Herhaling kan iets bedwelmends hebben. Broccoli- en koolvelden worden tapijten. Stroken gewassen vormen een streepjescode. Rijen kalverhokken zien er van bovenaf uit als een telraam. Er gaat zelfs een zekere schoonheid uit van een lopende band met kuikens die allemaal precies even groot en even geel zijn. Tot je gehalveerde varkens aan hun achterpoten ziet hangen, verderop hun koppen hangend aan het nekvel, honderden oren reflecterend op de natte fabrieksvloer. Dan ben je weer bij de les. Dit is het slachthuis van Vion in Boxtel. Elke dag worden hier 20.000 varkens geslacht.
Kadir van Lohuizen (1963) was niet op zoek naar misstanden. Hij wil fotograferen hoe het gaat in de agro-industrie. Dan zie je dit. De varkenskoppen gaan waarschijnlijk naar China, de ribben naar de Verenigde Staten. De soja en maïs die Van Lohuizen in de VS fotografeerde, gaan naar China. Evenals de zwemblaas van de nijlbaars uit Kenia. De filet van de nijlbaars komt dan weer in Nederland terecht. In China vissen ze op tilapia, die naar Afrika wordt geëxporteerd, hoewel er ook tilapia uit het Victoriameer naar China schijnt te gaan. Hoe meer je weet, hoe minder je ervan begrijpt.
Deze landen willen net als China zelfvoorzienend worden
Van Lohuizen maakte een reis door het voedselsysteem in zes landen en dat leverde eerder al een tentoonstelling op in het Scheepvaartmuseum in Amsterdam, en nu een documentaireserie voor de VPRO en een boek: Food for Thought. Hij begon in Nederland toen de coronapandemie uitbrak. Overzichtelijke klus, dacht hij. Zo ingewikkeld als bijvoorbeeld de diamantindustrie, een eerder fotoproject, kon het niet zijn. Dat viel tegen. De stikstofcrisis laaide op, boeren blokkeerden de snelwegen. „Het landschap polariseerde voor mijn ogen”, schrijft hij in de inleiding. Hij had het zich makkelijker kunnen maken door natuurinclusieve boeren te fotograferen, maar Van Lohuizen wilde de grootschalige agrobedrijven zien en daar stuitte hij op een muur van wantrouwen. Transparantie was het argument waarmee hij binnen probeerde te komen, corona bleek een nog beter excuus om hem buiten te houden.
Niet zo gek dus dat in de serie een aantal usual suspects te zien is. Varkenshouder Theo Vernooij bijvoorbeeld en contractwerker Ayoub Louihrani, uit de tv-serie Boer Ayoub. Boeren die niet bang zijn voor de media. Of boeren die er toch al goed op stonden, zoals het diervriendelijke, duurzame pluimveebedrijf Kipster en de innovatieve tuinder Koppert Cress met zijn CO2-neutrale kassen.
Is dat erg? Niet in deze fotoserie. Van Lohuizen maakte geen bedrijfsportretten maar laat zien in welk systeem deze boeren zitten. ‘Systeem’, dat klinkt abstract, en dat is het ook als je voor de wereldmarkt produceert. De aantallen, de omvang, de afstanden – alles draait om meer, groter, moderner, sneller, uniformer en efficiënter. Vooral dat laatste woord dringt zich in bijna ieder beeld op. Zelden kijkt iemand recht in de lens, of zie je een dier in de ogen. Mensen en dieren worden eenheden in een omgeving waarin alles in dienst staat van gestroomlijnde productie.
Toen het weer kon, ging Van Lohuizen naar de Verenigde Staten, Kenia, China, Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten. Als je dacht dat een melkveebedrijf met 300 koeien groot is: in de VS en China zijn bedrijven met tienduizenden koeien normaal. Staan er in het Westland veel kassen? Kijk eens naar een luchtfoto van de ‘moestuin’ van China, in de provincie Shandong. Of bedenk hoeveel paksoi en basilicum er uit Kenia komt. Daar worden onze boontjes gedopt. Een mango die in Nairobi gesneden en verpakt wordt, kost in Nederland net zoveel als het dagloon in Kenia. Of dat erg is laat Van Lohuizen in het midden.
