n aardbeving is het de eerste 72 uur juist essentieel dat chirurgische, trauma en wondzorg geboden wordt en dat er hulpgoederen zoals dekens en bouwmaterialen zijn. Die hulp kunnen wij daar op dit moment niet geven. We zijn hard aan het werk om een opening te creëren, want om op grote schaal te werken hebben we echt het regime nodig.”
Het Rode Kruis lijkt meer toegang te hebben tot gebieden als Sagaing. Er zitten 585 medewerkers en ongeveer zesduizend vrijwillligers van het Rode Kruis in Myanmar, zegt een woordvoerder. „Mobiele teams zijn naar de getroffen gebieden getrokken. In Sagaing zijn er vrijwilligers die de mensen ondersteunen – denk aan het uitdelen van eten, drinken en medische pakketten en het vervoer van gewonden naar ziekenhuizen. Prioriteit heeft het redden van mensen die nog onder het puin liggen.” Het plaatselijke Rode Kruis heeft gewaarschuwd dat landmijnen en andere onontplofte explosieven door de aardbeving kunnen zijn verplaatst.
Hulporganisatie Save the Children heeft middelen vrijgemaakt uit het Kindernoodfonds en zegt met spoed te werken aan een hulpoperatie. „We gaan noodhulp bieden in de vorm van voedsel, water en onderdak. Denk ook aan het uitdelen van cash en vouchers.”
