N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Wielrennen Een jaar geleden won de kleine ploeg Intermarché-Circus-Wanty de grootste koers in haar bestaan: Gent-Wevelgem. Het team, met de Nederlander Mike Teunissen in de gelederen, wil dergelijke successen herhalen. Maar dit weekend liep uit op een teleurstelling.
Mike Teunissen had zich erop ingesteld. Hij stapte deze winter over van een ploeg met een van de grootste budgetten in het wielrennen (Jumbo-Visma) naar een ploeg met een van de kleinste budgetten (Intermarché-Circus-Wanty), dus dat dingen anders zouden worden, had hij wel verwacht.
Met zijn nieuwe ploeg slaapt Teunissen in een Holiday Inn in plaats van een Van der Valk-hotel, en de bus waarmee ze naar wedstrijden rijden gaat al wat langer mee in plaats van dat er vorig jaar een half miljoen in is geïnvesteerd. Bij het diner zijn er geen chefs meer die hem tot op de gram voorschotelen wat hij moet eten, maar vertelt een voedingsdeskundige hoeveel pasta hij moet opscheppen van het buffet.
Het zijn slechts details, vindt voormalig geletruidrager Teunissen. „Eigenlijk ontloopt het elkaar niet veel. Uiteindelijk moet je een goede trainer, fiets en programma hebben, dat is de basis, en dat is allemaal dik in orde. Dat er dan niet twee man klaarstaan om voor me te koken, dat is dan maar zo.”
Teunissen vertelt erover in de Holiday Inn in Gent, aan de vooravond van de semiklassieker Gent-Wevelgem. De dag erna zal zijn ploeg als laatste het podium voor de ploegenpresentatie mogen bestijgen: het voorrecht van de ploeg die vorig jaar de winnaar afleverde. Toen sprintte de Eritreeër Biniam Girmay naar de grootste overwinning in de teamgeschiedenis.
Dat was het succesverhaal van vorig jaar: een ploeg met een budget van pakweg tien tot elf miljoen euro – Jumbo-Visma beschikt volgens de Franse krant L’Equipe over 25 miljoen euro – pakte 24 overwinningen, waaronder de winst in de Scheldeprijs en etappeoverwinningen in de Giro d’Italia en de Vuelta d’Espana. Voorbij was de tijd dat de ploeg meezat in kansloze ontsnappingen om in beeld te rijden voor de sponsoren, ineens reed Intermarché mee voor de prijzen.
„Vanwege ons kleine budget waren we voor iedereen de gedoodverfde kandidaat om te degraderen en onze WorldTour-licentie kwijt te raken”, zegt prestatiemanager Aike Visbeek. „In plaats daarvan hadden we een exceptioneel jaar. En dat heeft wel wat teweeggebracht.”
Prijskaartje
Een jaar later staat de ploeg voor een nieuwe uitdaging: het succes bestendigen. Zo is Teunissen aangetrokken om Girmay in de klassiekers bij te staan. Want wie Gent-Wevelgem kan winnen, is de gedachte, kan een jaar later ook meedoen om de winst in bijvoorbeeld een monument als de Ronde van Vlaanderen.
Bij de start van de E3 Saxo Classic in Harelbeke, afgelopen vrijdag, is duidelijk te zien dat het team niet langer meedoet in de marges van het profpeloton. Als kopman Girmay naar het podium wil rijden, staan de mensen aan weerszijden van zijn route rijen dik opgesteld, boekjes en pennen in de hand. Links en rechts deelt hij handtekeningen uit. Twee dagen later is dat bij de start van Gent-Wevelgem in Ieper hetzelfde verhaal.
Deze winter werd de ploeg „slachtoffer van het eigen succes”, zegt Visbeek. „Neem een jongen als Jan Hirt. Een supergoede jongen, kon met iedereen goed opschieten en won vorig jaar een Girorit voor ons. Maar daardoor werd zijn prijskaartje enorm. Dus we moesten kiezen.”
Vorig jaar zat het geheim van het succes van de ploeg in de investeringen die Visbeek deed in het begeleidingsteam, in plaats van veel geld aan dure salarissen voor een aantal toprenners te besteden. Het team richtte bewust en met succes de pijlen op de wedstrijden van de categorie net onder de grootste koersen. Ook pakten een aantal transfers bijzonder goed uit: ervaren renners als Alexander Kristoff en Domenico Pozzovivo behaalden veel goede resultaten.
Visbeek besloot dit jaar opnieuw om te investeren in het begeleidingsteam. Van Hirt, en ook van Kristoff, Pozzovivo, Quinten Hermans en Andrea Pasqualon werd afscheid genomen. In plaats daarvan trok Visbeek drie trainers, twee voedingsdeskundigen, twee extra ploegleiders en een materiaalman aan. Visbeek: „We gaan tegenwoordig met tien man meer op trainingskamp.”
Voor de renners die bleven is het leven daarmee eenvoudiger geworden, zegt de Belg Loïc Vliegen, die al sinds 2019 bij de ploeg zit. „Door alle aandacht voor het materiaal, voor het trainen, voor de nutritie. Dat zorgt net voor die paar procenten extra. Het wordt voor mij alleen maar makkelijker om hard te fietsen.”