Je denkt dat je het wel een beetje weet, hoe grootschalig en industrieel de voedselproductie is. Je weet dat de hele wereld via veevoer- en voedselstromen met elkaar verknoopt is. Het cliché van de boontjes uit Kenia kennen we wel, en dat er op de markt in Afrika Nederlandse uien liggen, is ook geen nieuws. Maar als je ziet dat er in de woestijn in Abu Dhabi 15.000 Holstein-Friesian koeien onder verkoelende vernevelaars liggen, valt je mond alsnog open van verbazing. Tomaten, sla, komkommer: vers uit de woestijn in Saoedi-Arabië. Uit volledig geautomatiseerde gekoelde kassen, uitgerust met de zuinigste irrigatiesystemen. Mede mogelijk gemaakt door Nederlandse kassenbouwers.
Deze landen willen net als China zelfvoorzienend worden. Nederlandse kennis helpt hen daarbij. Nederland is er trots op. Van Lohuizen fotografeerde zaadveredelaars in Enkhuizen en Naaldwijk. En kwam daarna terecht op een zadenbeurs in China, waar ook Nederlanders rondlopen. In een bijschrift staat dat het van oorsprong Noord-Hollandse Sluis & Groot, later Syngenta, in 2017 in handen kwam van ChemChina, voor 43 miljard euro [het was overigens 39,6 miljard euro] . Dit laat een interessante paradox zien: ieder land wil geld verdienen op de wereldmarkt, maar geen enkel land wil afhankelijk zijn van de wereldmarkt. Zaden zijn de sleutel tot voedselzekerheid. Soms zijn ze per kilo duurder dan goud.
De kijker mag oordelen, maar foto’s zijn niet neutraal. Van Lohuizen koos bewust de landen, bedrijven, cijfers en beelden voor dit boek. Hij vertelt een verhaal, maar niet het hele verhaal. Bonenplukkers in Kenia hebben het waarschijnlijk beter dan arbeidsmigranten in Spanje. Misschien levert wassen en snijden in Nairobi wel minder voedselverspilling op dan als dat pas in Nederland gebeurt. En grote kans dat eieren uit een Chinese legbatterij minder milieubelastend zijn dan een biologisch eitje uit Nederland.
Dit moeten we toch niet willen, is de gedachte die bij deze foto’s opkomt. Maar wat dan wel? Imke de Boer, hoogleraar duurzame voedselsystemen, doet een aanzet in het boek. Mét de natuur werken, niet ertegenin, zorg voor mens en dier, en minder vlees eten bijvoorbeeld. „Zoals het nu gaat, dat is niet vol te houden,” schrijft Van Lohuizen. „Het goede nieuws is dat we kunnen veranderen als we dat willen.”
Ja, denk je als je het boek uit hebt. Jij kunt veranderen, jij kunt anders eten, misschien kan Nederland anders boeren. Maar waarom zou China of Saoedi-Arabië dat willen? Alles straalt vooruitgang en expansiedrift uit. Het maakt een Keniase vrouw in de tv-serie niet uit dat ze paksoi plukt die ze zelf niet eet. „Als Europeanen het willen eten, verdien ik geld voor mijn familie.”
Het fotoboek is met 288 bladzijden foto’s en cijfers behoorlijk overweldigend. Pas als je de tv-serie of de tentoonstelling ziet, merk je dat je op papier ook iets mist. Bewegende beelden maken invoelbaar hoe het voor Van Lohuizen moet zijn geweest om de 24-uurs dynamiek en de schaal van deze bedrijven te ondergaan. Om mensen en dieren te horen. In de tv-serie tikt een medewerker van een Chinees pluimveebedrijf een ei open om te laten zien dat er een kuiken in zit, op de achtergrond klinkt een verontwaardigde vrouwenstem: „Zo gaat-ie dood!”
Alsof er van de 100.000 kippen die hier dagelijks verwerkt worden, ook maar één levend naar buiten komt.
Zonder katapult de straat op. Het was lang ongebruikelijk in het Thaise Lop Buri, een toeristische trekpleister ten noorden van Bangkok. Inwoners gebruikten hun katapult om makaken af te schrikken die agressief waren omdat ze eten wilden. Het waren er duizenden.
