Het beloven afwisselende werkweken te worden voor oud-journalist Nikki Sterkenburg. Drie dagen per week werkt ze als ambtenaar in de wereld van terreurbestrijding, cybersecurity en nationale veiligheid. De andere twee dagen gaat ze, per 1 december, aan de slag in de wereld van de onderzoeksjournalistiek.
Zijn die twee rollen wel in één persoon met elkaar te verenigen? Over die vraag is felle verdeeldheid ontstaan binnen de Vereniging van Onderzoeksjournalisten (VVOJ), die het initiatief heeft genomen voor de nieuwe leerstoel Onderzoeksjournalistiek, waarop Sterkenburg onlangs is benoemd als bijzonder hoogleraar in deeltijd. Bij de NCTV is ze plaatsvervangend hoofd Analyse Nationale Veiligheid.
In een protestbrief aan het bestuur van de VVOJ maken 19 ervaren onderzoeksjournalisten „principieel bezwaar” tegen de benoeming van Sterkenburg. De twee functies zouden „onverenigbaar” zijn. Ze spreken van „botsende belangen”. De brief is ondertekend door journalisten van NRC, Nieuwsuur, NOS, Het Financieele Dagblad, de Volkskrant, RTL Nieuws, Argos en Follow the Money (FTM) en Vrij Nederland.
„De leerstoel”, stellen de journalisten, „is gericht op onderzoek en het opleiden in de onderzoeksjournalistiek, waar het in de kern draait om de vinger achter de macht te krijgen. Een hoge functie bij de NCTV, onderdeel van het ministerie van Justitie en Veiligheid, is in dat licht niet te combineren met een dergelijke leerstoel.”
Ook andere onderzoeksjournalisten noemen de benoeming onbegrijpelijk, hoeveel waardering ze ook uitspreken voor Sterkenburg. Ze werkte vijf jaar als journalist voor Elsevier Weekblad en schreef een veelgeprezen boek, Maar dat mag je niet zeggen, over ‘de nieuwe generatie radicaal- en extreemrechts in Nederland’, zoals de ondertitel luidt. Dat boek is een journalistieke versie van het proefschrift waarop ze promoveerde.
Harm Ede Botje, verslaggever bij het platform Follow the Money (FTM), schreef op X: „Prima om te werken voor de NCTV maar dan niet ook hoogleraar Journalistiek. Voelt ongemakkelijk en dus niet doen.” Siem Eikelenboom, die naast zijn werk voor FTM aan de Universiteit van Amsterdam beginnende onderzoeksjournalisten begeleidt, zegt: „Ik was stomverbaasd toen ik van de benoeming hoorde. Dit kán niet. Elke schijn van een verbinding tussen journalistiek en inlichtingendiensten, of een dienst als de NCTV, moet vermeden worden.”
Sterkenburg weerspreekt de argumenten van de journalisten. „De NCTV is géén inlichtingendienst, we hebben ook niet de bevoegdheden van een inlichtingendienst. De NCTV vergaart zelf geen inlichtingen, maar brengt verschillende informatiebronnen bij elkaar, weegt die en maakt er een beeld van voor de coördinatie van wat kan worden gedaan om de dreiging tegen te gaan. Ik ben ook géén topambtenaar, ik ben gewoon deel van het middle management.”
Het steekt Sterkenburg dat haar wetenschappelijke onafhankelijkheid in twijfel wordt getrokken. Ze benadrukt dat ze als hoogleraar geen onderzoeksjournalistiek gaat bedrijven, maar vooral wetenschappelijk onderzoek gaat doen naar „de methoden, vertelvormen en de maatschappelijke impact van onderzoeksjournalistiek”.
Daarnaast is er één vak Onderzoeksjournalistiek voor masterstudenten, dat zij samen met gastdocenten zal geven. Dat haar studenten en promovendi door haar functie bij de NCTV niet onafhankelijk zouden kunnen werken, spreekt ze tegen. „Als ik een deel van mijn tijd niet bij de NCTV zou werken maar onderzoeksjournalist zou zijn, zou ik dan ook het verwijt krijgen dat ik als slager het eigen vlees keur, of m’n positie zou gebruiken om onderzoek te doen naar concurrenten?”
Evert de Vos, voorzitter van de VVOJ, benadrukt dat de wetenschappelijke onafhankelijkheid van Sterkenburg gegarandeerd is, ook door de NCTV. Het idee dat via Sterkenburg en de NCTV „de overheid meekijkt” bij onderzoeksjournalistiek werk, noemt hij „onwaarachtig”. Vrijdag en zaterdag houdt de VVOJ, die zo’n 800 leden heeft, haar jaarvergadering, met Sterkenburg als een van de sprekers.
Hieronder de protestbrief tegen de benoeming van Nikki Sterkenburg: