Staat Nederland straks vol met grote én kleine kerncentrales? Vorige maand drongen Tweede Kamerleden Silvio Erkens (VVD) en Henri Bontenbal (CDA) er via een motie bij het kabinet op aan niet alleen maar op die eerste categorie te focussen, maar ook véél meer op die laatste.
Voor die kleine kerncentrales, small modular reactors (SMR’s), zouden meerdere partijen namelijk grote belangstelling hebben. En hoewel er sinds een aantal maanden een officiële ‘programma-aanpak’ is, komt er vooralsnog niets concreets van de grond. Het kabinet wil zelf vier grote kerncentrales bouwen, en SMR’s in principe aan de markt overlaten.
In het Westen is er nog nergens zo’n SMR gebouwd, alleen China en Rusland hebben er elk een. Critici zijn bezorgd – net als bij grote kerncentrales – over de veiligheid, en over radioactief afval. Voorstanders wijzen op de voordelen: SMR’s zijn veel goedkoper en sneller te bouwen dan ‘conventionele’ kerncentrales. Je kunt die kleintjes in theorie overal neerzetten: op industrieterreinen, bij datacenters, zelfs in woonwijken (wat de critici extra huiverig maakt). Bedrijven die stroom nodig hebben, kunnen zelf een SMR kopen.
Critici hebben – net als bij grote kerncentrales – zorgen over de veiligheid en over radioactief afval
In andere Europese landen, waaronder het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Roemenië, Tsjechië en Polen, en in de Verenigde Staten, zijn verschillende projecten aangekondigd. Techbedrijf Google heeft in oktober een intentieovereenkomst getekend met een Amerikaanse SMR-bouwer, om stroom af te nemen voor zijn datacenters. Maar in Nederland lopen geïnteresseerde partijen tegen obstakels aan, valt op te maken uit de motie.
Voor buitenstaanders mag het hele concept van een kleine kerncentrale nieuw (of eng) zijn, achter de schermen gebeurt al veel. NRC dook in de ‘SMR-wereld’ en ontdekte dat zeker drie bedrijven de afgelopen tijd bezig zijn geweest SMR’s aan de man te brengen in Nederland. Recentelijk zou ook de topman van een vierde partij, het Amerikaanse Westinghouse, naar Gelderland zijn gereisd om zijn SMR aan te prijzen.
Wie zijn deze partijen? En hoe ver zijn ze?
Last EnergyHans Schoenmakers
Hans Schoenmakers is eigenlijk net gestopt. Bijna drie jaar is hij voor het Amerikaanse SMR-bedrijf Last Energy bezig geweest „bestuurlijke en commerciële deuren” te openen, laat hij weten.
De voormalige Uniper Benelux-directeur is per november vertrokken. Last Energy richt zijn aandacht nu tijdelijk op andere Europese landen, zegt hij: Polen, Roemenië en het Verenigd Koninkrijk. Omdat daar wel al deals zijn gesloten. Volgens Schoenmakers kijkt het bedrijf nog of het in het voorjaar de draad weer gaat oppakken in Nederland. Verder kan hij geen commentaar meer geven, omdat hij niet meer voor Last Energy werkt.
De SMR van Last Energy behoort tot de echte kleintjes onder de kleine kerncentrales. Eén reactor moet een vermogen leveren van 20 megawatt, vergelijkbaar met een paar windmolens. Hij zou zo klein zijn dat je hem met een vrachtwagen met oplegger kunt vervoeren. Ter plaatse zou de kerncentrale dan als een „Lego-setje” in elkaar gezet kunnen worden.
Last Energy mag klein zijn – er werken naar schatting honderd mensen – en relatief jong (het bestaat pas sinds 2019), de ambities zijn torenhoog. Het bedrijf wil de komende vijftien jaar 10.000 SMR’s bouwen. Oprichter Bret Kugelmass droomt van een wereld met oneindige hoeveelheden energie, waar iedereen – „alle tien miljard mensen op aarde” – zoveel stroom kan verbruiken als hij maar wil. Mede dankzij zijn kerncentrales.
Ter plaatse zou de kerncentrale als een ‘Lego-setje’ in elkaar gezet kunnen worden
Kugelmass zei begin dit jaar dat zijn bedrijf 51 deals met klanten had gesloten, ter waarde van 32 miljard dollar. Twee maanden geleden kondigde het een plan aan om vier SMR’s in Wales te bouwen. De eerste moet er in 2027 staan. Afgelopen juni kondigde Last Energy een „samenwerking” aan met het NATO Energy Security Centre of Excellence, om onderzoek te doen naar „militaire toepassingen voor micro-nucleaire energietechnologieën en mogelijkheden te verkennen voor toekomstige inzet op militaire installaties van de NAVO”. Dit is een door de NAVO geaccrediteerde denktank die lidstaten adviseert over energievragen rond militaire zaken.
