Het Franse kind, of in elk geval het stereotype, gooit niet met eten. Het zit stil in de trein en luncht elke zondag met oma. Het krijgt vanaf zijn derde huiswerk en ziet zijn oppas vaker dan zijn ouders. Het wordt waar nodig streng bestraft door ouders, leraren en zelfs onbekende volwassenen.
En het Franse kind, niet alleen het stereotype, loopt een serieuze kans slachtoffer te worden van geweld en seksueel misbruik.
Uit peilingen blijkt dat 24 procent van de Fransen zegt geweld te hebben meegemaakt in zijn jeugd, een op de tien zegt slachtoffer te zijn van incest. Een-op-een vergelijkbare cijfers over Nederland zijn er niet, maar volgens de meest recente Nationale prevalentiestudie mishandeling van de Universiteit Leiden uit 2017 blijkt dat in Nederland zo’n 3 procent van de kinderen slachtoffer is van kindermishandeling, waar seksueel misbruik onder valt.
Afgelopen tijd kreeg een aantal gebeurtenissen rond seksueel en fysiek geweld tegen kinderen veel publiciteit in Frankrijk. Zoals het schandaal rond de katholieke middelbare school Notre-Dame de Bétharram. Tweehonderd oud-leerlingen hebben aangifte gedaan van fysiek geweld en seksueel misbruik op de school, gedurende een periode van decennia gepleegd door medeleerlingen, leraren en priesters. Het schoolbestuur en mogelijk zelfs de autoriteiten zouden hebben weggekeken.
Een tweede veelbesproken zaak is die van chirurg Joël Le Scouarnec die in 25 jaar 299 van zijn patiënten misbruikte, van wie veruit de meesten minderjarig – hij werd deze week veroordeeld tot twintig jaar cel. Ook langer geleden verschenen er geregeld verhalen over geweld tegen kinderen in de Franse pers, waarbij soms bekende Fransen waren betrokken. Zo zou politicoloog Olivier Duhamel, voormalig lid van het Europees Parlement, zich in de jaren tachtig hebben vergrepen aan onder anderen zijn stiefzoon. Schrijfster Vanessa Springora en actrice Judith Godrèche beschuldigen prominente figuren uit de literaire en filmwereld van seksueel misbruik – rechtszaken hierover lopen nog.
De Frans-Braziliaanse kinderpsychiater Laelia Benoit (37) doet aan het Child Study Centre van de Amerikaanse universiteit Yale onderzoek naar de invloed van maatschappelijke structuren op de psychische gezondheid van kinderen. In een videogesprek vanuit New Haven stelt zij dat de zaken iets zeggen over de positie van het kind in de Franse maatschappij. „We willen dat kinderen onzichtbaar zijn.”
Lees ook
Lees ook: Actrice Judith Godrèche: ‘De Franse cinema is geen veilige werkplek’
Wat is Notre-Dame de Bétherram voor school?
„Het is een privéschool met een collège (voor leerlingen van elf tot veertien jaar) en een lycée (vijftien tot achttien jaar). Het collège is een internaat en hier vond het meeste geweld plaats. De school is lokaal heel bekend; ouders waren trots als hun kinderen naar Bétharram gingen. Vooral het internaat gold als een plek waar kinderen heropgevoed werden – bijvoorbeeld als ze leerproblemen hadden, kattekwaad uithaalden of thuis de regels niet volgden. Het werd gewaardeerd dat leerkrachten absolute autoriteit hadden, waaraan leerlingen volledig werden onderworpen.”
Wat zegt het dat zo’n school een goede reputatie genoot?
„Je ziet hieraan dat de Franse cultuur infantiste is. Dat wil zeggen dat er veel rigide opvattingen bestaan over kinderen. Zo moeten Franse kinderen sage (wijs) zijn, in de zin dat ze stillig moeten zijn, niet moeten praten als er niet tegen hen wordt gesproken, dat ze niet te veel horen te bewegen, dat ze zich onderdanig moeten opstellen naar volwassenen. Ze hebben niet het recht om ‘waarom’ te vragen, er is weinig dialoog tussen ouders en kinderen.
„Dit beeld bevestigen ouders aan elkaar. Het is in Frankrijk een groot compliment als iemand zegt ‘oh la la, wat is uw kind wijs!’. Eigenlijk bedoelen we daarmee: wat is uw kind onzichtbaar. In Frankrijk is het ook meer geaccepteerd om kinderen te straffen, ook in het openbaar en ook als het niet je eigen kinderen zijn. En methoden waarvan we weten dat ze schadelijk zijn voor kinderen, zoals het kind in zijn kamer opsluiten als het een woede-aanval heeft, of boos worden als het in zijn broek plast, zijn nog breed geaccepteerd.”
