
De afgelopen maanden werd Kirsty Coventry (41) vaker gevraagd door intimi of ze niet gek wordt van journalisten die insinueren dat de opvoeding van haar twee dochters (van vijf en een baby) niet te combineren is met het voorzitterschap van het Internationaal Olympisch Comité (IOC). Háár opvoedingsvaardigheden worden in twijfel getrokken, die van haar zes mannelijke concurrenten niet.
Coventry stoort zich daar niet aan, vertelt ze tijdens een videogesprekvanuit Zimbabwe, waar ze sinds 2018 minister van Sport is. Ze is tenslotte moeder, en mede door haar dochters wil ze IOC-voorzitter worden, zodat die kunnen ervaren hoe inspirerend de olympische beweging is. Zoals zij dat ervoer toen ze zwemster was en zeven olympische medailles won, waaronder twee gouden, bij de Spelen in Athene (2004) en Beijing (2008).
U bent pas de tweede vrouw in 131 jaar die zich kandidaat stelt voor het ambt, na Anita DeFrantz in 2002. Is dat een factor van belang bij deze verkiezing?
„Journalisten memoreren dat vaak, maar uit de vele discussies die ik met IOC-leden heb gevoerd, krijg ik niet de indruk dat sekse een bepalende rol speelt bij het stemgedrag. Ze gaan voor iemand aan wie ze het ambt toevertrouwen. En terecht.”
Anita DeFrantz vertelde dat ze de dag voor de verkiezing van elf leden te horen kreeg: we kiezen toch voor iemand die kan winnen en leiding kan geven.
„Ik mag hopen dat er sindsdien veel veranderd is, maar haar ervaringen sterken mij in de overtuiging dat het belangrijk is om via mijn campagne aan de wereld te laten zien: een vrouw kan ook voorzitter worden.”
U wordt ‘de kroonprinses van Thomas Bach’ genoemd, de huidige IOC-voorzitter.
Ze lacht wat ongemakkelijk. „Hij heeft dat nooit zo gezegd. Alle kandidaten krijgen van hem gelijke kansen om hun ideeën over het voetlicht te brengen.”
Twee van de zeven kandidaten, Sebastian Coe en u, hebben een topsportverleden. Maakt dat jullie geschikter voor de job dan de anderen?
„Het stelt ons in staat met een sportersblik te kijken naar alles wat een voorzitter doet. Wat hebben sporters nodig? Dat is niet onbelangrijk, want de olympische beweging is in de eerste plaats voor hen bedoeld.”
‘Zwemmen bracht mij roem, maar geen rijkdom’, heeft u wel eens gezegd. Toch bent u geen voorstander van prijzengeld op de Spelen.
„Omdat ik uit eigen ervaring weet dat met name de aanloop naar sportief succes zwaar is. Toen ik een olympische medaille had gewonnen, gingen er veel deuren voor me open. Maar voor die tijd was het sappelen, en heb ik veel baat gehad bij een olympische beurs. Daarom wil ik dat er geld wordt vrijgemaakt voor sporters die aan het begin van hun carrière staan.”
U heeft ook gezegd dat u een ‘gendergelijkheidsbeweging’ wilt gaan leiden. Wat bedoelt u daar precies mee?
„Bij de Spelen in Parijs, vorige zomer, was het aantal mannelijke en vrouwelijke deelnemers nagenoeg gelijk. Prachtig, maar bijvoorbeeld de internationale sportfederaties hebben nog een lange weg te gaan. Van de 37 die bij het IOC zijn aangesloten, hebben slechts twee een vrouwelijke voorzitter. En ook het percentage vrouwelijke coaches op de Spelen (13 procent op de Spelen van 2021 in Tokio) blijft ver achter. Ik sluit niet uit dat we tijdelijk met quota moeten gaan werken om daar verandering in te brengen.”
U vindt dat trans vrouwen niet langer aan de Spelen mogen deelnemen. Staat dat niet haaks op de gendergelijkheidsgedachte?
