Zeventien jaar lang bood gamekoepel Dutch Game Garden (DGG) onderdak aan jonge Nederlandse gamemakers met grote ideeën. Het leverde hits op, van visgame Ridiculous Fishing tot paardenspel Horse Reality. Nu moet de Utrechtse organisatie over enkele maanden sluiten.
Vanwege een „gewijzigd subsidielandschap” is DGG niet langer in staat om zijn activiteiten te financieren, laat de koepel weten. De organisatie verloor belangrijke subsidie en slaagde er het afgelopen jaar niet in om de begroting alsnog rond te krijgen. „We hebben na jaren worstelen de knoop doorgehakt”, zegt directeur JP van Seventer aan de telefoon tegen NRC. Volgens Van Seventer is het lastig om elders subsidie te vinden, onder andere omdat DGG „veel activiteiten stapelt” – netwerkactiviteiten, bijstand aan jonge gamemakers, een groot jaarlijks congres. Daarom is de organisatie volgens Van Seventer niet gemakkelijk te categoriseren. De koepel zal wel nog tot januari 2025 een aantal activiteiten blijven uitvoeren.
DGG werd in 2008 opgericht als broedplaats voor getalenteerde gamemakers die een gamestudie aan de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht hadden afgerond, maar in de uitdagende Nederlandse gamemarkt geen plek konden vinden om zich te ontwikkelen. Door hun kleine bedrijfjes kantoorruimte en begeleiding te bieden wilden de organisatoren van DGG voorkomen dat ze naar buitenlandse gamebedrijven zouden vertrekken. In de jaren daarop ontwikkelde DGG zich uit als organisatorische spil in het web van de nationale game-industrie, met maandelijkse netwerklunches en een jaarlijks Nederlands gamecongres onder de naam Indigo. Wie net binnenkwam in de industrie, kon bij de Game Garden aankloppen voor advies en contacten. Ook verzorgde DGG elke vier jaar de Games Monitor, een grootschalig onderzoek naar de gezondheid van de Nederlandse game-industrie.
Belangenorganisatie bedroefd
Dutch Game Garden bood over de jaren heen onderdak aan zo’n 150 verschillende gamebedrijven. Enkelen daarvan, zoals Abbey Games, Ronimo Games en Vlambeer braken internationaal door met sterke entertainmentgames voor een relatief klein budget. Anderen, zoals Tover, maakten indruk met spellen die erop gericht zijn om bijvoorbeeld therapie te ondersteunen. Dutch Game Garden ontving vorig jaar in ieder geval een meerjarige subsidie van 700.000 euro vanuit de gemeente Utrecht en een subsidie van 250.000 euro vanuit de provincie. De koepel maakte niet bekend welke of hoeveel subsidie dit jaar is verdwenen.
Het nieuws is een klap voor de Nederlandse game-industrie. Jeroen Derwort, voorzitter van brancheorganisatie Dutch Games Association, zegt „erg bedroefd” te zijn over de gang van zaken. De belangenorganisatie had recent nog gepleit voor het behoud van DGG met een steunbrief, waarin wordt gewezen op het grote aantal sleutelfiguren binnen de Nederlandse game-industrie die voort zijn gekomen uit de Game Garden. „De DGG speelt een ontzettend belangrijke rol voor de Nederlandse game-industrie. Wij gaan ons best doen om mensen en taken van de DGG te behouden, binnen de mogelijkheden die we hebben.”
De twintig bedrijven die op dit moment door DGG gehuisvest worden, mogen voorlopig blijven zitten, aldus DGG-directeur Van Seventer. Die hebben een eigen relatie met de verhuurder. De gevolgen voor congres Indigo zijn nog niet duidelijk.
De sector stond al twee jaar onder druk door het huidige economische klimaat in de mondiale game-industrie. Zo moest voormalig DGG-studio Ronimo vorig jaar de deuren sluiten. Dutch Game Garden opereert met overheidssubsidie en is niet afhankelijk van commerciële geldschieters. Juist daarom is het uitermate vervelend dat DGG net nu wegvalt, vindt Van Seventer. „Wij hebben dit jarenlang met publieke middelen gedaan. Dat was een voorrecht, en ik kijk heel voldaan terug op de afgelopen 17 jaar. Maar dat het clubhuis van de Nederlandse game-industrie net nu sluit, dat is ongelukkig.”
Lees ook
De Nederlandse game-industrie staat op een keerpunt, denken ze op gamecongres Indigo