Maar voorlopig staat er nog nergens een, en mist Last Energy een nucleaire vergunning. Alle aangekondigde deals zijn niet-bindend.
In Nederland is Schoenmakers drie jaar lang bezig geweest SMR’s van Last Energy aan de man te brengen. Met wie allemaal gesproken is, is niet duidelijk. Maar meerdere anonieme bronnen zeggen dat hij in ieder geval sprak met chemiebedrijf Dow in Terneuzen, met North Sea Port in Zeeland, met industriepark Chemelot in Limburg en met burgemeester en wethouders van Den Helder en het lokale havenbedrijf. Het probleem leek daarbij vaak dat veel bedrijven niet als eerste de stap durfden te zetten.
Kernenergie-expert Ruut Schalij, van het in energievraagstukken gespecialiseerde onderzoeksbureau e-Risk, noemt Last Energy vanwege al die ambitieuze uitlatingen „een stel Amerikaanse cowboys”. Wat belangrijk is, „is dat ze op een gegeven moment ook gaan leveren in plaats van praten”. Al wil hij daarmee ook weer niet zeggen dat Last Energy „een kletsverhaal” verkoopt, benadrukt hij. „Andere leveranciers moeten ook eerst maar eens leveren. En met Amerikaanse bravoure krijg je ook dingen voor elkaar.”
Orange Hills EnergyAaldrik Haijer
De Groningse ondernemer Aaldrik Haijer werkt, in de luwte, aan de komst van misschien wel de eerste SMR in Nederland. Volgens meerdere ingewijden is hij het verst gevorderd van alle partijen die actief zijn in Nederland. Al zou de afstand tot de concurrentie niet extreem groot zijn, en kan het dan nog steeds jaren duren voordat deze ‘minicentrale’ er is.
Haijer werkt zelf niet voor een producent van SMR’s. Ruim een jaar geleden heeft hij zijn eigen energiebedrijf opgericht, Orange Hills Energy, dat probeert bedrijven en overheden warm te maken voor de SMR van het Amerikaans-Japanse GE Hitachi, de BWRX-300. Klein is hier overigens relatief: deze SMR heeft een vermogen van 300 megawatt, waarmee je volgens de makers genoeg stroom voor 300.000 huishoudens kan produceren. De huidige kerncentrale in Borssele is anderhalf keer zo groot.
Orange Hills Energy wil de SMR’s zelf bouwen en exploiteren, en koopt bij GE Hitachi de technologie in. In Europees verband werkt het samen met achttien energiebedrijven en andere ondernemingen in de toeleveringsketen van GE Hitachi om alle bouwtrajecten te ‘stroomlijnen’. Deze werkgroep opereert onder de Europese ‘industrie-alliantie voor SMR’s’, die weer is opgezet door de Europese Commissie. Doel ervan is ontwikkeling en bouw van SMR’s te versnellen, zodat de eerste er in 2030 staat.
In een telefoongesprek wil Haijer niet zeggen hoe ver hij precies is. Dat zou commercieel gevoelige informatie zijn. Wel zegt hij: „Als ik terugkijk naar toen we begonnen, gaan we veel sneller dan ik dacht dat mogelijk zou zijn.” Hij zegt op drie plekken in Nederland SMR’s te willen bouwen. Ingewijden bevestigen dat hij in ieder geval een daarvan probeert te realiseren in Den Helder. Het gemeentebestuur is in principe voor, mede omdat een SMR een belangrijke aanvulling op de stroomvoorziening zou zijn.
Haijer: „Met de huidige energiekosten in Nederland is de concurrentiepositie van onze energie-intensieve bedrijven onhoudbaar. In andere landen zijn die kosten veel lager. Betaalbare, CO2-vrije energie is essentieel om die bedrijven hier te houden. Het moet voor bedrijven weer een no-brainer worden om in Nederland te investeren. Kernenergie vanuit grote centrales of SMR’s kan daarin het verschil maken.”
Haijer wil nog niet zeggen of hij al concrete afspraken met een klant heeft – naast het verkrijgen van een vergunning van de toezichthouder is dat cruciaal voor het slagen van elk SMR-project. Er zitten diverse denkbare klanten in de buurt: vlakbij Den Helder ligt de Wieringermeerpolder, waar twee enorme, energie slurpende datacenters van Google en Microsoft staan. Er zijn plannen voor uitbreiding. Den Helder heeft een haven waar de marine zit.
De voorsprong die Orange Hills zou hebben ten opzichte van de concurrentie, zou vooral komen doordat in een ander land, Canada, al wel concreet gewerkt wordt aan een project. Dat zou tegelijk het vergevorderdste project in het Westen zijn.
In Darlington wil het lokale energiebedrijf Ontario Power Generation (OPG) vier SMR’s van GE Hitachi bouwen. Een definitieve investeringsbeslissing is genomen, twee jaar geleden heeft het energiebedrijf de bouwvergunning aangevraagd. Begin dit jaar is de grond bouwrijp gemaakt. De nucleaire toezichthouder is bezig met de beoordeling. In september kondigden OPG en GE Hitachi aan dat in 2025 begonnen wordt met de bouw van de SMR, vooruitlopend op de door hen verwachte toekenning van een definitieve vergunning begin dat jaar.