„Onderzoek wijst uit dat trans vrouwen bij sommige sporten in het voordeel zijn als ze tegen vrouwen uitkomen van wie het geboortegeslacht overeenkomt met hun genderidentiteit. Tot nu toe konden internationale sportfederaties hun eigen regels opstellen, maar wat mij betreft ontwikkelt het IOC, in overleg met de federaties, uniform beleid ter bescherming van de vrouwensport. Een taskforce zou dat proces moeten monitoren. Ik sluit niet uit dat het beleid op termijn versoepeld wordt, als het debat over ‘oneerlijke sport’ minder verhit is, maar voor nu is dit de beste manier om de vrouwensport te beschermen.”
Wat vindt u van het voornemen van president Trump om visumaanvragen af te wijzen van trans sporters die aan de Olympische Spelen van 2028 in Los Angeles willen meedoen?
„Ik heb ook gehoord dat sommige mensen zich afvragen of de regering-Trump landen gelijke toegang tot visa gaat verlenen. De olympische beweging kent een aantal fundamentele principes, waarover niet te onderhandelen valt.”
U rolt uw mouwen vast op?
Ze lacht. „Trump is een groot sportfan. Hij heeft veel moeite gedaan om de Spelen van 2028 naar zijn land te halen, net als het WK voetbal van 2026. Hij wil die sportevenementen graag tot een succes maken, dus ik ben positief over de gesprekken met hem, al zullen die niet altijd gladjes verlopen.”
Bij deze verkiezing is weinig aandacht voor de deelname van intersekse (DSD)-sporters als Caster Semenya, de tweevoudig olympisch kampioen die moest stoppen met atletiek omdat haar testosteronspiegel volgens de wereldatletiekbond te hoog is.
Ze zwijgt. „Weet u dat u de eerste journalist bent die mij daarnaar vraagt?”
Hoe zou dat komen?
„Misschien omdat de wereldatletiekbond er zó’n streng beleid op nahoudt dat niemand daar iets tegenin durft te brengen. Maar het is een belangrijk onderwerp, want het aantal intersekse sporters is vele malen groter dan het aantal trans sporters.”
Ze wendt haar blik af.
Mijn dikke huid helpt bij onderhandelingen met mensen als Trump
Het raakt u?
„Enorm. Ik ken Caster goed, we kwamen als Afrikaanse sporters op dezelfde toernooien uit. Ik vond het heel pijnlijk dat de wereldatletiekbond publiekelijk meedeelde wie of wat ze is. Dat haar medische dossier op straat kwam te liggen. Het is belangrijk dat sporters als Caster beter beschermd worden.”
Een vaker gehoord geluid is dat de topsport beschermd moet worden tegen sporters als Semenya. Maar u bedoelt andersom?
Ze knikt. „Ik vraag me af of we genoeg doen om deze sporters te steunen en te beschermen.”
Zelf voerde Coventry als sportminister ook geregeld strijd. Onder haar ministerschap werd in 2022 de voetbalbond van Zimbabwe geschorst wegens corruptie, fraude en seksueel misbruik. Niet makkelijk in een voetbalgek land, zegt Coventry, maar toen vier vrouwelijke scheidsrechters haar vertelden dat ze geen wedstrijden mochten fluiten als ze geen seksuele gunsten verleenden aan bestuurders, hakte ze de knoop door. Ze bleef volharden toen ze met woedende parlementariërs te maken kreeg, omdat de FIFA de schorsing overnam. „Het leerde mij dat op feiten gebaseerde beslissingen altijd juist zijn”, zegt ze. En mocht ze IOC-voorzitter worden, dan helpt haar „dikke huid” bij de onderhandelingen met mensen als Trump.
U maakt deel uit van een kabinet waarvan sommige leden op de Amerikaanse sanctielijst staan voor corruptie en mensenrechtenschendingen, onder wie president Emmerson Mnangagwa. Dat levert u behoorlijk wat negatieve pers op.
„Ik krijg vaak kritiek, zelfs bij mij thuis. Maar ik geloof dat je meer van binnenuit kunt veranderen, dan vanaf de zijlijn. President Mnangagwa legt me geen strobreed in de weg. Hij steunde mijn besluit om de voetbalbond te schorsen. Hij staat ook achter mijn nieuwe sportwetgeving over antidoping, matchfixing, corruptie en seksueel misbruik.”
Wat zegt u tegen mensen die dat naïef noemen?
„Zie maar eens op een andere manier verandering af te dwingen. Ik daag jullie uit.”
