N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Oppositieblok Vrijdag steggelden zes oppositiepartijen nog over de kandidatuur van Kemal Kilicdaroglu. Maandag verkozen zij hem toch tot hun gezamenlijke presidentskandidaat.
Kemal Kilicdaroglu, de leider van de seculiere partij CHP, zal het bij de Turkse verkiezingen van 14 mei als oppositiekandidaat opnemen tegen huidig president Recep Tayyip Erdogan. Dat meldt persbureau Reuters maandag. Door een blok te vormen hopen zes oppositiepartijen van Erdogan te winnen.
Vrijdag was er nog onenigheid over de kandidatuur van de 74-jarige Kilicdaroglu. De nationalistische IYI Partij was het oneens met het besluit om de econoom tegenover Erdogan te zetten en trok zich daarom terug uit het oppositieverbond. Volgens de IYI-partijleider zouden de burgemeester van Istanbul, Ekrem Imamoglu, of de burgemeester van Ankara, Mansur Yavas, betere kandidaten zijn. Maandag sloten de zes partijen een compromis en gingen zij akkoord met een voorstel van de IYI Partij. Wint Kilicdaroglu? Dan worden beide burgemeesters vicepresident.
De parlements- en presidentsverkiezingen van 14 mei zijn voor Turkije ingrijpende verkiezingen. Volgens analisten is het de laatste mogelijkheid om te voorkomen dat het land een volledige autocratie wordt. Onder leiding van Kilicdaroglu belooft de oppositie het beleid van Erdogan, waarin de president steeds meer macht naar zich toetrok, terug te draaien. Kilicdaroglu wil het land regeren met „overleg en consensus” en naar „voorspoed, vrede en vreugde leiden”.
Hoewel de oppositie het goed doet in de peilingen, wordt het nog spannend: volgens Reuters staat het oppositieblok in de peiling iets voor. Ondanks de afnemende populariteit van Erdogan als gevolg van onder meer de hoge inflatie en de verwoestende aardbevingen van vorige maand, behouden de president en zijn partij de steun van een aanzienlijk deel van de bevolking.
Als een woord met een medeklinker begint, wordt die medeklinker in de meeste talen net even wat langer uitgesproken dan een medeklinker verderop, midden in of achter in zo’n woord. Het vermoeden dat dit op grote schaal gebeurt als mensen praten was er al langer. Maar nu is het ook echt aangetoond, door geluidsopnamen te analyseren in 51 heel verschillende talen, die samen dertig verschillende taalfamilies vertegenwoordigen.
Bij 43 van de onderzochte talen bleek het te gebeuren. Gemiddeld werd een medeklinker aan het begin van een woord 13 milliseconden langer uitgesproken dan dezelfde medeklinker midden in een woord. Medeklinkers duren gemiddeld bijna eentiende van een seconde. Is een verlenging van iets meer dan eenhonderdste seconde dan veel?
„Jazeker”, zegt onderzoeker Frederic Blum, van het Max Planck Instituut voor Evolutionaire Antropologie in Leipzig, „We weten uit eerder onderzoek dat mensen een verschil van vijf procent langer al kunnen waarnemen.”
Blum denkt dat de medeklinkerverlegingen functioneel zijn. „De luisteraar heeft er iets aan.”
We schrijven met spaties tussen de woorden, maar als we praten zitten er geen pauzes tussen onze woorden. Wat we zeggen is een continue stroom van medeklinkers en klinkers. Uit die klankenstroom distilleert de luisteraar woorden en zinnen.
Hoe we dat doen, dat „segmenteren”, hoe het brein dat voor elkaar krijgt, daar is nog niet zo heel veel over bekend, zegt Blum. „Het langer uitspreken van de begin-medeklinker helpt daar misschien bij. Het brein pikt dat onbewust op. En er is nog een tweede reden waarom dit functioneel zou kunnen zijn: het begin van het woord is voor de luisteraar het meest informatieve deel. Vaak kan de luisteraar al na die eerste medeklinker voorspellen welk woord er komt.”
Bijvoorbeeld: ‘Heb je zin in een kopje k…?’ Na die ‘k’ weet de luisteraar al dat het om koffie gaat. De klanken ‘offie’ zijn eigenlijk niet meer nodig. Het ligt dus voor de hand om meer energie in die ‘k’ te steken dan in wat erop volgt.