Is deze manier van opvoeden typerend voor de gegoede burgerij?
„In de Franse bourgeoisie wordt het van oudsher als iets positiefs gezien als er afstand is tussen ouders en hun kinderen. In de negentiende eeuw waren het niet de ouders die hun kinderen opvoedden: dat deed de oppas. Zo had de moeder tijd om salon te houden [waarbij intellectuelen, kunstenaars en politici samenkwamen om te filosoferen, red.] en de werkende vader te helpen bij zijn zaken.
Foto Jean-Marc Barrere/Hans Lucas/AFP
Foto Philippe Lopez/AFP
Foto Jean-Marc Barrere/Hans Lucas/AFP, Foto Philippe Lopez/AFP
„Deze geschiedenis beïnvloedt nog steeds hoe de huidige bourgeoisie naar kinderen kijkt – dit zie je overigens ook in het Verenigd Koninkrijk. En deze zienswijze is doorgesijpeld naar andere sociaal-economische groepen. Ook in de arbeidersklasse wordt het niet per se als iets positiefs gezien om veel tijd met je kinderen door te brengen, zeker niet als dat ten koste gaat van je gewerkte uren. Niet voor niets hebben veel ouders een au-pair en is de kinderopvang tot laat open.”
Hoe is het Franse onderwijs, vergeleken bij dat van andere Noord-Europese landen en de Verenigde Staten?
„Kinderen gaan langere dagen naar school. Dit zie je terug in de Franse werkcultuur: aanwezigheid wordt gewaardeerd, anders dan bijvoorbeeld in de VS waar efficiëntie belangrijker wordt gevonden. Dat maakt dat Amerikanen kortere werkdagen hebben, maar zeer gedreven zijn en dat het bijvoorbeeld normaal is om achter je computer te lunchen. In Frankrijk zijn de werkdagen vaak langer, maar is er ook tijd voor een uitgebreide lunch.
„Een ander verschil is dat er op Franse scholen meer wantrouwen is jegens kinderen. Als een leerling gedrag vertoont dat niet wordt begrepen, zullen Franse docenten er sneller vanuit gaan dat het kind liegt of manipuleert. Dit wantrouwen bestaat ook andersom: een Frans kind zal minder snel een knuffel geven aan zijn docent – die hij trouwens met u aanspreekt – dan een kind in de VS.
„Op school ligt de nadruk sterk op resultaten: vanaf hun derde krijgen leerlingen huiswerk mee en wordt perfectie verwacht. Bij rapportbesprekingen wordt vooral gekeken naar wat er niet goed gaat. Toen ik jong was, had ik zelfs een docent die cijfers onder nul gaf – zo ontmoedigend! Het hoogst haalbare is vaak dat er ‘niets aan te merken’ is op een kind. In andere culturen worden kinderen meer aangemoedigd om dingen te proberen, ook al is het niet perfect, en worden meer complimenten gegeven.
Vanaf hun derde krijgen Franse leerlingen huiswerk mee en wordt perfectie verwacht. Ik had zelfs een docent die cijfers onder nul gaf
„Ook dit zie je terug op de werkvloer: intelligent zijn staat voor veel Fransen gelijk aan kritisch zijn, dus zijn we altijd op zoek naar imperfecties. Dat maakt ons goede wiskundigen. Maar het maakt ook dat er minder ruimte is voor creativiteit, verwondering en zelfvertrouwen. ”
Hoe is de manier waarop volwassenen in Frankrijk naar kinderen kijken historisch bepaald?
„De korte versie is dat het voortkomt uit het katholieke christendom, waarin het kind de vrucht is van seksualiteit – iets zondigs. Hieruit is het idee ontstaan dat het kind potentieel een kleine demon is en je bij de opvoeding moet zorgen dat je het kwaad uit het kind verwijdert. Deze overtuigingen bestonden tot aan de Tweede Wereldoorlog ook in andere Europese landen. In Duitsland stonden traditionele kinderliedjes vol met dreigementen (zoals dat het kind zou worden vermalen tot worstjes als het iets fout deed). Na de oorlog kwam, onder meer dankzij het onderzoek van psychoanalist Alice Miller, het besef dat deze wrede opvoeding invloed had gehad op de opkomst van het nazisme, waarna veranderingen zijn ingezet.

„Frankrijk loopt hierin achter. Duitsland, maar ook Zwitserland en de Scandinavische landen hebben na de Tweede Wereldoorlog gezegd: wij willen een weerbare democratie, met sterke sociale cohesie tussen verschillende generaties. Dat betekent dat er ruimte moet zijn voor dialoog en dat er geen plek is voor vernedering van kinderen – laat staan fysiek geweld. Terwijl sommige Fransen nog steeds geloven dat geweld opvoedende waarde kan hebben.”
Premier François Bayrou gebruikte de term ‘pedagogische tik’ eerder deze maand nog, toen hem werd gevraagd naar een klap die hij in 2002 uitdeelde aan een kind dat hem probeerde te bestelen.
„Precies! Hij had het zelfs over ‘het gebaar van een gezinshoofd’. Voor sommige Fransen was dat choquerend, maar voor velen ook niet – waarin het patriarchale van onze maatschappij tot uitdrukking komt. In patriarchale maatschappijen is meer ruimte voor fysiek geweld.”
Lees ook
Lees ook: De Franse Anne-Liz Deba werd jarenlang gepest. ‘Ik had nog nooit van dat woord gehoord’
Is er een direct verband tussen wat u een ‘infantiliserende cultuur’ noemt en de zaken rond geweld, seksueel misbruik en incest die afgelopen jaren speelden?
„Ja. In een culture infantiste is de volwassene altijd superieur aan het kind. Het idee leeft dat iedereen met zijn kinderen kan doen wat hij wil. Een beetje zoals in patriarchale maatschappijen sommigen vinden dat mannen met hun vrouw mogen doen wat ze willen. Feministen betogen dat er geen ‘onschuldig’ seksisme bestaat: het maken van seksistische opmerkingen over hoe een vrouw zich kleedt zet de deur open naar aanrakingen, verkrachting, zelfs naar femicide. Ook bij kinderen bestaat zo’n glijdende schaal.”
Klopt het dat seks met minderjarigen in sommige Franse films, boeken en liedjes zelfs wordt geromantiseerd?
„Zeker. Er bestaat een tolerantie voor pedofiele handelingen. Tijdens [de studentenrevolutie van, red.] mei 1968 spraken vooraanstaande intellectuelen zich onder het mom van seksuele bevrijding uit voor pedofilie. Chansonzanger Serge Gainsbourg zong incestueuze liedjes [in ‘Lemon Incest’ zingt Gainsbourg samen met zijn dochter Charlotte dat „de liefde die we nooit samen zullen bedrijven, de mooiste is, de meest gewelddadige”, red.] Er zijn meerdere films waarin volwassen mannen relaties hebben met tienermeisjes. Dat wordt in Frankrijk verdedigd als kunst, maar elders ter wereld kijkt iedereen naar Frankrijk alsof ze daar gek zijn.”
Toch lijken Franse families soms hechter dan Nederlandse. Ik ken zelf meer volwassen Fransen die nog met hun ouders op vakantie gaan dan Nederlandse, of die op zondag met de hele familie lunchen.
„Het hangt ervan af wat je verstaat onder ‘hecht’. Tijd samen doorbrengen betekent niet per definitie dat je een hechte relatie met elkaar hebt. In hiërarchische, Franse families zijn dit soort momenten vaak ook een verplichting. De rol van het kind aan tafel is bovendien vaak dat het stil moet zijn.”
In boeken als het Amerikaanse ‘Franse kinderen gooien niet met eten’ wordt de Franse manier van opvoeden geprezen.
„Heus niet alles hoeft de prullenbak in. In de VS waardeert men bijvoorbeeld erg dat Fransen minder ‘helikopter-ouders’ zijn: ze laten hun kinderen makkelijker los. Het wordt ook gewaardeerd dat Franse kinderen minder kieskeurig zijn met eten – ze eten bijna als volwassenen. Maar dat komt vooral door hoe maaltijden zijn verdeeld over de dag: kinderen krijgen, los van één vast moment in de namiddag, geen tussendoortjes en hebben daardoor simpelweg meer honger als ze aan tafel gaan.”
Het wordt ook gewaardeerd dat Franse kinderen over het algemeen stil zijn in het openbaar vervoer.
„Of dit ook fijn is voor het kind, hangt ervan af wat de reden is dat het zo stil is. Wordt het kind anders hard gestraft, of is het zo kalm omdat zijn ouders tijd maken, ze het met zachte stem toespreken, ze leuke activiteiten in het vooruitzicht hebben gesteld? Ik denk dat als kinderen zouden kunnen kiezen tussen een volwassenenstoel in een Franse TGV of de speciale Zwitserse kinderwagon waar speelgoed klaarligt, het antwoord wel duidelijk is.”
Is de jongste generatie Franse ouders op zoek naar een nieuw opvoedmodel?
„Ja. Er ontstaat iets van een maatschappelijk bewustzijn: er zijn ouders die verder kijken, die onderzoek doen naar hoe er in andere landen wordt opgevoed. Maar het is fragiel. Ook omdat deze ouders niet altijd kunnen rekenen op begrip van de oudere generaties.”
