Hij oogt klein en broos als hij in Cannes de hotelkamer binnenschuifelt, de broek bijna tot het borstbeen, de ogen half dicht geknepen. Hij is kippig geworden, zegt de Britse regisseur Ken Loach (87), als we hem in mei treffen. De oren doen het nog prima, dank u. Maar The Old Oak wordt echt zijn laatste film.
Loach registreert onze geamuseerd sceptische blik. Dat hoorden wij al ver voordat hij in 2016 met I, Daniel Blake zijn tweede Gouden Palm won. The Old Oak is het laatste deel van de zogeheten ‘austerity-trilogy’ van de sociaal bewogen regisseur. De film speelt in een mijnwerkersdorp in county Durham, waar in 2016 bussen Syrische vluchtelingen worden gedumpt. Het leidt tot vijandigheid.
In deze van God verlaten streek bij Newcastle speelde eerder Loach’ I, Daniel Blake (2016) – over een brave timmerman die wordt gemangeld door een wantrouwige, vijandige overheid – en Sorry We Missed You (2018), waar de zzp-economie een gezin vermaalt.
En nu is er dus de proletarische kerstfilm The Old Oak, die draait om de toenadering tussen de gemoedelijke Engelse pubhouder TJ en de Syrische Yara. Als TJ achterin zijn vervallen pub The Old Oak diners organiseert met vluchtelingen, keren sommige stamgasten zich tegen hem. Een echte Loach dus, die het ‘valse bewustzijn’ wil doorbreken dat economische misère de schuld is van asielzoekers.
Het was een zware klus, zegt Loach. „Het regisseren van een film draait om twaalf uur per dag emotionele betrokkenheid. Het is als voetbal, weet je? Als manager moet je de ploeg inspireren. Je moet gefocust zijn en ook de naam kennen van de man die met de lampen sjouwt. Dat viel me nu best zwaar, zeker omdat we hier werkten met veel Syrische en Britse amateurs zonder acteertechniek. Dan moet je dingen verzinnen om ze emoties te ontlokken.”
Zijn stem zwerft weg, waarna hij hetzelfde verhaal nog eens vertelt. Loach: „Deze film kostte drie jaar, ik zie me dit echt niet meer doen op mijn 90ste.”
Als dit dan echt zijn laatste film is, wat heeft zijn werk dan aan de wereld bijgedragen? Loach: „Film krijgt op zijn best mensen aan het praten en nadenken. Je kent het gezegde: je moet agiteren, onderwijzen en organiseren. Films agiteren, zijn minder goed in onderwijzen en organiseren lukt ze al helemaal niet.”
Volgens Paul Laverty (66), sinds 1996 zijn vaste schrijfpartner, wilde Ken Loach zijn filmoeuvre welbewust afsluiten met hoop. „Onze laatste twee films waren vrij wanhopig, maar zonder hoop geen verandering toch? We moesten iets vinden, maar geen valse hoop, geen vuist in de lucht pompend happy clappy utopia.” Die vonden ze in het dorp van The Old Oak, waar de Syriërs hun plek vonden. „Niet alles is in kannen en kruiken hoor, het blijft lastig combineren: Syriërs met oorlogstrauma’s, oude, bittere mijnwerkers, hun kinderen die chaotische levens leiden zonder perspectief.”
Het was volgens Laverty een zware klus, omdat deze film, anders dan de voorgangers, niet op één persoon of gezin was gefocust: alleen het casten van de vele amateurs kostte al ruim een half jaar. „Ken doet nooit half werk, hij ging ’s avond pas om elf uur naar zijn hotelkamer en stond om zes uur weer op.” Qua complexiteit herinnerde de operatie Laverty aan het Ierse epos The Wind that Shakes the Barley, dat Loach in 2006 zijn eerste Gouden Palm bezorgde. „Het was een intense fysieke en geestelijke inspanning, voor het eerst geloof ik nu echt dat Ken klaar is. Misschien volgen er nog boeken of documentaires, maar je moet hem niet nog eens zo door de wringer halen. Ik was enorm opgelucht toen Ken tijdens de Covid-pandemie eindelijk zijn vaccinatie kreeg.”
Lees ook
Ken Loach geeft het stokje door in ‘The Old Oak’ (●●●●)
Wat dan nu, vragen we Ken Loach. Wel, hij heeft nog altijd zijn voetbal, antwoordt hij. Bij voetbalclub Bath City heeft hij een seizoenskaart; in 2016 hielp hij bij een actie om de club eigendom van de supporters te maken. „Ik bezoek elke wedstrijd om te lijden. Voetbal is meer pijn dan plezier, is het niet? Ik zit dan tussen de jongens op de tribune de scheidsrechter uit te schelden.” Dat is niet de milde Ken Loach die ik ken, zeg ik. Loach: „Ik scheld de scheidsrechters op een buitengewoon milde toon uit hoor. Maar het moet hem wel duidelijk worden dat hij fout zit.”
Leeslijst