Koerdische strijdgroepen verliezen terrein in Noord-Syrië

Met de snel verschuivende machtsverhoudingen in het Syrië na de val van het Assad-regime, verliezen Koerdische strijdgroepen (SDF) terrein. Na enkele dagen van gevechten tussen door Turkije-gesteunde rebellen en SDF, trokken de Koerden zich vorige week terug uit de stad Manbij in het noorden van het land. Volgens Amerikaanse overheidsbronnen duidt troepenopbouw van Turkije bij de grens met Syrië op een mogelijke inval.

Eerder veroverden pro-Turkse rebellen al de stad Tal-Rifat. De Koerdische milities, bondgenoten van de Verenigde Staten, verliezen daarmee grotendeels hun aanwezigheid ten westen van rivier de Eufraat. Na een tijdelijk staakt-het-vuren zijn onderhandelingen voor een permanent bestand mislukt, meldde het SDF maandag.

De rebellen van het Syrische Nationale Leger (SNL), een militie die door Ankara wordt betaald en bewapend, vechten al jaren tegen de Koerden. Twee weken geleden grepen ze het bliksemoffensief van onder meer rebellengroep HTS aan om zelf hun slag te slaan in hun strijd met de Koerden. Hierbij werden ze geholpen door artillerie- en luchtbombardementen van het Turkse leger.

Het bestaan van de de facto zelfbesturende Koerdische regio in het olierijke oosten van Syrië is Turkije al lang een doorn in het oog. De Turken zien SDF als een verlengstuk van de Koerdische Arbeiderspartij (PKK), een separatistische beweging die binnen de eigen grenzen al decennialang strijd levert tegen de Turkse staat. Vorige week vergeleek de Turkse president Recep Tayyip Erdogan de belangrijkste groep binnen de Koerdische strijdkrachten met Islamitische Staat, beiden zijn volgens hem terroristische organisaties „die geen plek hebben in het nieuwe Syrië”.

Islamitische Staat

Voor de Verenigde Staten was de door Koerden geleide SDF de afgelopen jaren juist de belangrijkste bondgenoot in de strijd tegen Islamitische Staat (IS). De Koerden en hun Arabische medestanders waren de nodige boots on the ground naast de luchtbombardementen van de door de VS geleide internationale coalitie. De SDF veroverde grote gebieden op IS en ging er zelf besturen. Nog altijd bewaken ze de grofweg 9.000 IS-strijders die als gevangenen in kampen vastzitten.

Het bewaken van die gevangenissen komt nu in het geding door de aanvallen van Turkije en diens milities, waarschuwde SDF-opperbevelhebber Mazlum Abdi vorige week. Strijders die normaal de gevangenen bewaken, had hij nu naar het front moeten sturen. „Dit leidt tot een vacuüm waar IS en andere groeperingen voordeel uit kunnen halen,” aldus Abdi. Hoewel Islamitische Staat formeel geen grondgebied meer beheerst, zijn ze als organisatie niet verdwenen. In juli meldde het Amerikaanse leger dat het door hun gepleegde aantal aanslagen in Irak en Syrië in een jaar tijd is verdubbeld.

In The New York Times hekelde SDF-baas Abdi het achterblijven van Amerikaanse militaire steun in de strijd van de Koerden tegen de door Turkije-gesteunde milities. Wel beklonken de VS een tijdelijk staakt-het-vuren tussen de strijdende partijen in Manbij. Dat bestand eindigde maandagnacht.

Intussen vrezen de Koerden dat de stad Kobani, aan de grens met Turkije, het volgende doel is van het offensief. Turkse troepen en bevriende milities hebben zich in de buurt van de stad verzameld, meldden Amerikaanse overheidsbronnen in the Washington Post. Kobani verwierf een mythische status onder de Koerden toen hun strijdkrachten daar in de winter van 2014-2015 maandenlang een belegering van IS weerstonden.

Na een bezoek aan Turkije zei de Amerikaanse Buitenlandminister Anthony Blinken zaterdag dat de SDF „een cruciale rol speelt” in het blijven beteugelen van IS. Hij had er bij de Turken op aangedrongen dat ze die taak moeten kunnen blijven uitvoeren. De VS hebben nog zo’n 900 manschappen in Syrië. Verschillende lokale bronnen melden dat Amerikaanse legervoertuigen de afgelopen dagen patrouilleerden in Kobani en Raqqa, een andere stad in SDF-gebied, ogenschijnlijk om verdere aanvallen van Turkse milities te ontmoedigen. De vraag is wat er gebeurt met de Amerikaanse steun voor de Koerden als Donald Trump weer aantreedt als president. Eerder liet hij op berichtenplatform X weten dat de VS zich afzijdig zouden moeten houden van de gebeurtenissen in Syrië.

Syrië na Assad

Hoe de Koerdische strijdkrachten passen in een post-Assad orde is sterk afhankelijk van hoe de rebellen van Hayat Tahrir al-Sham (HTS) en hun nieuwe regering in Damascus zich zullen opstellen. Een mogelijk lichtpunt voor de Koerden is dat HTS-leider Ahmed al-Sharaa (voorheen al-Jolani) en de zijnen zich vooralsnog „niet negatief uitlaten over SDF”, aldus Nawaf Khalil van het Centre for Kurdish Studies. Hij wijst erop dat toen de HTS-rebellen Aleppo veroverden op het regime, ze de twee SDF-enclaves in de stad met rust lieten.

Wel ontfutselde HTS vorige week Deir ez-Zor, een stad in het oosten van Syrië die SDF net enkele dagen op de troepen van Assad had veroverd. Dit gebeurde nadat lokale Arabische stammen en milities, eerder onderdeel van SDF, de Koerden verlieten en overliepen naar HTS. De Koerdische strijdkrachten trokken zich terug en de rebellen van HTS namen bezit van de stad en omringende olievelden. Volgens Nicholas Harris, analist bij het New Lines Institute, is het gevaar voor SDF nu dat meer van de Arabische milities die zich tijdens het gevecht tegen Assad en IS bij de Koerden hadden aangesloten, ze nu zullen verlaten.

Het SDF-bewind is niet overal even geliefd, vooral niet in de steden waar de bevolking merendeels etnisch Arabisch is en niet Koerdisch. In Raqqah en eerder ook in Deir ez-Zor leidden protesten tegen SDF tot geweld.

Donderdag hees het Koerdisch autonome bestuur voor het eerst de „rebellenvlag” die ook HTS in Damascus gebruikt. De vlag is „ een symbool van een nieuw tijdperk” aldus de Koerden.