Foto’s: Chalinee Thirasupa/Reuters
De inwoners hadden een haat-liefde verhouding met de makaken. Hun aanwezigheid bij de Khmer-tempels was voor toeristen onderdeel van de Lop Buri-ervaring. Jaarlijks werd een speciaal diner voor de dieren georganiseerd, bestaande uit groente en fruit en cakejes toe. Maar als de makaken geen eten kregen, kwamen ze het halen. Desnoods met geweld. Bewoners en winkeliers barricadeerden hun huizen en winkels.
Verschillende sterilisatieprogramma’s sinds de coronapandemie hadden niet het gewenste effect, de populatie bleef groeien, tot meer dan 2.500 apen. Als ze over voldoende voedsel beschikken, kunnen de vrouwtjes tot twee keer per jaar zwanger worden. Nadat in mei een intensief sterilisatie- en opvangprogramma is gestart, leven nu 1.600 makaken in opvangcentra in de omgeving. Bewoners halen opgelucht adem, en vergeten hun katapulten thuis. Dierenbeschermers begrijpen de wens om de makaken te steriliseren maar vinden hun opsluiting niet diervriendelijk. De hokken zouden te klein zijn waardoor de dieren geen natuurlijk gedrag kunnen vertonen.
<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="below" data-description="Veterinarians from the Department of National Parks, Wildlife and Plant Conservation carry out sterilisation procedures on long-tailed macaques, due to the increase of the macaque population in the urban areas and tourist spots of the city, after officials captured the monkeys in Lopburi, Thailand, May 24, 2024. In May, local authorities stepped up the push against unruly monkeys, including boosting sterilisation efforts that began during the pandemic. "Our goal is to neuter all the monkeys, 100 percent of them," local veterinarian Patarapol Maneeorn from the government wildlife department said in September. The monkeys would then be put into a designated area where they will be looked after, he said. Five months after the start of the government's campaign, Lopburi's primate pandemonium has finally come under control, with around 1,600 monkeys in captivity.? REUTERS/Chalinee Thirasupa SEARCH "THIRASUPA THAILAND MONKEYS" FOR THIS STORY. SEARCH "WIDER IMAGE" FOR ALL STORIES.<img alt data-description="Veterinarians from the Department of National Parks, Wildlife and Plant Conservation carry out sterilisation procedures on long-tailed macaques, due to the increase of the macaque population in the urban areas and tourist spots of the city, after officials captured the monkeys in Lopburi, Thailand, May 24, 2024. In May, local authorities stepped up the push against unruly monkeys, including boosting sterilisation efforts that began during the pandemic. "Our goal is to neuter all the monkeys, 100 percent of them," local veterinarian Patarapol Maneeorn from the government wildlife department said in September. The monkeys would then be put into a designated area where they will be looked after, he said. Five months after the start of the government's campaign, Lopburi's primate pandemonium has finally come under control, with around 1,600 monkeys in captivity.? REUTERS/Chalinee Thirasupa SEARCH "THIRASUPA THAILAND MONKEYS" FOR THIS STORY. SEARCH "WIDER IMAGE" FOR ALL STORIES.
Dierenartsen met gevangen makaken van wie ook het gebit en de gezondheid wordt geïnspecteerd.
Foto’s: Chalinee Thirasupa/Reuters
Zondag ontsnapten meer dan 200 apen uit hun hok. De constructie bleek niet bestand tegen de kracht van de apen. Grote aantallen apen trokken het naastgelegen politiestation binnen, meldt de Bangkok Post. Van de 200 apen kwamen er veertig terug de kooi in toen daar eten werd aangeboden.
1.600 makaken zijn sinds mei in Lop Buri gevangen en worden na sterilisatie in gevangenschap gehouden. Het doel is volgens een dierenarts van het project om ,,100 procent” van de makaken in de stad te steriliseren.
In 2010 plaatste het Amsterdamse fotomuseum FOAM, heel eervol, al een deel van die foto’s in FOAM Magazine. Eind dit jaar wordt in FOAM haar fotoboek Julian & Jonathan gelanceerd.