Mensen kunnen een verschil van vijf procent langer al waarnemen
Het verschijnsel van de medeklinkerverlenging aan het begin van een woord is wijd verspreid, maar niet universeel. In 8 van de 51 onderzochte talen gebeurde het niet. Een verklaring daarvoor zou kunnen zijn dat talen qua klankeigenschappen enorm van elkaar kunnen verschillen, en dat het verlengen van medeklinkers in sommige talen minder goed werkt.
Blum vond in zijn onderzoek nog iets anders. Als een spreker even pauzeert en zijn betoog daarna vervolgt en hij begint dan met een medeklinker, dan wordt die medeklinker juist niet verlengd in de meeste talen. En in 15 van de 51 onderzochte talen wordt hij juist wat korter uitgesproken.
Blums verklaring hiervoor: „Omdat na een pauze automatisch een nieuw woord begint, hoeft dat nieuwe woord dan niet extra gemarkeerd te worden met een verlengde medeklinker.”
Eind jaren tachtig pendelden twee mannen een nacht lang heen en weer tussen Den Haag en Scheveningen. Robert Serry zag het nog zo voor zich: hij en zijn (inmiddels overleden) medediplomaat Max van der Stoel, samen op de fiets. In een Haags hotel bevond zich Yossi Beilin, toenmalig minister van Financiën in het Israëlische kabinet-Shamir. In het Scheveningse Carlton Beach Hotel zat ondertussen de Palestijne diplomaat Afif Safieh, toenmalig vertegenwoordiger van de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie. Een ontmoeting was uitgesloten: de Israëlische wet verbood direct contact met de PLO. En toch wilden ze praten. Dat lukte in de vorm van proximity talks. In het geheim tastten ze die nacht de mogelijkheden voor vrede af door boodschappen door te geven aan twee Hollanders op tweewielers.
Serry, Beilin en Safieh blikten terug op hun toenaderingspoging in Brug over de breuklijn 2 (BNNVARA). Deel 1 werd uitgezonden in december vorig jaar, niet lang na de aanval van Hamas op Israël die een nieuw hoofdstuk opende van een jarenlang conflict. De verdeeldheid dreunde (en dreunt) door tot in Nederland. Voor columnist Natascha van Weezel en programmamaker Sinan Can (naast collega’s ook vrienden) vormde dat aanleiding om juist te pleiten voor verbinding en wederzijds begrip.
Waar ze toen zochten naar bruggenbouwers in Nederland, trokken ze voor het tweede deel ook naar Israël, op zoek naar de zachte krachten binnen een steeds hardere strijd. Waarom ze niet een soortgelijk bezoek aan Gaza brachten laat zich raden: Israël blijft daar aanvallen uitvoeren die enorme aantallen burgerslachtoffers eisen, en laat bovendien buitenlandse journalisten Gaza niet binnen. Van de journalisten die zich wél in Gaza bevinden, zijn er – voor zover we weten – al 130 gedood.
Toch komen (onder meer via videoverbinding) ook Palestijnse bruggenbouwers aan het woord, onder wie Safieh en advocate Hiva Husseini. Die laatste zet zich samen met Beilin onvermoeibaar in voor vrede in het Midden-Oosten. Beilin: „Vredesovereenkomsten worden altijd gesloten na de vreselijkste oorlogen.” Al bestaat vrede uit meer dan alleen verdragen sluiten en resoluties formuleren, benadrukt Husseini. „Het gaat om acceptatie. Om accepteren dat de ander bestaat en ook emoties heeft, net als jij. Als we het rationele en emotionele combineren, geeft dat ons de kans te genezen.”
Hoop
Er waren meer momenten van hoop. Een burgemeester van een dorpje waarin Joden en Palestijnen “intentioneel samenleven”. Vredesactivisten die zelf vrienden en familie zijn verloren op 7 oktober, maar geen heil zien in wraak. Stemmen die luid roepen om vrede. Maar de beelden van bombardementen en trillende kinderen zijn er ook. Onverbiddelijk hard spatten ze van het scherm, je veilige woonkamer binnen. Je kunt je ogen dichtdoen, je tv uitzetten, maar daarmee maak je niet ongedaan dat de scènes zich in het echte leven hebben afgespeeld. Dat ze eindigden met de dood van een vijfjarig kind. „De achteloosheid waarmee het allemaal gebeurt”, zegt Beilin. „Israël verliest zijn gevoeligheid voor mensenlevens.”