Tubeless banden
Teunissen noemt als voorbeeld van de resultaten die de investeringen hebben opgeleverd de tubeless banden – banden zonder binnenband – waarmee tegenwoordig de meest WorldTour-teams rijden. Intermarché was een van de eerste teams die overstapte op de nieuwe band. Daardoor is „ons hele systeem er al op ingericht”, zegt hoofdmechanieker Mikey van Kruiningen, en dat is een groot voordeel. Want het rijden met tubeless banden scheelt „belachelijk veel” rolweerstand, zegt hij, „tot wel 10 tot 15 watt”. Ook de renners zijn er blij mee, zegt Teunissen. „Ik rijd liever op deze fiets met tubeless banden dan op de fiets die ik vorig jaar bij Jumbo-Visma had zonder tubeless banden.”
De komende jaren wil het team winnen met Girmay, maar ligt de focus daarnaast meer dan ooit op het opleiden van een brede ploeg met talentvolle, jonge renners. Jongens als Hugo Page (21), Dries de Pooter (20) en Madis Mihkels (19) krijgen de kans zich te ontwikkelen. Door de prestaties van vorig jaar heeft Intermarché voor de komende drie jaar de WorldTour-licentie veiliggesteld, en in die cyclus moeten de jonge renners nu ervaring opdoen, zodat ze over twee jaar goede resultaten kunnen rijden.
Die koerswijziging leidde in eerste instantie tot nervositeit onder de ploegleiders, zegt Visbeek. Zij vroegen zich af met welke renners ze nu dit jaar de grote rondes moesten gaan volbrengen, of toptienklasseringen in de klassiekers gingen rijden. Waren de jonge renners daar wel klaar voor? Visbeek: „Ik wist: een goede seizoensstart is nu belangrijk. Want anders zouden ze zeggen: zie je nou wel?”
Met daarop toegespitste trainingskampen bereidde het team zich voor op het seizoensbegin, en dat werd een succes. Door overwinningen van de nieuwe aanwinst Rui Costa, de oud-wereldkampioen die de afgelopen jaren anoniem in het peloton rondreed, en Kobe Goossens stond Intermarché begin dit jaar zelfs twee weken bovenaan de ranglijst voor ploegen. „Dat was wel heel speciaal, als je bedenkt dat we dé degradatiekandidaat waren”, zegt Visbeek. „Onze ploegbaas Jean-François Bourlart heeft die stand uitgeprint en aan de muur op kantoor gehangen.” Bijkomend effect is dat de sfeer is omgeslagen, ziet Visbeek. Sindsdien heeft niemand het meer over het vertrek van al die grote namen.
Ziektes en valpartijen
Ook niet als de resultaten in het Vlaamse voorjaar tot nu toe tegenvallen. Door ziektes en valpartijen is niemand echt in topvorm: Teunissen werd ziek in de rittenkoers Tirreno-Adriatico, Girmay lag er in februari even uit en ook dit weekend ontbraken renners of vielen ze ziek uit. In de Omloop het Nieuwsblad werd Teunissen weliswaar elfde, maar dat gebeurde ver achter winnaar Dylan van Baarle (Jumbo-Visma).
In de E3 Saxo Classic, waarin Girmay vorig jaar vijfde werd, kan hij vrijdag niet mee, ook niet met de groep die áchter het supertrio Mathieu van der Poel, Wout van Aert en Tadej Pogacar rijdt. Als Girmay zich realiseert dat hij een verloren wedstrijd rijdt, besluit hij met een groepje renners uit de koers te stappen en de snelste weg naar de bus te nemen; hij is nog eerder terug dan Teunissen, die de wedstrijd wel uitrijdt en 67ste wordt.
„Een van onze minste koersen van het jaar”, zegt Teunissen, waarmee hij verraadt hoezeer de ambities zijn gestegen bij de ploeg. „Ik vind ook wel dat we erop afgerekend mogen worden. De oorzaken zijn wel bekend, maar dit hadden we niet verwacht en niet zo willen zien.”
Op zondag wordt het niet beter: titelverdediger Girmay is alleen bij de start van Gent-Wevelgem echt zichtbaar. Tijdens de koers komt hij een keer in beeld nadat hij is gevallen. Op minuten achterstand van winnaar Christophe Laporte rolt hij met een aantal teamgenoten, onder wie Teunissen, over de finish.
Terwijl tientallen Eritrese fans ondanks de regen en het resultaat bij de bus van Intermarché met vlaggen en muziek een feestje beginnen, noemt Visbeek het weekend „een teleurstelling”.
„Het is scherven rapen op dit moment. De afgelopen twee jaar zijn ziektes en valpartijen ons bespaard gebleven, maar nu hebben wij het een keer te pakken.” Mikt hij desondanks nog altijd op een toptiennotering in de Ronde van Vlaanderen komende zondag? „We gaan het zien.”
Misschien schuilt daarin wel het grootste verschil met zijn oude ploeg, zegt Teunissen. Bij Jumbo-Visma is het mantra: altijd de beste zijn, in het voorjaar, in de grote rondes, in alles. „Die ambitie is maar voor weinig ploegen weggelegd, en dat heeft ook met geld te maken. Als wij Wout van Aert, Dylan van Baarle en Christophe Laporte zouden hebben, zouden we dat ook zeggen. In mijn ogen horen we inmiddels bij de beste WorldTour-ploegen, dus we moeten kunnen meerijden in de finales van grote wedstrijden. Maar dat is een andere mindset dan de beste willen zijn.”