Herman is altijd al gefascineerd geweest door broers en zussen, vertelt ze. „Misschien omdat ik als enig kind ben opgegroeid. Ik idealiseerde broers en zussen. Ik fantaseerde erover.” Ze woonde als kind bij haar moeder en ging om het weekend naar haar vader. „Mijn ouders zijn nooit getrouwd geweest en ze waren al min of meer uit elkaar toen ik kwam, al zijn ze nog steeds goed bevriend.”
En toen kreeg ze, toen ze net het huis uit was, alsnog een broertje: een halfbroertje, zoon van haar vader en zijn nieuwe vriendin. Herman ging dat jaar naar de Kunstacademie in Den Haag en begon vrijwel meteen met het fotograferen van Julian en Jonathan. „In mijn vergeefse pogingen om dichterbij te komen”, zegt ze. Dicht bij haar halfbroer komen vindt ze al ruim twintig jaar niet eenvoudig. „Hij zegt nu zelf ook dat het moeilijk is om dicht bij hem te komen.”
Foto’s: Sarah Mei Herman
Tussen Jonathans zesde en twaalfde fotografeerde ze de twee het meest. Jonathans ouders waren toen net uit elkaar en Herman deed een masteropleiding fotografie in Londen. „In de vakanties ging ik hen fotograferen. Jonathan vond dat toen soms moeilijk. Soms zei hij: je mag maar drie foto’s nemen. Maar hij heeft nooit nee gezegd.”
In die tijd waren Julian en Jonathan heel close. „Zij deelden iets waar ik geen onderdeel van uitmaakte. Ik voelde me soms een buitenstaander in hun mannenwereld. Maar als fotograaf plaatste ik mij er zelf ook buiten.”
Het maakt dat er een hoopvol verlangen uit haar foto’s lijkt te spreken. Maar vrolijk zijn ze niet. Er wordt bijvoorbeeld niet op gelachen. „Ik fotografeer mensen nooit lachend”, zegt ze daarover. „Ik vang ook geen momenten. Er wordt een moment gecreëerd doordat ik die foto maak. Mensen die in zichzelf keren, stilte – daar zoek ik naar. Lachen zou dan onnatuurlijk zijn.”
Uiteindelijk zijn de fotoshoots „een belangrijk onderdeel geworden van wat we samen hebben”, zegt Herman. Ze fotografeert haar vader en broer nog steeds. „Ik stop eigenlijk nooit met fotoprojecten.” Eerder maakte ze in een artist residence in Xiamen, Zuid-China, een fotoboek over de Chinese lhbti-gemeenschap, en ook die mensen volgt ze nog steeds. „Het gaat mij om intieme relaties en het verstrijken van de tijd daarbinnen. Het feit dat we de ander heel erg nodig hebben terwijl je eigenlijk toch alleen bent en de ander nooit helemáál kunt begrijpen – dat is het uitgangspunt in al mijn werk.”
Foto’s: Sarah Mei Herman
Herman is trouwens niet zelf (half) Chinees: „Mijn vader wilde dat ik Sarah ging heten en mijn moeder vond dat die naam zo vaak voorkwam, dat ze er iets aan vast wilde. Dat werd Mei, een naam die ze in een boek had gelezen.”
1858 Slavernij: Abraham Lincoln vs Stephen Douglas
Zeven debatten voerden de Republikein Abraham Lincoln en Democraat Stephen Douglas maar liefst in de aanloop naar de senaatsverkiezingen voor Illinois van 1858. Daarmee waren ze de voorlopers van de traditie van presidentiële debatten, die door hen een belangrijke plaats kregen in de verkiezingscampagne. Deze debatten kregen ongekend veel belangstelling van de kranten, die stenografen naar de evenementen stuurden om zo precies mogelijk verslag te doen. Met het nog betrekkelijk jonge medium fotografie werden de sprekers vastgelegd.
Stephen Douglas en Abraham Lincoln in de jaren 1850.