Vóór en na het programma waren op verschillende zenders de updates te zien over de Giro555-actie waarmee geld werd ingezameld voor oorlogsslachtoffers in het Midden-Oosten. Ook die actie verdeelde Nederland: een avondvullende uitzending kwam er niet, bedrijven en BN’ers hielden zich stil. Toch werd er ruim 15 miljoen ingezameld, voornamelijk afkomstig van particulieren. In het callcenter maakten de Joodse Noa en moslima Selma de voorlopige eindstand bekend. Samen met nog twee leeftijdsgenoten startten ze de verbindingscampagne Deel de Duif, waarmee ze verbinding zoeken tussen Nederlandse jongeren. Bruggenbouwers zijn er altijd. Blijf alsjeblieft naar ze luisteren.
De goede raad over wat te doen bij onweer is alom bekend: ga niet onder een boom staan, want de bliksem zoekt het hoogste punt op. Ga niet zwemmen of in bad, want water geleidt als de beste. En trek stekkers uit het stopcontact, want de bliksem kan je apparaten vernielen. Maar klopt dat laatste wel? Als je apparaten uit staan, loopt er toch geen stroom doorheen?
Op het populaire vragenforum Reddit schrijft ene Jonas: „Ik herinner me goed dat er een keer een bolbliksem door onze straat vloog. Dat ding vernielde ons koffiezetapparaat en mijn vaste computer. Sindsdien neem ik het zekere voor het onzekere.” Een anonieme schrijver meldt: „Ik heb een keer een blikseminslag gehad in mijn huis en was heel blij dat ik al sinds mijn kindertijd de stekkers eruit haal bij onweer. Alleen de cv-ketel was van binnen gefrituurd.”
De website van de brandweer is ondubbelzinnig: „Trek tijdens onweer de stekkers uit het stopcontact. Met overspanningsbeveiliging voor stekkers en kabels zijn je apparaten ook veilig als je niet thuis bent tijdens onweer.” Want: „De bliksem hoeft niet eens direct in te slaan op je huis. Als een boom naast je huis wordt geraakt, kan de spanning zich via de leidingen in de grond naar je huis verplaatsen en doorslaan op je elektrische apparaten.”
Het verhaal klopt, zegt fysicus Sander Nijdam, maar: „De kans dat het misgaat is heel klein.” Aan de TU Eindhoven onderzoekt Nijdam de eigenschappen en toepassingen van ontladingen. Voor de Universiteit van Nederland gaf hij een online college over het ontstaan van bliksem.
Bliksem, legt hij daarin uit, is een elektrische ontlading van spanning die ontstaat in een wolk. Die spanning ontstaat doordat ijsdeeltjes in de wolk voortdurend met elkaar botsen, waarbij de kleinere deeltjes (losse ijskristallen) een klein beetje negatieve lading overdragen op de grotere deeltjes (hagelstenen). De lichte, nu positief geladen ijskristallen worden door opstijgende warme lucht gescheiden van de zwaardere, negatief geladen hagelstenen. Die ruimtelijke ladingscheiding zorgt voor een hoogspanning in de wolk, die kan oplopen tot tientallen miljarden volts. Die ontlaadt in de vorm van bliksem, waarbij de spanning ‘wegloopt’ via de lucht en de aarde.
Ondergrondse kabels
Als de bliksem inslaat, vertelt Nijdam nu aan NRC, is de spanning op die plek niet meer miljarden volts (door de weerstand van de lucht is al veel spanning verloren gegaan), maar wel nog steeds duizenden. „Die spanning verspreidt zich via ondergrondse kabels makkelijker dan via de grond. Zo kunnen ook je apparaten onder veel te hoge spanning komen te staan.”
Maar – spanning is toch niet hetzelfde als stroom? Hoe gaan apparaten kapot van spanning? Nijdam vergelijkt het met wat er gebeurt als je een gewone tuinslang aansluit op een hogedrukreiniger. „Door de hoge waterdruk komt er veel teveel spanning op die tuinslang te staan, ook al stroomt er geen water doorheen. Wordt de druk te hoog, dan knapt de slang en stroomt het water weg.”
Je kabels, schakelaars en apparaten zijn ontworpen voor 240 volt, niet voor duizenden volts. „Daardoor ‘klapt’ de elektronica, en gaat er toch stroom lopen, ook al staat het apparaat uit. Door de veel te sterke stroom kan er ook brand ontstaan.”
En, trekt Nijdam zelf ook zijn stekkers eruit bij onweer? „Nee. Het is een goed advies, maar de kans dat er iets gebeurt is minimaal.”
<dmt-util-bar article="4869602" headline="Moet je bij onweer de stekkers uit het stopcontact trekken ?” url=”https://www.nrc.nl/nieuws/2024/10/17/moet-je-bij-onweer-de-stekkers-uit-het-stopcontact-trekken-a4869602″>