Nederland moet zich sneller, gerichter en fundamenteler aanpassen aan de gevolgen van klimaatverandering. Door scherpe keuzes te maken over de schaarse ruimte en door burgers en bedrijven in staat te stellen zich beter te wapenen tegen een veranderend klimaat. Dat schrijft de Wetenschappelijke Klimaatraad (WKR) in een advies aan de regering, dat deze donderdag verschijnt.
Niet alleen verandert het klimaat, de opwarming versnelt ook. Europa is het snelst opwarmende continent, en in Nederland stijgt de temperatuur bijna twee keer zo snel als het wereldgemiddelde. Sinds 1906, toen de metingen begonnen, is het jaargemiddelde hier met 2,3 graden gestegen, tegenover ongeveer 1,2 graden wereldwijd.
Het rapport, Meeveranderen met het klimaat, laat zien hoe risico’s zich opstapelen. De zeespiegel stijgt. Extreme neerslag én langdurige droogte komen vaker voor. Hittegolven nemen toe. Rivieren voeren soms te veel, soms te weinig water aan. Zout water dringt in kustgebieden verder het land in. Steden warmen op – vooral de stenige wijken. Soms spelen meerdere problemen tegelijk en versterken die elkaar. Dat maakt Nederland extra kwetsbaar.
De zomer van 2018 maakte duidelijk wat verdroging kan aanrichten: boeren in Zeeland moesten zoetwater aanvoeren met vrachtwagens. In 2021 zorgde aanhoudende regen voor grote overstromingen in Limburg. Anders dan in Duitsland en België vielen er in Nederland geen dodelijke slachtoffers, maar de materiële schade liep in de honderden miljoenen. De verwachting is dat de schade door klimaatverandering verder zal toenemen.
Mensen gaan ervan uit dat de overheid hen voor alles afschermt – maar dat is lang niet altijd mogelijk
‘Veilig en leefbaar’
Om Nederland „veilig en leefbaar” te houden, benadrukt de Klimaatraad dat het cruciaal is om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen. „Veel mensen denken bij veiligheid aan defensie”, zegt onderzoeker Marjolijn Haasnoot. „Maar Nederland wordt steeds vaker bedreigd door klimaatverandering. Mensen gaan ervan uit dat de overheid hen voor alles afschermt – maar dat is lang niet altijd mogelijk.”
Volgens de raad moet Nederland maatregelen nemen tegen gevolgen die onvermijdelijk zijn. Die vallen uiteen in twee groepen: ruimtelijke keuzes, over hoe we het land inrichten, en maatschappelijke keuzes, over hoe we omgaan met risico’s en verantwoordelijkheden. Vooral die laatste moeten de weerbaarheid vergroten.
Lees ook
Minder vliegen, minder vlees, verwarming lager: de één vindt dat het nog beter moet, de ander vindt dat je nergens meer van mag genieten. Waarom zijn we zo verdeeld?
Keuzes zijn nu nodig in gebieden waar meerdere problemen samenkomen. Zoals veenweidegebieden met bodemdaling, broeikasgasuitstoot en waterproblemen. Kleigebieden waar verzilting toeneemt. Zandgronden die kampen met droogte én wateroverlast. En steden waar hittestress groeit. De raad pleit voor nationale regie: bepaal op landelijk niveau wat nodig is, en werk dat regionaal uit.
Afstemming is daarbij van groot belang, stellen de onderzoekers. „Nederland ondergaat al een grote verbouwing”, zegt Haasnoot, verwijzend naar de woningnood, de verduurzaming van de landbouw en de aanleg van nieuwe energie-infrastructuur. „Al die projecten moeten klimaatbestendig worden ingericht. Maar samenhang ontbreekt vaak.” Daarom stelt de raad voor: toets ruimtelijke plannen verplicht op klimaatbestendigheid – met een horizon van minstens „honderd jaar”.
De raad wil dat de overheid inzicht geeft in risico’s per wijk of woning, en die informatie publiek toegankelijk maakt
Overheidscoördinatie
Toch zal niet alles af te schermen zijn. Extreem weer zal schade blijven veroorzaken. „Burgers en bedrijven moeten zich daar ook individueel op voorbereiden”, zegt Haasnoot. Dat gebeurt al: boeren beregenen hun akkers, huiseigenaren installeren airco’s. Dat helpt, maar kan ook nieuwe problemen veroorzaken. Zo kan bijvoorbeeld beregening een boer wel door een droge periode helpen, maar elders voor watertekorten zorgen. Daarom is overheidscoördinatie nodig – via informatie, richtlijnen en prikkels. „Met als doel de weerbaarheid van de samenleving op een rechtvaardige manier te vergroten.”
Informatie is daarbij essentieel. Veel mensen weten weinig over de klimaatrisico’s in hun omgeving. De financiële sector beschikt vaak wél over die gegevens – en zal ze gebruiken bij het bepalen van hypotheekvoorwaarden of het vaststellen van verzekeringspremies. De raad wil dat de overheid inzicht geeft in risico’s per wijk of woning, en die informatie publiek toegankelijk maakt.
Koploper
Met het rapport, dat is gemaakt op verzoek van de minister van Infrastructuur en Waterstaat, wil de Wetenschappelijke Klimaatraad bijdragen aan de herziening van de Nationale Klimaatadaptatiestrategie, die in 2026 verschijnt. De onderzoekers erkennen dat ze, alles bij elkaar, een ambitieuze oproep doen, zeker in een tijd waarin de politiek vooral op de korte termijn gericht is. Toch geloven ze dat Nederland dit kan. „Het Deltaprogramma en de Afsluitdijk zijn goede voorbeelden van hoe Nederland eerder koploper was in adaptatie”, zegt Haasnoot. „Ook ‘Ruimte voor de rivier’, dat overstromingen in Nederland moet tegengaan, is een enorm project, dat stap voor stap wordt aangepakt. Die manier van denken is nu opnieuw nodig.”
De opgave is groot. Vanwege de nauwe afstemming die het vergt met alle ministeries, kan het jaren duren voordat aanpassingen worden gedaan – de Deltawerken waren 43 jaar na de Watersnoodramp in 1953 voltooid. „We hebben de tijd”, schrijven de onderzoekers, „maar geen zeeën van tijd”.
Lees ook
Alles wat je moet weten om het klimaatdebat te doorgronden