Foto’s Library of Congress
Belangrijkste thema’s: de slavernij (waar de Democraten de voorvechters van waren) en de uitbreiding van de Verenigde Staten met nieuwe gebieden. De thema’s waren verknoopt omdat de belangrijkste vraag bij de toelating van nieuwe staten luidde: mogen de inwoners van die gebieden wel of niet zélf beslissen of ze een ‘slavenstaat’ willen zijn of niet. Lincoln, herinnerd als een van de meest begaafde sprekers uit de Amerikaanse geschiedenis, verloor de Senaatsrace van Douglas, maar in de debatten had hij zichzelf wel ‘op de kaart gezet’. In 1860 won hij de presidentsverkiezingen.
1872 Eerste vrouwelijke kandidaat: Victoria Woodhull
Op 2 april 1870 stond er een historische boodschap in de New York Herald – op pagina 5. Victoria Woodhull, bekend als oprichter van de Woodhull & Claflin’s Weekly, de eerste Amerikaanse krant die het Communistisch Manifest van Karl Marx afdrukte, als feministisch activiste en als de eerste vrouwelijke effectenmakelaar, kondigde in een korte brief aan dat zij zich kandidaat stelde voor het presidentschap. ,,Ik ben me er terdege van bewust dat ik in eerste instantie meer hoongelach dan enthousiasme zal ontmoeten.”
Ze was kandidaat namens de Equal Rights Party, die vlak voor de verkiezingen van 1872 werd opgericht. Op dat moment hadden vrouwen nog geen actief kiesrecht en als ze daadwerkelijk de meeste stemmen in het kiescollege zou hebben gekregen, was haar aantreden ongetwijfeld onmogelijk gemaakt door haar (grondwettelijk te) jonge leeftijd van 34 jaar.
In de campagne van 1884 kreeg ze concurrentie van Belva Ann Lockwood, de eerste vrouwelijke advocaat die ten overstaan van het Hooggerechtshof mocht pleiten, en die de presidentsrace in ging met een vrouwelijke running mate.
1916 Wilson en de Eerste Wereldoorlog
,,Vrouwen, of het nu komt door hun aard of de omstandigheden, trekken hun conclusies over maatschappelijke thema’s op grond van logica, terwijl stevige en verstandige conclusies in dit soort zaken alleen kunnen worden getrokken op basis van ervaring – ervaring in de wereld – en die hebben vrouwen nooit gehad, en ook niet kúnnen hebben, tenzij ze helemaal naar open terrein worden getrokken, waar ze helemaal niet meer veilig zijn. Getrouwde vrouwen kunnen de benodigde ervaring helemaal niet krijgen, tenzij de huidige situatie met het gezin als hoeksteen en de huidige verdeling van taken tussen man en vrouw compleet worden veranderd.
Women, whether by nature or circumstance, draw their conclusions about public affairs from logical reason, whereas safe and wise conclusions in such affairs can be drawn only from experience – experience of the world – such as women have not had and cannot have unless drawn entirely into the open and safe-guarded in no way. Married women could never get the necessary experience unless the present constitution of the family and the present division of duties between husband and wife is to be absolutely altered.
Dit is wat Woodrow Wilson, president van 1913-1921, aan een vriend schreef over vrouwen – en waarom ze geen kiesrecht moesten krijgen. Dat was in 1908.
In de campagne van 1916 ging Wilson voor zijn herverkiezing op pad met twee beloftes: hij zou de Verenigde Staten buiten de oorlog houden die vanaf 1914 in Europa woedde. En hij zou zich sterk maken voor het vrouwenkiesrecht. Reden waarom vrouwelijke trompetters op de campagnewagens meereden. De eerste belofte zou hij breken; de VS verklaarden enkele maanden na de aanvang van Wilsons tweede termijn, de oorlog aan Duitsland. En wat het vrouwenkiesrecht betrof, dat zou Wilson lange tijd uitstellen. In 1919 werd het in de VS ingevoerd.
1932 In de crisisjaren: Franklin Delano Roosevelt vs Herbert Hoover
Geen man leek beter voorbereid op het presidentschap dan Herbert Hoover. Hij was een ondernemer, in onder meer mijnbouw, die zich met enorm succes op ingewikkelde maatschappelijke problemen had gericht. Zo was hij verantwoordelijk voor de voedselvoorziening in het totaal verwoeste België na de Eerste Wereldoorlog. Hij had progressieve plannen, zoals het afschaffen van kinderarbeid en de invoering van een minimumloon. Na enkele jaren minister te zijn geweest, won hij met overmacht de verkiezingen van 1928. Een jaar later crashte de beurs op Wall Street en raakte het land, en de wereld, in een grote crisis.
