Kan het Westen een marathon lopen?

Niemand weet hoelang de oorlog gaat duren, ziet Daarom is het veilig uit te gaan van een lange oorlog.

Het was een aangename verrassing. Meteen na de Russische inval in Oekraïne schaarde het Westen zich als één man achter Kyiv. Een nóg grotere verrassing is dat die steun ook na vierhonderd dagen oorlog onverminderd lijkt, bij politiek én publiek. Toch dringt zich, naarmate de confrontatie langer duurt, de vraag op of de westerse bereidheid offers te brengen even groot is als Poetins wil om oorlog te voeren.

De Russische president doet in elk geval alsof hij alle tijd heeft. In Moskou kwamen eind december vrienden uit de politieke en culturele elite bijeen voor een eindejaarsdiner, schreef The Guardian. Tegen het einde van de avond stond een van de gasten op en verklaarde dat de oorlog nog „heel, heel lang” zou duren en dat het allemaal nog veel erger zou worden. De spreker was Dmitri Peskov, de woordvoerder van het Kremlin.

De auteurs wijzen er ook op dat Poetin het in zijn toespraken vrijwel nooit over het front in Oekraïne heeft, maar wel vaak over een gevecht waarin niets minder dan de Russische natie op het spel staat. En hij definieert ook niet hoe het einde van een oorlog eruit zou kunnen zien.

President Zelensky weet dat hij in elk geval niet alle tijd van de wereld heeft. Hij houdt stand, maar uit een vraaggesprek met persbureau AP spreken ook twijfels. Zo bijt hij zich vast in het al zeven maanden durende gevecht om Bachmoet, mede omdat hij bang is weifelaars in eigen land én in het buitenland in de kaart te spelen als Bachmoet valt. Bij verlies zou de roep om onderhandelingen luider worden.

De westerse steun bestaat uit omvangrijke concrete bijdragen (geld, wapens, training) en uit politieke rugdekking. Deze week nog reisden de 27 EU-ambassadeurs die in Brussel speciaal belast zijn met buitenlands- en veiligheidsbeleid, het Politiek en Veiligheidscomité (PSC), gezamenlijk naar Kyiv.

„Ik heb weleens de angst dat op de achtergrond raakt waarom we dat allemaal doen”, zegt Delphine Pronk, de voorzitter van het comité als ze weer in de trein zit op weg naar Polen. „Iedereen die de vrijheid liefheeft moet blijven uitleggen waarom de agressie niet acceptabel is.” En, er moet, zegt ze, snel nog meer steun komen. „Een beetje steun is geen steun”.

Met het verstrijken van de maanden wijzigt die steun van karakter. Een EU-akkoord over de levering van munitie illustreert dat steun voor Oekraïne steeds ingrijpendere maatregelen vereist. In eerste instantie werden wapens en munitie uit bestaande voorraden doorgeschoven. Nu gaat het er ook al om de productiecapaciteit van de Europese wapenindustrie op langere termijn te vergroten. De Europese industriële structuur moet aangepast worden aan Poetins oorlog.

En dan is het ook nog de vraag of de immense steun uit de VS wel op niveau zal blijven. Defensieanalist Max Bergmann van denktank CSIS houdt er rekening mee dat wapenleveranties uit de VS kunnen afnemen en dat Europa meer zal moeten bijdragen, zei hij tijdens een Politico-debat. Als Europa zwaardere lasten moet dragen, zei de Franse NAVO-ambassadeur Muriel Domenach daarop, dan moeten die extra defensie-uitgaven wel ten goede komen aan de Europese industrie en niet naar de VS gaan. Alleen als de Europese samenleving profiteert, voorspelde ze, blijft de steun voor Oekraïne overeind.

Hoe dan ook moet de westerse samenleving opkomen voor de kosten van ‘Operatie Oekraïne’. Verhoging van de defensie-uitgaven kan leiden tot werkgelegenheid als je een defensie-industrie hebt, zoals Frankrijk. Maar hogere defensie-uitgaven kunnen ook leiden tot bezuinigingen of hogere schulden. Steun voor Oekraïne wordt, als je het lang moet volhouden, een krachtsinspanning van een hele samenleving.

Veel keus heeft het Westen niet. Niemand weet hoelang de oorlog duurt, maar er zijn nog geen tekenen die wijzen op een staakt-het-vuren, laat staan op serieuze vredesonderhandelingen. Daarom is het raadzaam uit te gaan van een lange oorlog.

Wie Oekraïne nu in de steek laat, speelt een fascistisch regime in de kaart. EU-buitenlandchef Josep Borrell zei het tijdens een discussie heel nuchter zo: „We hebben besloten Oekraïne te steunen. Je kunt niet na een jaar zeggen: ik ben moe, ik houd ermee op.”

Het ziet er vooralsnog naar uit dat de vaak als decadent bespotte westerse samenleving in Oekraïne moet bewijzen dat ze de ontberingen kan opbrengen die nodig zijn om een marathon te winnen.

Redacteur geopolitiek Michel Kerres schrijft hier om de week over de kantelende wereldorde.