Klavecinist Mahan Esfahani: ‘De subtiliteit van de klavecimbel hoor je in oude én nieuwe muziek’

De klavecimbel is een ‘magisch instrument, niet alleen uit de oude muziek.’ Al jaren draagt klavecinist Mahan Esfahani deze boodschap uit naar zijn publiek. Het belangrijkste aan muziek, vindt hij, moet zijn dat je het mooi vindt. „De gedachte dat je Bach alleen zou mogen spelen op traditionele instrumenten, is kleingeestig.”

Als je de in Iran geboren en in de VS opgegroeide Esfahani opzoekt, vind je zonder moeite zijn missie: de klavecimbel van vooroordelen ontdoen. Het is meer dan alleen het instrument uit de oude muziek, vindt hij. „Ik heb het nog steeds druk, dus het gaat prima volgens mij”, zegt Esfahani in een gesprek over die missie. „Een van de mooiste dingen in mijn leven zijn de opdrachtcomposities die ik heb laten maken. Zolang er een blijvende stem is voor het instrument, heb ik geen voorkeur voor een stijl: ik wil de esthetiek van de klavecimbel op zichzelf zien.” Zijn concertprogramma van komende zondag in Eindhoven is „gevormd door geen enkele filosofie, behalve dat er alleen mooie en minder mooie muziek bestaat, en het leven is te kort om minder mooie muziek te maken. De enige andere filosofie is dat de klavecimbel een expressief instrument zonder grenzen is. Ik kreeg een keer een negatieve recensie waarin de recensent zei: ‘Hij lijkt alleen maar te spelen wat hij graag wil spelen.’ Nou, ja. Is dat iets slechts?”

Bij de moderne piano worden de snaren aangeslagen door een hamertje. Bij een klavecimbel, een voorloper van de piano, worden de snaren getokkeld: licht aangetrokken en losgelaten. „Dat tokkelen van de snaar heeft zo’n enorme subtiliteit in zich. Ik hoorde een keer een klavecinist zeggen: het is een instrument dat ‘ping’ zegt. Dat vind ik zo’n domme observatie. Dan is een viool een instrument dat ‘kras’ doet en een trompet doet ‘toet’. De klavecimbel is een helder instrument met heel veel vibraties. Het is wiskunde die resulteert in een miljoen verschillende klankkleuren. Je hebt zo veel mogelijkheden. Dat heeft me van kinds af aan al gefascineerd.”

Het is wiskunde die resulteert in een miljoen verschillende klankkleuren

Tweede leven

De klavecimbel is al geruime tijd bezig aan een tweede leven, ziet Mahan Esfahani. Dat begon met componist Francis Poulenc rond 1928. Hij schreef toen het Concert Champêtre voor klavecimbel en orkest. Poulenc bracht hiermee de klavecimbel weer in de mode. Maar dat stuk is inmiddels ook al niet nieuw meer, terwijl Esfahani wel dolgraag nieuwe muziek speelt. „Als een orkest mij vraagt om weer Poulenc te spelen, probeer ik ze altijd een andere kant op te sturen, naar iets nieuwers. Ik heb ruim dertig moderne klavecimbelconcerten op mijn repertoire.”

Esfahani is de discussies over het instrument nooit uit de weg gegaan, zegt hij. Maar een fanatieke strijd binnen de klavecimbelwereld gaat hij nu niet meer aan. „Binnen de klavecimbelwereld heb ik weinig kunnen veranderen, maar dat is dan maar zo. Ik heb een plek voor mezelf gecreëerd. Ik ga geen tijd verspillen om de gedachten te veranderen van mensen die het niet anders willen zien. Ik ben er te oud voor. Voor mij is het nu veel belangrijker dat ik gewoon goed werk lever.” Esfahani is ook niet te spreken over muziekscholen en conservatoria van deze tijd. Hij ziet er geen innovatie meer. „Dat is al decennia lang zo, dus kun je je beter richten op het grote publiek en hopen dat daar mensen tussen zitten die modern klavecimbel weten te waarderen. Die de klavecimbel zien als een magisch instrument. Gelukkig zijn mensen buiten de klavecimbelwereld altijd vriendelijk voor me geweest: ze waren aan het wachten op klavecimbelspel dat niet pedant is.”

https://www.youtube.com/watch?v=YMsTJo9yxGA

Tijdens zijn recital in Eindhoven speelt Esfahani wel degelijk oude muziek van J.S. Bach en zijn zoon Carl Philipp Emanuel Bach, maar daarnaast verse klavecimbelmuziek van de 20ste-eeuwse componist Toru Takemitsu en een opdrachtcompositie van Poul Ruders. „Ik zei tegen Ruders: ‘Verwerk alles in ongeveer zes minuten muziek en zorg dat ik je een beetje haat. In het stuk, de Quick Step Rag, wisselen de meest gecompliceerde maatvormen en technische uitdagingen elkaar in hoog tempo af. Dat maakt het niet vervelend om naar te luisteren. Het is zelfs juist een licht stuk, eigenlijk bedoeld als toegift.”

Tijdloosheid

Maar Esfahani wil graag nog even verder hekelen. Bijvoorbeeld op het idee dat klassieke muziek maar door een kleine groep begrepen wordt. Of je het echt begrijpt, valt moeilijk te meten, vindt hij. „Er is geen enkele reden waarom niet iedereen gewoon kan luisteren naar klassieke muziek en ervan kan genieten. Geruchten dat de klassieke muziek dood is, die ik ook weleens hoor, kloppen niet. Er is een tijdloosheid verbonden aan klassieke muziek.”

Maar hij denkt wel te weten waarom niet iedereen naar klassieke muziek luistert. Omdat volgens Esfahani in de klassieke muziekwereld iets gewoon mooi vinden, of ergens gewoon toe aangetrokken worden nooit genoeg is. Er ‘hoort’ een bepaalde heiligheid en een set heilige huisjes bij. „Er zijn nog steeds mensen die geloven dat een kind hogere cijfers scoort als het naar Mozart luistert. Dat Bach gespeeld móét worden op instrumenten uit die tijd. Dat Fransen beter Franse componisten spelen en Tsjechen beter Tsjechische. Daarmee zeg je dat er goede en foute manieren van muziek maken zijn. Weet je wat je daarvan krijg? Dat als je aan de taxichauffeur vraag of hij naar klassieke muziek luistert, hij antwoordt: ‘Nee, dat is iets voor chique mensen.’ Ik zie binnen de concertzaal een andere wereld dan wanneer ik de zaal weer verlaat. Interpreteer dat zoals je zelf wilt, maar daar kan ik me wel aan storen.’

Klavecinist Mahan Esfahani speelt Bach en Takemitsu op zondag 25 februari in Muziekgebouw Eindhoven. Info: muziekgebouweindhoven.nl