In 1932 was van Hoovers reputatie weinig over. Het land kraakte onder de werkloosheid en armoede. De New Yorkse gouverneur Franklin Delano Roosevelt begon maar aan zijn eigen steunprogramma, bij gebrek aan nationale actie. In de toespraak bij zijn nominatie als de Democratische presidentskandidaat beloofde Roosevelt een new deal for the American people.
In de campagne tegen Hoover maakte Roosevelt als eerste gebruik van het relatief nieuwe medium radio. Op zijn campagnebijeenkomsten, waarvan soms delen werden uitgezonden, klonk steevast het liedje Happy days are here again, een herkenbare tune voor Roosevelts optimisme in donkere dagen. Als president zou hij de bevolking regelmatig via de radio toespreken in de zogenoemde fireside chats.
1956 Eerste tv-debat: Eleanor Roosevelt vs Margaret Chase Smith
Het eerste debat dat op televisie werd uitgezonden ging in 1956 niet tussen de twee presidentskandidaten – de zittende president Eisenhower en de Democraat Adlai Stevenson – maar tussen twee zogenoemde surrogates, twee vrouwelijke plaatsvervangers. Voor de Democraten stapte partij-icoon, voormalig First lady Eleanor Roosevelt op het podium. De Republikeinen werden vertegenwoordigd door Margaret Chase Smith, Senator voor Maine, die onder meer naam had gemaakt toen zij het opnam tegen haar partijgenoot, communistenjager Joe McCarthy.
Het debat werd uitgezonden in het kader van het tv-programma Face the Nation dat toen nog maar twee jaar bestond (het bestaat nog altijd). De dertien jaar jongere Chase Smith, die achteraf zei dat ze zich beslist had voorgenomen om bescheiden en op rustige toon te debatteren, viel de grootmoederlijke Roosevelt hard aan, ,,in een krengerig staccato”, zou ze in haar autobiografie schrijven. De reacties waren gemengd. En Eisenhower werd herkozen als president.
1960 Hét tv-debat: Richard Nixon vs John Kennedy
De eerste twee presidentskandidaten die op televisie met elkaar in debat gingen, waren de zittende vicepresident en Republikeinse kandidaat Richard M. Nixon en de Democratische senator John F. Kennedy. En hun tv-debat was niet alleen het eerste in de geschiedenis, volgens de Amerikaanse mythologie was de live-uitzending ook doorslaggevend voor de uiteindelijke overwinning van de onervaren Kennedy.
Viermaal zouden de kandidaten met elkaar in debat gaan, maar de eerste is de geschiedenis in gegaan. Enquêtes zouden achteraf uitwijzen dat de kiezers die naar de radio hadden geluisterd, in meerderheid Nixon als winnaar aanwezen, terwijl degenen die op televisie hadden gekeken, in meerderheid vonden dat Kennedy had gewonnen. Was Kennedy domweg aantrekkelijker? Hij was in elk geval beter uitgerust dan Nixon, beter opgemaakt, veegde minder vaak het zweet van zijn voorhoofd en keek niet steeds nerveus naar de klok, zoals Nixon.
Kennedy en Nixon tijdens het laatste van hun vier televisiedebatten in 1960.
Foto’s Getty Images
Tv werd meteen een belangrijk instrument in de campagne. Kennedy maakte speelse filmpjes met vrolijke deuntjes (Kennedy Kennedy Ke-Ne-dyyy), Nixon liet zichzelf liever filmen achter een bureau om zijn ervaring en ernst te accentueren. De uitslag was heel close: Kennedy kreeg uiteindelijk 120.000 stemmen meer dan Nixon, op een totaal van 68,8 miljoen stemmen.