‘De eerste zijn’ heeft voordelen, zegt zegt Ruut Schalij van onderzoeksbureau e-Risk: „Toezichthouders lezen met elkaar mee. Als je in één land een vergunning hebt, helpt dat enorm bij het verkrijgen van goedkeuring voor volgende SMR’s. Want ze zijn allemaal hetzelfde. Al blijven die processen natuurlijk altijd weerbarstig.”
ULC-EnergyDirk Rabelink
Rolls-Royce kennen veel mensen van de luxe auto’s die het bedrijf ooit maakte, maar het verkoopt ook kleine kerncentrales. In Tsjechië heeft het bedrijf bijna een project, maar daar is nog geen definitieve investeringsbeslissing genomen. In Nederland is Dirk Rabelink de man die er klanten voor probeert te vinden. Hij richtte in 2021 ULC-Energy op, dat de exclusieve ontwikkelaar van Rolls-Royce is voor SMR’s in Nederland. Rabelink werkte eerder onder andere voor mijnbouwbedrijf BHP Billiton, waar hij „jarenlang uranium verkocht aan kerncentrales wereldwijd”, zegt hij in een telefoongesprek. Sinds 2023 neemt bouwbedrijf BAM ook deel aan het samenwerkingsverband van ULC-Energy en Rolls-Royce.
De SMR van Rolls-Royce valt eigenlijk niet echt een kleine kerncentrale te noemen. Onder SMR’s worden meestal reactors verstaan met een vermogen tot 300 megawatt; deze is 470 megawatt. Maar hij kan nog steeds modulair en in een fabriek worden gebouwd. Volgens ULC-Energy kun je met één reactor 1,4 miljoen huishoudens van stroom voorzien.
Sinds 2021 heeft Rabelink menig kopje koffie gedronken met overheden, bedrijven, vergunningverleners en netbeheerders, om de interesse op de markt te peilen. Volgens hem hebben verschillende partijen „serieuze” belangstelling en staan er inmiddels „concrete afspraken”. Met wie hij in gesprek is, wil hij niet zeggen. Dat is „commerciële informatie”.
Bij veel partijen zijn er tegelijkertijd aarzelingen, benadrukt hij. Dat zou vooral komen doordat er op politiek niveau de afgelopen jaren nauwelijks oog is geweest voor de mogelijkheden van SMR’s, en dus ook weinig (financiële) steun. „Het kabinet kijkt vooral naar grote kerncentrales.”
Rabelink hoopt dat de motie van Kamerleden Erkens en Bontebal voor een stroomversnelling gaat zorgen – en dat die eerste centrale wellicht van Rolls-Royce is. „Want zo kan het niet verder. Anders raak je achterop. Soms moet je mensen even over de streep trekken.”
Wouter Vermijs, directeur van nutsbedrijf USG, dat de inkoop van energie voor industriepark Chemelot in Limburg regelt, bevestigt dit. Hij heeft gesproken met meerdere SMR-partijen, vertelt hij, maar daar is niets uit gekomen, mede omdat alle betrokkenen fundamentele financiële risico’s zien, waardoor ze niet bij elkaar kunnen komen. De overheid zou die risico’s mogelijk wel kunnen dragen.
Vermijs: „SMR-partijen willen het liefst langlopende contracten sluiten, met een vaste stroomprijs, om zeker te weten dat de grote investering kan worden terugverdiend. Voor chemiebedrijven is het juist riskant om je voor zoveel jaren vast te leggen op een vaste prijs, te midden van andere onzekerheden en de overlevingsstrijd waarin de chemische industrie zich bevindt.”
In het VK, thuisbasis van Rolls-Royce, lijkt het inderdaad sneller te gaan. Daar doet de fabrikant mee aan een door de overheid georganiseerde ‘competitie’ onder verschillende partijen, waarvan de winnaar een eerste SMR mag gaan bouwen. Die moet dan voor 2035 gereed zijn. Rolls-Royce zit bij de laatste vier kandidaten, met onder andere het Amerikaanse Westinghouse en GE Hitachi.
Als Rolls-Royce daar als winnaar uit de bus komt – de bekendmaking wordt komend jaar verwacht – heeft het ook daar zijn eerste, echte klant. Volgens Rabelink zit Rolls-Royce bij de Britse toezichthouder nu „in de derde en laatste stap” van het vergunningsproces.
In Polen zijn de onderhandelingen over een eerste contract bijna rond, vervolgt hij. Daar is ook al een locatie uitgezocht. En die klant, het Poolse energiebedrijf CEZ, heeft zelf ook al een flink belang genomen in de SMR-tak van Rolls-Royce.