1980 ‘There you go again‘: Jimmy Carter vs Ronald Reagan
,,There you go again.” Ronald Reagan was weliswaar al heel lang politicus van conservatief-Republikeinse snit, maar hij was eerst en vooral een great communicator. Als acteur met een lange staat van dienst in Hollywood had hij timing geleerd en een goed gevoel voor de one-liner (,,Mr. Gorbachov, tear down this wall”). In debat met de zittende president Carter, toch al impopulair door de matige economie en de vernedering van de langdurige gijzeling van Amerikanen door het nieuwe bewind in Teheran, was Reagan het zonnige optimisme zelve. Toen Carter hem aanviel op zijn standpunt over ziektekostenverzekering, antwoordde Reagan met een lachje en ‘there you go again’ (doe je het wéér), waarmee hij Carter goedmoedig neerzette als leugenaar.
1992 Drie kandidaten: George H.W. Bush vs Bill Clinton vs Ross Perot
Drie serieuze kandidaten – dat hebben de VS zelden gehad, maar in 1992 waren ze alledrie serieus genoeg om gedrieën in één en hetzelfde tv-debat tegen elkaar in het krijt te mogen treden. Zittend president George H.W. Bush voor de Republikeinen, gouverneur Bill Clinton voor de Democraten en zakenman Henry Ross Perot voor zichzelf. Het idée reçu is dat Perot de babyboomer Clinton destijds de overwinning bezorgde door vooral stemmen af te snoepen van Bush. Bij de exit polls bleek dat wel en niet het geval te zijn: verdeeld over het hele land (de zogenaamde popular vote) waren er inderdaad evenveel Ross Perot-kiezers die anders voor Bush dan wel voor Clinton zouden hebben gestemd. Maar door het systeem van kiesmannen bleek dat de aanwezigheid van Ross Perot op het stembiljet Clinton waarschijnlijk de staten Montana en Nevada heeft helpen veroveren.
Wat Bush in elk geval niet hielp, was dat hij, juist toen een vrouw uit het publiek het woord kreeg om een vraag te stellen, eventjes op zijn horloge keek. Zo wekte hij daarmee de schijn dat het debat, of de vraagstelster, hem niet bijster interesseerde – een suggestie die kleefkracht kreeg doordat Bush toch al niet bekend stond als een heel betrokken of warme politicus. Maar de echte nagel aan zijn doodskist had Bush zelf al eerder geslagen, in de campagne voor de verkiezingen van 1988, die hij won. ,,Read my lips„, zei hij toen, ,,er komen geen nieuwe belastingen.” Toen hij als president de belastingen toch moest verhogen, was dat een inkoppertje voor de Clinton-campagne.
2008 Eerste zwarte president: Barack Obama vs John McCain
Toen de Republikeinse presidentskandidaat John McCain bij een campagnebijeenkomst van een van zijn kiezers hoorde dat zij Obama niet kon vertrouwen, omdat hij… en daar werd ze vager, ze liet het woord ‘Arabier’ vallen, en de implicatie was duidelijk: was de zwarte Democraat met de wonderlijke naam wel een echte Amerikaan? Was hij wel een christen, en niet stiekem een moslim? McCain schudde zijn hoofd, nam de microfoon over en zei: ‘Mevrouw, ik kan u verzekeren, Barack Obama is een fatsoenlijke man en een goede Amerikaan. Ik verschil alleen van mening met hem.’
O, de zoete tijd van 2008. Toen politici racisme beteugelden in plaats van aanwakkerden. Toen de tegenstander in de race een rivaal was, geen vijand. Populisme was wel al een serieuze kracht in die campagne. De keurige senator McCain had zich genoodzaakt gevoeld de populistische gouverneur van Alaska, Sarah Palin, als running mate aan te wijzen. En er woedden al samenzweringstheorieën over het geboortebewijs van de in de staat Hawaii geboren Obama; was hij niet eigenlijk een Keniaan? McCain en Obama gingen drie keer met elkaar in debat. De begaafde redenaar Obama had weinig moeite om cool over te komen naast de driftiger McCain. De verkiezing ging inderdaad over verandering – kernwoord in Obama’s campagne. Na acht jaar een Republikein in het Witte Huis waren de Amerikaanse kiezer klaar voor een historische stap: de eerste zwarte president.
2016 De stalker: Donald Trump vs Hillary Clinton
Hillary Clinton was in 2016 de eerste vrouwelijke kandidaat voor een van de twee grote partijen. Ze had een mensenleven aan ervaring in de nationale politiek: first lady, senator, minister van Buitenlandse Zaken. Ze was ook een geliefde kop-van-jut voor de Republikeinen. In het Congres hadden ze onderzoek na onderzoek ingesteld na een aanval op de Amerikaanse ambassade in Benghazi, Libië. Ze had het bovendien verdomd moeilijk in de campagne om de Democratische nominatie, waar de toen nog relatief onbekende Bernie Sanders tot het bittere einde een geduchte concurrent bleek – wiens aanhangers na afloop in verrassend grote getale liever op Trump dan op Clinton bleken te stemmen.
Donald Trump had ondanks felle tegenstand van de Republikeinse Partij de nominatie veroverd. Als kandidaat introduceerde hij een nieuwe stijl in de campagne: hij was grof in de mond, hij leek geweld aan te moedigen (‘ik zou hem in zijn gezicht willen stompen’, zei hij toen iemand op een van zijn campagnebijeenkomstenkwam protesteren) en hij schoot met scherp op Hillary Clinton. ‘Sluit haar op’, werd op al zijn rally’s gescandeerd, onder verwijzing naar het FBI-onderzoek naar haar gebruik van een privé-server voor staatszaken.
Bij het tweede tv-debat tussen de rivalen werd Clinton letterlijk op het podium achtervolgd door Trump. Als het haar beurt was om te spreken, ging hij vlak achter haar staan. De kijkers zagen Clinton dan spreken over gezondheidszorg of buitenlands beleid, en achter haar deinde Trump in beeld en bleef daar staan. Tot op de avond van de verkiezingen voorspelden peilingbureaus en media een overwinning voor Clinton. Zij kreeg inderdaad de meeste stemmen in het land, maar Trump won de meeste kiesmannen en werd president.
2024 Een kandidatuur-dodend debat: Biden vs Trump, dan Harris
Joe Biden was oud. Hij was 78 jaar toen hij de verkiezingen won in 2020 en toen hij drie jaar later aankondigde dat hij campagne wilde voeren voor een tweede termijn, ging er zoiets als een collectieve kreet op onder progressieve Amerikanen. Broze Biden, die zich door persconferenties heen stamelde, die zijn keel moest schoonhoesten voor hij een vraag kon beantwoorden, die verward om zich heen keek bij openbare gelegenheden en voor wie een vliegtuigtrap een gevaarlijke kermisattractie was – moest hij het nou echt opnieuw opnemen tegen Donald Trump?
In juli 2024 traden ze tegen elkaar aan voor een tv-debat. Trump hoefde nauwelijks iets te doen. Biden staarde zwijgend voor zich uit, de mond half open. Hij gaf warrige antwoorden, waarvan het warrigste uitliep in de zin: ‘We hebben eindelijk ons ziekenzorgsysteem verslagen.’ De president en zijn team noemden het een bad night, maar zijn partijgenoten zagen het anders. Ze voerden de druk op Biden op om zich terug te trekken en na een paar weken deed hij dat ook, maar niet voordat hij zijn opvolger naar voren had geschoven: vicepresident Kamala Harris. Zij werd bij acclamatie aangewezen als de Democratische kandidaat.
Nu was Trump ineens de oudste presidentskandidaat ooit. En zo soeverein als hij was geweest in het debat met Biden, zo warrig was híj nu in een debat met Harris. Na een paar provocaties van haar (‘mensen lopen weg bij zijn rally’s’) barstte Trump uit met een internetgerucht over Haïtiaanse migranten in Ohio die ‘honden, katten, huisdieren’ zouden eten. Overigens bleef dit voor hem, anders dan voor Biden, zonder consequenties. Zijn running mate en zijn partijgenoten bleven volhouden dat Haïtianen inderdaad huisdieren aten, hoeveel journalisten ook in het genoemde dorpje optekenden dat er geen spoor van bewijs voor was. En in de peilingen veranderde ook niets. Trump en Harris stormen nek aan nek op 5 november af.